Hundstage

Oostenrijk roept voor velen de romantische sfeer van Salzburg op, de Jugendstil in Wenen of de winterpret in Tirol. Als vakantieganger word je zelden geconfronteerd met de behoudsgezinde en conservatieve mentaliteit. Oostenrijk heeft de gewoonte om zijn nare kantjes zorgvuldig weg te moffelen. Nu ja, ook in Vlaanderen tonen we ons het liefst van onze schone kant…

Maar waarom zijn de films, literatuur en plastische kunsten uit Oostenrijk dan zo donker, uitzichtloos en extreem? De cineast Michael Haneke verklaarde ooit dat hij de mooie façade van de Oostenrijker naar beneden haalt door hem in extreem gewelddadige situaties te plaatsen. Zo pleegt in Hanekes debuut ‘Der Siebente Kontinent’ het materialistisch perfect gelukkige gezin zelfmoord of wordt (een ander) gezin geterroriseerd door twee nette jongens in ‘Funny Games’. En ook na het zien van Ulrich Seidls ‘Hundstage’ (Engelse titel: ‘Dog Days’) kunt u alleen besluiten dat Oostenrijk een van de meest onzaligmakende landen ter wereld is.

Ulrich Seidl hanteert dezelfde koele en afstandelijk observerende vertelstijl als Haneke, maar etaleert meer gevoel voor humor. Zij het van de meest cynische en zwarte soort. In ‘Hundstage’ (de titel is multi-interpretabel, maar slaat op de zomerse hittegolf) volgt de toeschouwer verschillende personages in een betonnen en onpersoonlijke randstad van Wenen. Ze kankeren over pietluttige details, stellen zich agressief op, zijn onverdraagzaam, gaan over tot vreselijke (al dan niet seksuele) vernederingen of dringen zich op aan hun medemens met het stellen van totaal absurde vragen.

“L’enfer c’est les autres,” schreef de Franse filosoof Jean-Paul Sartre. ‘Hundstage’ is er (nogmaals) het levende bewijs van. Het uitstallen van paroxistisch en wreedaardig gedrag wordt soms gemakshalve aangewend om de toeschouwer te schokken. ‘Hundstage’ gaat aan het louter schokkende al voorbij in zijn openingsgeneriek, waar mensen – in verschillende maten en gewichten – hun torso aan de zon blootleggen voor hun modernistische villa of op hun dakterras.

Wat is nu het meest shockerend? Iemands tanden uitslaan in een dancing of ongegeneerd liggen zonnen in het aanschijn van elkeen die het zien wil? Seidl (die tijdens interviews beweert niet te willen provoceren) laat de antwoorden op dergelijke vragen over aan het ethische bewustzijn van de kijker. Zijn camera, dankbaar gebruikmakend van de architectuur, dringt binnen in de privacy van de personages en legt hun frustraties open en bloot. Misschien is dat nog het meest schokkende. Het besef dat iedereen in ons huis kan binnendringen en ongevraagd met onze diepste geheimen aan de haal gaat. (****)

Piet Goethals

P. Anthonissen n

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content