HAD L’ABBé PIERRE NOOD AAN STRATEGISCH MANAGEMENT?

Hoe meer een ideologische organisatie management-plannen opstelt, concrete doelstellingen nastreeft, hoe meer ze vervreemdt van haar eigenheid.

Met de regelmaat van een klok kan ik lezen dat de N.V. Kerk nood heeft aan strategisch management. Er zijn immers heel veel verontrustende symptomen: een zorgwekkend laag marktaandeel in sommige streken, een heel negatief, conservatief imago bij sommige doelgroepen, het ene schandaal na het andere dat gretig in de pers uit de doeken wordt gedaan. De Kerk moet zich dus ‘strategischer’ opstellen, ja vooral meer klantgericht denken en handelen, de bureaucratie uitroeien, knap innoveren en een modern (lees: meer vrouwvriendelijk) HR-beleid voeren. Het zal niet meer lang duren, misschien heb ik er al over heen gelezen, of de artikels zullen verschijnen dat de NV Kerk vooral nood heeft aan een ‘balanced score card’. Iedereen lijkt dat heden ten dage wel nodig te hebben, waarom dan ook de Kerk niet? Ik zie al de grote rubrieken voor ogen: aantal gewonnen en verloren zieltjes, aantal pedofiele priesters, aantal minuten zendtijd op Pasen in ‘prime time’, aantal verkochte bijbels. Uiteraard ook veel aandacht voor marktaandelen die verloren gaan aan de moslims, de gemiddelde inhoud van de collectes, en de bijdrage tot de gemeenschap via de katholieke scholen en christelijke culturele verenigingen. Dat wordt dan de grootste ‘balanced score card’ uit de geschiedenis.

Strategie. De problemen zijn moeilijk te ontkennen. De vraag is echter of ‘strategisch management’ wel de oplossing is. In ieder geval begint het bloed in mijn aderen te stollen als ik weer dergelijke vreemde analyses lees. Maar omdat stollend bloed nu eenmaal niet bijzonder gezond is, draai ik dan maar snel het blad om en lees voort over relevantere onderwerpen. En dan valt mijn blik op een overlijdensbericht.

Op 22 januari overleed L’abbé Pierre, een man die op zijn eentje waarschijnlijk meer gedaan heeft voor de (Franse) Kerk dan alle strategische conclaven (sic!) van de Franse bisschoppen samen. De Fransen waren in ieder geval sterk onder de indruk van zijn marketingcampagnes, PR-acties, strategische marktsegmentering en ander fraais: ze hebben hem verkozen als derde grootste Fransman ooit, na de Gaulle en Pasteur. Van ‘naambekendheid’ en ‘branding’ gesproken! Hij ging zelfs ruim een ander boegbeeld (Zinédine Zidane) vooraf, en had nooit een doelpunt gemaakt. Sinds 1989 verkiezen de Fransen maandelijks de meest geliefde persoon. Hij was zeventien keer nummer één in de top-50. In 1994 heeft hij gevraagd niet meer opgenomen te worden in de lijst om op die manier plaats te laten voor jongeren.

Geloof en daden. Dergelijk voorbeeld maakt overduidelijk wat zogenaamde ideologische organisaties moeten doen. ‘Geloof dat niet uit daden blijkt, is geen geloof; het is dood en zinloos. ‘ Wat je nodig hebt, is respect in woord en daad voor de fundamentele ideologie. Voor de Katholieke Kerk is die overduidelijk. Hun missieverklaring is één van de meest verspreide ter wereld. Je kan elk lid erop aanspreken. We citeren even: “Kijk eens naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet, ze maaien niet en slaan geen voorraden op in schuren.” De Stichter zelf heeft het met veel nadruk gesteld: niet te veel operations management, niet te veel logistiek, niet veel ‘business’, niet te veel management. Dat hij niet bepaald van sommige vormen van business hield, maakte hij zonder meer duidelijk door de kooplui in de tempel nogal stevig aan te pakken.

Missie. Hoe meer een ideologische organisatie managementplannen opstelt, concrete doelstellingen nastreeft, hoe meer ze vervreemdt van haar eigenheid. Heeft de Kerk dan geen ‘missie’ nodig? Oh, stop, de dingen niet omdraaien. Als kind heb ik nog frankjes in de schaal gelegd voor ‘de missies’.

Ideologische organisaties hebben per definitie een missie. Toen de bedrijfswereld vaststelde dat sommige ideologische organisaties (die bijna altijd draaien rond vrijwilligers) uiterst succesvol waren zonder al te veel management, dat ze hun personeelsleden heel vaak onderbetaalden, maar dat deze toch heel hard werkten, is men de zaken gaan omdraaien: zouden wij dat ook niet invoeren, zo’n missieverklaring?

Zuiverheid. Mensen worden aangetrokken tot een ideologie omwille van haar zuiverhuid. Een ideologie is iets puurs, iets hogers, iets dat de moeite waard is om na te streven. Het begint altijd met een ‘beweging’. Mensen zien dan het heil in de nieuwe stroming. Maar na een tijdje denkt die stroming dat ze wél moet zaaien en maaien en schuren aanleggen. En niet alleen de drukkerij moet wat gemanaged worden, maar de gehele organisatie komt weldra in handen van bureaucraten, sorry managers. Je krijgt bankiers, rechtbanken, hoogleraren Kerkelijk Recht (gelukkig maar, anders zat de Slimste Mens zonder jury!), voorraadschuren van kunstvoorwerpen, en nu zelfs een eigen voetbalcompetitie, de Clericus Cup. Volgens hardnekkige roddels zal je via Chinese kantoren kunnen gokken op de wedstrijden. De uitbetaling geschiedt dan in ‘aflaten’.

Fantasie. Soms is de werkelijkheid veel extremer dan mijn stoutste fantasie. Abbé Pierre en Clericus Cup: twee nogal verschillende uitingen van eenzelfde ideologische organisatie. Aan u om te oordelen welk van beide het meest ‘strategisch’ is.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content