Het unieke verbond van Limburgse werkgevers

VKW Limburg bekleedt al 75 jaar een bijzondere plaats in het Vlaamse ondernemerslandschap. De werkgeversorganisatie weegt zwaar dankzij de vele leden en de economische focus.

” We hebben straks raad van bestuur. Ik kondig er aan dat we ons 900ste lid mogen verwelkomen.” Jos Stalmans, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg (Verbond van Kristelijke Werkgevers), vertelt het met enige trots. De organisatie bestaat 75 jaar en is gezond en wel. Om lid te zijn van VKW Limburg moeten productiebedrijven minstens twintig werknemers tellen, voor dienstenbedrijven is dat tien. Zo zijn er in Limburg 1250. Drie op de vier Limburgse bedrijven die in aanmerking komen voor lidmaatschap is dat ook. Ze tellen samen 130.000 werknemers.

VKW Limburg heeft vooral de voorbije twintig jaar een sterke groei gekend. “Dat heeft alles te maken met de sluiting van de steenkoolmijnen”, legt Stalmans uit. “We moeten niet flauw doen, voordien betekende Limburg economisch te weinig. Iedereen vreesde dat Limburg een economische woestijn werd. Maar Limburg heeft nooit zo goed samengewerkt als in die periode, op alle niveaus. De reconversievennootschappen hebben een belangrijke rol gespeeld in de herlancering van de economie. Er werden voor bedrijven tal van fiscaal interessante maatregelen genomen.”

“Jo Libeer, toen nog de nummer één van de West-Vlaamse Kamer van Koophandel, zei me ooit: ‘Je krijgt alles cadeau.’ Maar de situatie was hier zeer specifiek. We hebben in Limburg veel mijnwerkers gehad die heel jong en zonder diploma naar de mijnen werden gelokt. Dat is iets anders dan Zuid-West-Vlaamse vlasboeren die het zelfstandig ondernemen in zich hadden.”

Complementair

VKW Limburg is een buitenbeentje in het werkgeverslandschap. De organisatie neemt niet deel aan het sociaal overleg zoals VBO, Voka en Unizo. Toch weegt ze op het beleid. Belangenverdediging is een van de belangrijke doelstellingen van VKW Limburg. Het streeft naar een verbetering van het Limburgse ondernemersklimaat. Het verdedigt ook de belangen van de leden in concrete dossiers.

“Toen de meubelketen Ikea zich in Limburg vestigde, moest het in vijf jaar drie keer van paritair comité veranderen. Het paritair comité hing af van de materialen in hun magazijn, maar dat is nu eens hout en dan metaal of kunststof. Dat was een problematische situatie en investeringen kwamen in gevaar. VKW Limburg heeft in dit dossier bemiddeld en we hebben het gedaan gekregen dat een nieuw paritair comité voor logistieke bedrijven werd opgericht.”

Dat die belangenverdediging van existentieel belang is voor VKW Limburg bleek een tiental jaar geleden. Toen vroeg VKW Nationaal om de vier regionale VKW vzw’s te fuseren. “Wij waren op dat moment in Limburg toonaangevend terwijl dat in de andere provincies minder het geval was”, zegt Stalmans. “Wij zouden ook moeten stoppen met belangenverdediging. Als wij dat hadden gedaan, konden we onze tent sluiten. VKW Limburg ging zijn eigen weg. Ik moet benadrukken dat wij nooit ruzie hebben gehad met VKW Nationaal, ook al wordt dat verhaal nog wel verspreid.”

In die tien jaar is het personeelsbestand van VKW Limburg verdubbeld en nam het ledenaantal met een derde toe. “Wij zijn onze eigen weg gegaan, maar dat betekent niet dat er geen contacten zijn met andere werkgeversorganisaties”, benadrukt Luc Cardinaels, voorzitter van VKW Limburg.

“Iedereen legt zijn eigen accenten en we zijn complementair met Unizo en Voka. Voka richt zich op iedereen: van zelfstandige tot multinational. Wij focussen ons op bedrijven vanaf een zekere omvang en op de top binnen dat bedrijf. 63 procent van onze leden is ook lid van Voka. VKW Limbrug geeft geen opleiding aan secretaresses of advies aan exportmanagers. Wij werken ook samen met de werknemersvereniging in Nederland en met het VBO.”

14 werkgroepen

VKW Limburg haalt een vijfde van zijn inkomsten uit lidgelden, een vijfde uit dienstverlening allerhande en de rest is op basis van activiteiten. “Wij organiseren toch jaarlijks meer dan 200 activiteiten met in totaal 12.000 aanwezigen”, zegt Stalmans. “En we kijken over de grenzen. De meeste Nederlandse premiers zijn hier te gast geweest, net als Europees Commissievoorzitter José Manuel Barrosso.”

“Maar het is meer dan dat”, legt Stalmans uit. “Onze veertien werk-groepen zijn netwerkbevorderend. ‘Het is de enige plaats waar ik op een ont-spannen manier kan praten over de bedrijfsproblemen’, zeggen de leden mij. We hebben bijvoorbeeld een werkgroep voor de 25 grootste bedrijven in Limburg. Wel, de 25 directeurs van die bedrijven komen daar ook daadwerkelijk op af. Die zitten hier samen en tellen in totaal 25.000 werknemers.”

In de werkgroepen herkennen de bedrijfsleiders dezelfde problemen. Zoals de hoge Belgische loonkosten die in een industriële provincie – 60 procent van de Limburgse ondernemingen zijn productiebedrijven – op een pijnlijke manier worden gevoeld. De lage loonkosten in het naburige Duitsland hebben een effect in Limburg. “Onze industriële bedrijven schieten tekort op de Duitse markt”, stel Cardinaels vast. “We begrijpen dat het moeilijk is om op te tornen tegen de goedkope spelers uit Oost-Europa. Maar sinds vijf jaar moeten we vaststellen dat onze bedrijven uit de boot vallen omdat een Duitse concurrent competitiever is. Akkoord, we genieten mee van het Duitse groeiwonder, maar hebben moeite om onze wagon aan die locomotief vast te haken.”

De top van VKW Limburg hoedt zich ervoor om de loonkosten als de enige factor aan te duiden voor de problemen die hun leden ondervinden. Bovendien wijzen ze ook op de Limburgse troeven. “Naast de loonkosten is het aantrekken van hooggeschoold personeel een probleem”, zegt Stalmans. “Een ideale locatie om een uitgebreid industrieterrein neer te zetten dat grijze cellen van ver kan aantrekken, is het klaverblad in Lummen. Maar actiegroepen verzetten zich tegen zo’n industrieterrein. Limburg is voor investeerders trouwens zeer aantrekkelijk. Wij hebben nog veel ruimte voor bedrijventerreinen en de gronden zijn goedkoop.”

Ondertussen werd vanuit VKW Limburg ook Cresco gelanceerd. Dat is een nieuw project waarbij een aantal figuren uit de bedrijfswereld, maar ook uit de universiteiten, een analyse maken van de hefbomen die nodig zijn om de Limburgse economie sneller te doen groeien. Cresco bestaat uit bekende en minder bekende figuren gaande van Herman Daems over Frank Coenen (Tessenderlo Chemie) en Luc Soete (universiteit Maarstricht) tot Joris Brams, operationeel directeur van Puratos.

ALAIN MOUTON, FOTO KRISTOF VRANCKEN

“We stellen vast dat onze bedrijven uit de boot vallen omdat een Duitse concurrent competitiever is” Luc Cardinaels, VKW Limburg

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content