Gezocht: politieke moed

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De overheidsfinanciën grondig saneren en tegelijkertijd een structureel begrotingsevenwicht boeken is wel degelijk mogelijk. Een IMF-rapport over België leert hoe het moet. Besparen in de ambtenarij, in de sociale zekerheid en een nieuwe taxshift kunnen 6 miljard euro opbrengen tegen 2018. Maar zoiets vergt wel een nieuw regeerakkoord.

Eerst meer dan 3 miljard euro. Daarna 2,2 miljard euro. Dan plots 1 miljard euro en uiteindelijk opnieuw 2,2 miljard euro. De discussie over de precieze omvang van de budgettaire inspanning bij de begrotingscontrole draaide uit op een cijferdans. Sommige uitgaven, zoals de 700 miljoen euro voor de asielcrisis, worden buiten de begroting gehouden.

Bovendien is bij een begrotingscontrole de verleiding vaak groot om terug te grijpen naar budgettaire evergreens. Een begroting blijft een raming en – in tegenstelling tot het monitoringcomité voor de begroting – de regering kan altijd zeggen dat bepaalde inkomsten toch nog binnenkomen. Daarnaast kan het helpen de verhoging van de accijnzen op diesel vroeger in te voeren of de afrekeningen in personenbelasting later terug te betalen.

Dat soort maatregelen draagt echter niet bij tot een duurzame sanering van de overheidsfinanciën. De N-VA en Open Vld beseffen dat en vragen meer structurele hervormingen. Nu al, bij de begrotingscontrole. Indien niet, dan zeker in juli of net na de zomervakantie, bij de opmaak van de begroting 2017-2018.

De hamvraag blijft: is een structureel begrotingsevenwicht haalbaar gezien de spanningen in de coalitie? Open Vld en vooral de N-VA rekenen op extra besparingen, CD&V wil op zoek gaan naar nieuwe inkomsten, de MR situeert zich er ergens tussenin. De essentie blijft dat de regering-Michel dit jaar de door Europa opgelegde structurele sanering van de overheidsfinanciën à rato van 0,6 procent van het bbp – 2,2 miljard euro – wil realiseren. Daarmee haalt België de Europese doelstellingen, wat de voorbije jaren amper het geval was (zie kader Europese besparingsdoelstellingen worden zelden gehaald).

Maar zelfs dan is het werk verre van afgerond. Met een inspanning van 2,2 miljard euro bedraagt het structurele overheidsdeficit – het tekort zonder eenmalige maatregelen en conjuncturele schokken – nog altijd 1,23 procent van het bbp of goed 5 miljard euro. Wil de regering – zoals vorig jaar gepland – het structurele saldo naar -1 procent van het bbp brengen, dan moet dit jaar nog 3,3 miljard euro gevonden worden.

Lange en korte termijn

Maar Charles Michel en zijn ministers gaan dus voor een structureel tekort van goed 5 miljard euro in 2016. Om dat tegen het einde van de legislatuur in 2018 weg te werken, is een zware inspanning nodig. Maar de regering krijgt van het Internationaal Monetair Fonds een handleiding. In zijn jongste rapport somt het IMF maatregelen op die onze overheidsfinanciën opnieuw op spoor kunnen krijgen. Bij de publicatie ervan werd het debat al snel verengd tot één opvallend punt: het voorstel om op lange termijn 13,7 miljard euro of 3,25 procent van het bbp te besparen in de sociale zekerheid. Onder andere door ervoor te zorgen dat de sociale uitgaven vooral gericht zijn op wie ze echt nodig heeft. Wat in de praktijk zou betekenen dat kinderbijslag lager is voor wie een hoger loon heeft, of dat mensen met een aardige spaarpot en veel vastgoed een lager wettelijk pensioen ontvangen. Dat staat weliswaar niet letterlijk in het IMF-rapport, maar de voorstellen komen er voor critici wel op neer.

Opmerkelijk genoeg was er weinig aandacht voor de ideeën die de komende jaren kunnen bijdragen tot een structurele sanering van de overheidsfinanciën. Om die maatregelen door te voeren moet de regering wel een paar versnellingen hoger schakelen, en eigenlijk ook haar regeerakkoord herschrijven.

In zijn rapport geeft het IMF eerst goede punten aan België. Door de indexsprong, de taxshift en een nieuwe pensioenhervorming heeft de regering stappen gedaan om de overheidsfinanciën duurzaam te saneren. Dat schrijft trouwens ook de Nationale Bank: het overheidsbeslag neemt af. De overheidsuitgaven zijn gedaald, maar de inkomsten nemen ook af (zie grafiek Het overheidsbeslag neemt af) waardoor het begrotingstekort amper of niet daalt. Het IMF pleit er daarom voor de overheidsuitgaven te laten dalen, want die zijn nog altijd hoog (zie grafiek Belgische overheidsuitgaven blijven hoog). Gezien de hoge staatsschuld (106% van het bbp) en de oplopende vergrijzingskosten is zo’n maatregel een noodzaak.

Het IMF pleit voor een combinatie van maatregelen die tegen 2018 voor een begrotingssanering van 1,5 procent van het bbp kunnen zorgen. Dat komt overeen met meer dan 6 miljard euro. Daarmee zou het structurele tekort volledig zijn weggewerkt. 4,5 miljard euro kan worden gevonden aan de uitgavenzijde, 1,5 miljard euro door een nieuwe taxshift. Een overzicht van de IMF-voorstellen verduidelijkt dat.

Uitgaven

Besparen in het ambtenarenapparaat: 0,3 procent bbp of 1,25 miljard euro

De loonmassa van alle ambtenaren in België bedraagt 52 miljard euro, of 12,7 procent van het bbp. In vergelijking met andere landen is dat relatief hoog. Het IMF pleit voor een verdere afbouw van het ambtenarenapparaat. En dat op alle niveaus, want het aantal ambtenaren is vooral in de deelstaten en bij de lokale besturen sterk toegenomen. Entiteit II, zoals de deelstaten en lokale besturen heten, moet dus haar duit in het zakje doen.

Subsidies verlagen: 0,5 procent bbp of 2 miljard euro

Het IMF vindt dat de regering moet snoeien in de subsidies. Die zijn in België 2 procent hoger dan het Europese gemiddelde en dan in de buurlanden. Dat wordt geen gemakkelijke opdracht, want bijvoorbeeld de loonsubsidies en de subsidies voor de dienstenscheques hebben de werkgelegenheid een boost gegeven. Volgens het jongste jaarverslag van de RVA bedragen de jaarlijkse subsidies voor dienstencheques 1,6 miljard euro en zorgen ze voor 115.000 extra jobs.

Maar er zijn natuurlijk ook andere subsidies. Denk aan de 3 miljard euro die naar de NMBS vloeit, al schroeft de federale regering die al terug.

Besparen in de sociale zekerheid: 0,3 procent bbp of 1,25 miljard euro

Volgens het IMF valt er nog heel wat te besparen in de sociale zekerheid. En de voorstellen zijn veel genuanceerder dan bijvoorbeeld snijden in de kinderbijslagen. Het IMF stelt gewoon vast dat het herverdelende effect van de sociale uitkeringen efficiënter kan. Het geld gaat met andere woorden te veel naar mensen die het niet nodig hebben.

De regering kan bijvoorbeeld werk maken van een versnelde uitdoving van het brugpensioen. Het aantal bruggepensioneerden daalt weliswaar al jaren. In 2010 waren ze nog met meer dan 120.000, nu zijn het er 101.800. Probleem blijft wel dat slechts 5686 bruggepensioneerden beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt. Brugpensioen of SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) kostte de overheid vorig jaar 1,476 miljard euro; al is dat toch al 130 miljoen minder sinds 2013.

Het IMF wil ook dat de werkloosheidsuitkeringen sneller dalen. Voorts waarschuwt de instelling voor communicerende vaten in de stelsels van inactiviteit. Omdat het brugpensioen of SWT moeilijker toegankelijk is, neemt het aantal arbeidsongeschikten toe. De uitkeringen aan arbeidsongeschikten nemen snel toe, leert het jaarverslag van de Nationale Bank. In reële termen (bovenop inflatie) stegen ze in 2014 met bijna 6 procent en in 2015 met 4,5 procent. Dat is hoger dan het langetermijngemiddelde van 4 procent. Het IMF vindt dat arbeidsongeschikten sneller opnieuw op de arbeidsmarkt moeten komen.

Inkomsten

Nieuwe taxshift: 0,4 procent bbp of 1,5 miljard euro

De belastingverschuivingen van de regering bij haar aantreden en vorige zomer krijgen goede punten van het IMF, maar er is meer nodig. De lasten op arbeid mogen gerust nog meer dalen, vooral voor de laagste lonen. Ter compensatie én als onderdeel van een begrotingssanering kan de regering de milieubelastingen verhogen. Die bedragen in België 4 procent van het bbp, wat in Europees perspectief laag is (zie grafiek Milieubelastingen kunnen omhoog). Daarnaast wordt gepleit voor een ‘efficiëntere btw’. Wat dat inhoudt zegt het IMF niet, maar er wordt gedacht aan een bijsturing van allerlei uitzonderingsregimes. De btw-ontvangsten bedragen slechts 50 procent van wat België zou kunnen innen mocht het standaardtarief van 21 procent op alle consumptie van toepassing zijn.

Tijdens het conclaaf voor de begrotingscontrole deed even het gerucht over een btw-hervorming de ronde. Het hoogste tarief zou worden opgetrokken tot 22 procent en het laagste verminderd van 6 naar 5,5 procent. Maar voor zo’n maatregel lijkt het te vroeg. Ook het IMF pleit ervoor eerst andere fiscale taboes aan te pakken, zoals het gunstige belastingregime voor bedrijfswagens.

Voorts valt in de vastgoedfiscaliteit nog geld te rapen. Het IMF pleit niet voor nieuwe vermogens(winst)belastingen, wel in een interne shift in de woonfiscaliteit. De transactiebelastingen (registratierechten, successierechten) moeten recurrente belastingen worden. Als men het vermogen belast, gebeurt dat het beste op een recurrente en voorspelbare manier. Inkomsten uit transactiebelastingen bedragen nu 2,5 procent van het bbp, die uit recurrente belastingen amper 1,3 procent (zie grafiek Belasting op vastgoed hoog maar inefficiënt).

Straks nog eens 10 miljard euro

Heeft de regeringsploeg de moed verschillende van deze maatregelen door te voeren? Een nieuwe taxshift en extra besparingen in de sociale zekerheid betekent dat er heel wat politieke en sociale taboes moeten sneuvelen. En zelfs mocht dat gebeuren, is het werk niet af in 2018. Een structureel begrotingsevenwicht moet zeker tot 2025 gehandhaafd blijven. Daarnaast moeten er primaire overschotten worden geboekt. Dat zijn de ontvangsten min de uitgaven zonder de rentelasten. Die bedragen nu 0,1 procent van het bbp maar zouden tegen het einde van het decennium – en dus aan het begin van de volgende legislatuur – moeten stijgen naar 2,4 procent van het bbp.

Na 2025 is een structureel tekort van 0,5 procent van het bbp mogelijk. De vergrijzingskosten zullen immers invreten op de overheidsfinanciën. Het primaire saldo zal dan dalen tot 1 procent van het bbp in 2040 en 0,5 procent in 2060. Maar eerst moet er dus een primair overschot komen van 10 miljard euro… Voor de huidige en zelfs de volgende regering lijkt dat politieke sciencefiction.

Alain Mouton

Het IMF pleit voor een combinatie van maatregelen die tegen 2018 voor een begrotingssanering van 1,5 procent van het bbp kunnen zorgen. Dat komt overeen met meer dan 6 miljard euro.

Wil de regering het structurele saldo naar -1 procent van het bbp brengen, dan moet dit jaar nog 3,3 miljard euro gevonden worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content