Het broze geluk van Agfa-Gevaert

De publicatie van beter dan verwachte jaarresultaten van Agfa-Gevaert vorige week zorgde voor een in recente jaren in het Belgische bedrijfsleven al te weinig geziene hoerastemming bij analisten en media. Dat Agfa na zeer sombere tijden opnieuw winst maakt, is een huzarenstukje dat terecht applaus verdient, want het Mortselse beeldvormingsbedrijf komt van ver, heel ver.

Maar het lijkt erop dat het gejuich iets te oorverdovend is geweest om sommige werknemers te doen horen dat de uitdagingen voor Agfa nog altijd legio zijn. Onder meer in de hoogtechnologische IT-systemen voor ziekenhuizen in de divisie Healthcare en in de inkjetmachines in de grafische afdeling ligt de lat erg hoog en wordt de strijd op het scherp van de snee gevoerd. Had Agfa in volle economische crisis even hoog boven zijn stand blijven leven, was het nu onge-twijfeld een vogel voor de kat. Een bewijs dat zachte heelmeesters stin-kende wonden maken.

Agfa was erg ziek toen Jo Cornu er eind november 2007 het roer in handen nam, en er werd openlijk getwijfeld aan zijn kansen om de hoge koorts te doen zakken. Maar met de steun van zijn bestuursvoorzitter en kornuit Julien De Wilde, en een nieuw team van ervaren topmanagers, zette Cornu het mes in de kosten en in de lonen. Dat laatste stuitte vooral in België bij de arbeiders en hun vakbonden op aanslepend verzet. De altijd recht-voor-de-raapse De Wilde legde de vinger vorige week nadrukkelijk en precies op de wonde: die bonden en arbeiders kunnen het broze herstel van Agfa genadeloos torpederen. Dat een beperkte groep met een meer dan degelijk statuut de boel kan verzieken, is onaanvaardbaar. De vakbonden moeten oog hebben voor de geleverde inspanningen en beseffen dat de rangen waterdicht gesloten moeten worden. Dat ze, ondanks de uitdrukkelijke vraag om dat niet te doen, hun fabriek deels platlegden om in Brussel te kunnen deelnemen aan een vakbondsbetoging, baart zorgen. Zo’n houding hypothekeert de kansen van een bedrijf dat nog altijd zeer hard aan de weg moet timmeren. Die weg leidt rechtstreeks naar de BRIC-landen, waar Agfa zijn aanwezigheid snel moet opkrikken.

Tijdverlies door onwillige vakbonden mag en zal ongetwijfeld ook niet worden getolereerd door de nieuwe topman, de Fransman Christian Reinaudo, onder wiens leiding de afdeling Healthcare is uitgegroeid tot het paradepaardje van de groep. Reinaudo heeft in zijn carrière al wel vaker voor hete vuurtjes gestaan en zal niet met zich laten sollen.

Intussen kunnen de verdiensten van Cornu moeilijk worden overschat. Te midden van het debat over tewerkstelling, en de vaststelling dat nog maar weinigen na hun zestigste aan de slag blijven, zijn Cornu (65) en De Wilde (66) het levende bewijs dat ervaring vaak onbetaalbaar is.

Het gezicht

Gewoon een goeie vent, maar een harde, blz. 88

Door Bert Lauwers

De bonden en arbeiders kunnen het broze herstel van Agfa genadeloos torpederen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content