Het nieuwe paleis van Jean Paul Gaultier

Antoine Moreno Freelancejournalist

Doodgeknuffeld of niet, ‘enfant terrible’ is voor Jean Paul Gaultier een geuzennaam geworden. Een naam die hij ook weer waarmaakt met zijn nieuwe Parijse hoofdzetel.

Parijs (Frankrijk)

Die avond kwamen de mensen niet alleen voor Jean Paul Gaultier. JPG stelde weliswaar zijn nieuwe prêt-à-porter herencollectie voor, maar huldigde vooral zijn nieuwe ateliers, kantoren en showroom in. Ze zijn nu eindelijk ondergebracht op één adres. En wat voor een!

Deze nieuwe tempel van de creatie is al heel uitzonderlijk door zijn afmetingen (meer dan vijfduizend vierkante meter), maar springt ook uit de band door het concept: een knappe renovatie van een schitterend gebouw.

Een pand in het teken van schoonheid

De aanbesteding die de couturier een aantal jaar geleden uitschreef, werd gewonnen door een architectenduo dat onbekend was bij het grote publiek. “Een man van beelden ontroeren met sterke verbeelding, dat was onze uitdaging,” vertelt HenriRivière, voormalig meubelmaker en ex-leerling van de school van Camondo, het centrum van de Parijse creativiteit. Samen met zijn spitsbroeder AlainMoatti, architect en scenograaf, met wie hij sinds 1991 samenwerkt, sleepte hij de opdracht in de wacht met een tegendraads ontwerp. “We hadden slechts twintig dagen om een voorontwerp te maken,” vertelt Henri Rivière. “We bekeken opnames van modedefilés en zochten naar het werk van Jean Paul Gaultier in de archieven, om zijn universum zo veel mogelijk op te slorpen. Voor we een voorstel deden, wilden wij eerst begrijpen wat haute couture is, want daar hadden wij niet de minste ervaring mee. Wij hebben Lacroix ontmoet en stortten ons op het werk van Yves SaintLaurent in een poging om de essentie ervan te begrijpen. De enige zekerheid was dat we schoonheid wilden creëren. Een uitzonderlijke schoonheid zelfs, en dat wij een esthetiek van de overdaad wilden ontwikkelen.”

Uiteindelijk dienden de twee kompanen, die trouwens niet vanuit Parijs werken maar vanuit het zuiden van Frankrijk, wat heel uitzonderlijk is, geen plannen of doorsneden in, maar wel een aantal toverachtige beelden die de opdrachtgever onmiddellijk verleidden. Toen de laureaten enkele maanden later aan Gaultier vroegen waarom hij voor hen gekozen had, antwoordde hij: “Omdat jullie me ontroerd hebben.”

Van bokszaal tot nachtclub

En er zijn inderdaad heel wat redenen om geëmotioneerd te zijn in dit pand waarin je gemakkelijk verloren loopt. Met zijn vier verdiepingen, zijn monumentale trappen en zijn eindeloze galerijen, is dit oude Palais de la Mutualité, dat in 1912 werd opgetrokken in de belle-époquestijl, op zich al een uiterst ontroerend gebouw. Het pand kreeg de naam L’avenir du prolétariat (de toekomst van het proletariaat) en werd gebouwd op initiatief van FerdinandBoire, een postontvanger die aan de basis lag van de ziekenfondsbeweging in Frankrijk. In dit decor, dat rijkelijk versierd was met ornamenten, friezen en andere sierlijsten, werden de algemene vergaderingen gehouden.

Gaultier en zijn acolieten besloten het grootste gedeelte ervan te bewaren. Zo bleven het prachtige siersmeedwerk en de glasramen, geïnspireerd op de befaamde school van Nancy, gespaard van de sloophamer. De originele architectuur van BernardGabrielBelesta was op zich al heel vernieuwend door het voor die tijd gedurfde gebruik van gewapend beton, de enige techniek die mogelijk was om hoog in de lucht gigantische gewelven op te trekken zonder zuilen.

In de decennia die volgden op de bouw was het lot van het pand (dat nooit geklasseerd werd) op zijn minst chaotisch te noemen. Het werd achtereenvolgens omgevormd tot een fabriek voor stroken papier, een bokszaal en een nachtclub, werd dan opgesplitst door scheidingswanden, en kwam ten slotte leeg te staan. In het begin van dit millennium kende het ‘paleis’ een korte heropleving toen LionelJospin het gebruikte als hoofdkwartier voor de socialistische partij tijdens de presidentsverkiezingen.

Een vloer die lijkt op water

Die donkere geschiedenis staat in fel contrast met het recente renovatieproject. Het Franse architectenduo koos er immers voor om licht centraal te stellen bij de aanpassingen. Ze haalden alle achtereenvolgende toevoegingen weg, waardoor de ruimte prachtige perspectieven onthult. Door gebruik te maken van wanden in transparant of mat glas zijn ze er ook in geslaagd dit effect maximaal te bewaren.

Het huzarenstuk is de herinrichting van de grote zaal, een beuk van zestig meter lang met een plafond van twaalf meter hoog, ideaal voor modedefilés. In navolging van de andere ruimten van het paleis, contrasteren de muren in witte acrylverf met de vloer die behandeld werd met weerspiegelende zwarte hars. Het lijkt wel of je op water loopt in plaats van op een vloer.

In het plafond werden drie glazen koepels van dertig vierkante meter aangebracht “zodat je de hemel boven Parijs kunt zien,” zoals Henri Rivière het zegt. Het werd ook bedekt met Atex, een materiaal op basis van plasticfilm dat even doorzichtig is als glas maar het voordeel biedt dat het zich als een tweede huid over enorme oppervlakken spant, zonder dragende structuren of plooien.

Metrotegels in nikkel

Voorts zijn er ook knipoogjes naar de Parijse leefwereld van JPG, zoals de metrotegels die voor de gelegenheid zijn uitgevoerd in een vernikkelde versie of de verwijzingen naar de beaux-arts-stijl van het oorspronkelijke gebouw met zijn luchters met passementstrookjes (vlak geplaatste kristalkegeltjes).

De transformatie van dit juweeltje van het volkspatrimonium in een tempel van de haute couture, roept herinneringen op aan de vreemde remix die de zetel van de communistische partij tijdelijk doormaakte voor een defilé van Prada.

Na hun opzienbarend succes sleepten Rivière en Moatti ook nog de overwinning in de wacht in de wedstrijden voor La Cité de la dentelle in Calais en voor het Musée Champollion in Figeac. Twee andere confrontaties met het verleden die zij met evenveel talent van onder het stof zullen moeten halen…

Antoine Moreno

Het gebouw, dat net zo opvallend en typisch Parisien is als zijn nieuwe bewoner, kreeg een ultramoderne facelift.

De muren in witte acrylverf contrasteren met de vloer die behandeld werd met weerspiegelende zwarte hars. Het lijkt wel of je op water loopt in plaats van op een vloer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content