Het shoppingcenter verleidt als ontmoetingsplek

Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

Jongeren vinden nog vlot de weg naar het shoppingcenter. Dat blijkt uit een grootschalige bezoekersenquête van de vastgoedbeheerder SCMS-Ceusters.

De gemiddelde bezoeker van een shoppingcenter is een vrouw van 41 jaar. Veelal werkt ze als bediende of middenkaderlid en tijdens een bezoek aan het shoppingcenter spendeert ze 92 euro.

Een en ander valt af te leiden uit de bezoekersstatistieken en -enquêtes van SCMS-Ceusters, de grootste onafhankelijke beheerder van shoppingcenters. Het heeft twaalf shoppingcenters in beheer, waaronder Wijnegem Shopping Center, met 59.000 vierkante meter het grootste van het land. “In onze beheerportefeuille zitten kleine, middelgrote en grote complexen, binnen- en buitenstedelijke centra en open en overdekte projecten”, zegt Hans Van Laer, die de researchafdeling van SCMS-Ceusters leidt.

Meer jongeren

Voor Jeroen Hafkamp, de CEO van SCMS-Ceusters, is de opvallendste vaststelling dat het aandeel van de jonge bezoekers toeneemt. “In onze vergrijzende maatschappij zien we een lichte verjonging van de bezoekers. Dat gaat in tegen het beeld dat we hebben van jongeren: dat ze minder het huis uit komen. Misschien ligt daarin ook een deel van de verklaring. Jonge mensen hebben toch behoefte aan echte sociale contacten en vinden het shoppingcenter een aangename en levendige ontmoetingsplaats.”

Hij voegt eraan toe dat de shoppingcenters grote inspanningen leveren om het jonge volkje te boeien. Zo zijn/worden alle shoppingcenters in het beheer van SCMS-Ceusters wifi-zones. En ook het aanbod en de mix van winkels worden afgestemd op de wijzigende voorkeuren van de jonge bezoekers. “We gebruiken die sociale media heel intensief”, zegt Van Laer. “Wijnegem Shopping heeft 108.000 Facebook-fans.”

Op het eerste gezicht weegt de verjonging niet op het gemiddelde gespendeerde bedrag, want dat klom van 89 naar 92 euro. Maar tegelijkertijd steeg het aandeel van de bezoekers die niets uitgeven van 6,4 procent in 2013 naar 10,2 procent in 2014. Een indicatie dat showrooming toeneemt? Jeroen Hafkamp merkt op dat dat geen probleem hoeft te zijn voor retailers die zowel inzetten op het fysieke als op het onlinekanaal. Maar zet dat het businessmodel van shoppingcenters niet onder druk? Het huurbedrag is voor een deel gekoppeld aan de omzet. Hafkamp: “Bij een deel van de huurcontracten is er inderdaad een koppeling met de omzet. Maar je kunt bij het bepalen van de omzet bijvoorbeeld rekening houden met een deel van de verkoop via het internet en die toewijzen aan winkels.”

In 2014 kwam 66,9 procent van de ondervaagde bezoekers met de wagen winkelen, tegenover 67,8 procent in 2013. Het aandeel van het openbaar vervoer klom van 13,7 naar 17,5 procent. “Die evolutie zien we al langer”, zegt Van Laer. “Het evolueert traag, maar de tendens is duidelijk. In de beginjaren van het Wijnegem Shopping Center kwam meer dan 90 procent met de wagen. Nu nog 77 procent.”

Specifiek voor Wijnegem geldt dat het openbaar vervoer sterk verbeterd is. Het is een argument dat de ontwikkelaars van Uplace Machelen en Mall of Europe hanteren: met degelijk openbaar vervoer is de shopper bereid zijn wagen thuis te laten.

Laurenz Verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content