Gepensioneerden: werken ze voor de kost of een plek in de hemel?

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Steeds meer gepensioneerden draaien nog volop mee in het arbeidscircuit. Ze geven hun expertise door in adviesbureaus en leslokalen. Zijn het verstokte altruïsten of behoeftige bejaarden? Trends ging er een paar opzoeken en maakte de rekening.

Hij heeft de vitaliteit van een veertiger, maar telt het dubbele aantal jaren. Karel Seghers (81) weet van geen ophouden. “Momenteel exporteer ik ziekenhuisexpertise naar Oost-Europese landen. Ik verblijf bijvoorbeeld geregeld in Roemenië.”

Karel Seghers – broer van Hendrik Seghers van wijlen Seghers Better Technology – heeft een curriculum vitae om u tegen te zeggen. Als doctor in de geneeskunde was hij aanvankelijk assistent aan de Universiteit van Groningen, daarna werkte hij in Zaïre en vervolgens bouwde hij het Imelda-ziekenhuis in Bonheiden uit. Seghers: “In Bonheiden lag een sanatorium dat moest worden omgebouwd tot een ziekenhuis. Ik ben blij met wat we daar gerealiseerd hebben. Vandaag is het Imelda-ziekenhuis een zeer goed draaiende instelling met meer dan honderd stafleden.”

Seghers had dus alle reden om op zijn lauweren te rusten toen hij in 1987 met pensioen ging. “Eigenlijk was dat een probleem. Ik heb heel mijn leven vrij hard moeten werken, ik kon niet stilzitten. Ik werd dan ook aangesproken om mijn kennis en ervaring ten dienste te stellen van ziekenhuizen. Met een aantal mensen hebben we dan een consultancy opgericht: GSA, voluit Gezondheidszorg Studie en Advies.”

Als consultant in de gezondheidszorg optreden, was niet makkelijk, want in Vlaanderen is die branche volledig in handen van een aantal grote bedrijven. Seghers besloot dan maar buitenlandse markten aan te boren. Via een aantal contacten wierp hij zich op Oost-Europa. Dat gebeurde vooral via de Stichting Vlaamse Milieu- en Gezondheidstechnologie. Seghers: “Ik begon advies te verlenen over de manier waarop ziekenhuizen in die landen moeten omgaan met medisch afval. We hebben geleerd hoe ze medisch afval moeten afbakenen, hoe ze het moeten opsplitsen in recupereerbare en niet-recupereerbare onderdelen.”

Eigenlijk loopt de carrière van Seghers parallel met die van zijn hele familie. “Ik kom uit een ondernemersfamilie en ze hadden veel liever gehad dat ik niet voor arts had gestudeerd. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik ben dus actief als een soort bedrijfsleider. Soms vragen mensen mij: waarom werk je nog? Het antwoord is simpel: ik werk graag en heb heel mijn leven graag gewerkt.”

Seghers handelt ook uit een soort van aangedreven plichtsbesef. Dat heeft hij bij de jezuïeten geleerd, zegt hij. “En ik heb nog niet alles kunnen doen wat ik wil bereiken. Ik wil die ziekenhuizen in Oost-Europa nog lang blijven bijstaan met mijn expertise.”

Niet zomaar bijverdienen

Is Seghers een uitzondering? Zeker niet. Er zijn tal van gepensioneerden die zich op consultancy geworpen hebben. Niet in een voltijdse baan, wel als een soort van freelance adviseur. “Ik heb er geen cijfers over, maar er zijn meer en meer senioren die tegen bezoldiging consultancyopdrachten uitvoeren,” zegt Mie Moerenhout van het OOK, het Ouderen Overleg Komitee, dat ouderen- en seniorenverenigingen groepeert.

“We kunnen hier zelfs spreken van een gat in de markt. Er duiken steeds meer organisaties op van senioren die niet kunnen stilzitten.” De Belgian Senior Consultants bijvoorbeeld vormen een verzameling van 450 ouderen die hun advies tegen een zeer lage prijs of zelfs gratis verstrekken. Een vergelijkbaar initiatief is Senior Consultants Vlaanderen ( SCV). Een halve dag consulting kost 75 euro, onkosten inbegrepen.

Meer en meer verlenen senioren ook advies via een stichting, zoals de Stichting Vlaamse Milieu- en Gezondheidstechnologie. “Ik verdien er niets aan, integendeel,” zegt Karel Seghers. In de categorie van actieve gepensioneerden die consultants worden, vind je niet direct mensen die niet kunnen rondkomen. Het zijn gewoon zestig- of 65-plussers die het werken niet kunnen laten.

Een extra inkomen nemen ze er graag bij, maar ze vergeten vaak dat ze vandaag niet zomaar kunnen bijverdienen. De regel is zeer eenvoudig: het beroepsinkomen moet voor gepensioneerden tot een absoluut minimum worden beperkt. Het gaat dan om wedden, bezoldigingen van bedrijfsleiders, bedrijfswinsten en ook inkomsten uit een activiteit als zelfstandige. Wie die regels niet naleeft, dreigt zijn recht op pensioen te verliezen.

Het blijft wel mogelijk om winsten te incasseren uit een activiteit die een gepensioneerde vroeger heeft uitgeoefend. Als een zelfstandige bijvoorbeeld nog recht heeft op commissies uit vroegere contracten, is er geen enkel probleem. Idem met inkomsten uit kapitaal, uit roerende en onroerende goederen.

Maar laten we even kijken naar een situatie waarbij een gepensioneerde toch werkt. Afhankelijk van het brutoloon wordt de pensioenuitgave verminderd. Als een bepaalde grens wordt overschreden, kan hij zelfs zijn volledige pensioen verliezen. Die limieten liggen hoger voor wie jonger is dan 65. Voor een bruggepensioneerde is bijverdienen extra moeilijk. Die regeling zal gelukkig worden versoepeld. In het regeerakkoord van de regering- Verhofstadt staat dat de beperking op bijverdienen voor senioren wordt opgeheven. Een belangrijke maatregel, want die bijverdieners vertegenwoordigen geen kleine groep. Mie Moerenhout: “Het gaat niet alleen om gewezen topkaderleden. Steeds meer werknemers zoals boekhouders gaan doceren na hun pensioen.”

Bejaarde altruïsten

Moerenhout benadrukt dat we die consultancyopdrachten niet mogen overschatten. Ze verwijst daarvoor naar een recent onderzoek van het Centrum voor Bevolkings- en Gezinstudies ( CBGS). Moerenhout: “De mensen geven nog altijd de voorkeur aan vrijwilligerswerk op alle niveaus. Die bezoldigde opdrachten zouden slechts 10 % van hun activiteiten uitmaken. En wellicht ligt het nog lager. Je hebt allerlei vormen van vrijwilligerswerk die niet geregistreerd zijn. Ik heb het dan niet over gepensioneerden die in een wereldwinkel meewerken of een cursus Spaans geven in een dienstencentrum. Er is de inzet in lokale afdelingen van allerlei verenigingen, waarover geen officiële cijfers bestaan. Maar indien mogelijk vragen ze wel een vergoeding.”

Uit onderzoek, eveneens van het CBGS, blijkt dat mensen zich niet oud voelen wanneer ze 65 zijn. Ze voelen zich fysiek beter en hebben genoeg middelen om rond te komen. Terwijl twintig jaar geleden slechts 33 % van de gepensioneerde koppels bestaanszekerheid had, is dat nu gestegen tot 44 %. Meer nog, vier vijfde van de 65-plussers is eigenaar van een eigen huis. En ze voelen zich pas oud wanneer ze hulpbehoevend beginnen te worden.

Niet uitgeblust, maar toch blij met het pensioen en meer dan ooit actief: dat is ook Sis Sysmans. Hij is het schoolvoorbeeld van iemand die zijn dagen vult met vrijwilligerswerk. We ontmoeten Sysmans (62) in een Japans restaurant in het Antwerpse. Een duidelijke verwijzing naar zijn verleden. Sysmans, voormalig directeur van Agoria Antwerpen-Limburg, trok begin jaren tachtig geregeld naar Japan. Wie wou weten hoe je bedrijfsprocessen optimaal laat verlopen, moest daarvoor naar het oosten trekken.

“Manieren zoeken om de productiviteit te bevorderen: het liep als een rode draad door mijn carrière. Ik ben er al sinds de jaren zestig mee bezig en ik gebruik die expertise nog altijd.” Sysmans is nu voorzitter van De Wolkammerij, een bedrijvencentrum in Hoboken.

Op de bres voor cultuur

Sysmans is sinds 1999 met pensioen maar nog altijd zeer actief. “Ik ben niet zo iemand die de stap naar een minder actief leven niet kan maken. Ik wil de expertise die ik de voorbije jaren heb opgedaan doorgeven.”

Als ingenieur was Sysmans betrokken bij een Antwerps centrum voor productiviteitsbevordering, waar bedrijfscursussen werden gegeven. Na een zestal jaren, we spreken dan 1966-1967, koos hij voor een niche: kwaliteitszorg. Hij lag aan de basis van het eerste Antwerpse Centrum voor Kwaliteitszorg ( CKZ). “Je kan mij gerust een missionaris noemen,” lacht hij.

Het grootste deel van zijn carrière bracht Sysmans echter bij de werkgeversfederatie Fabrimetal door, het huidige Agoria. Hij was er eerst consultant die aan de leden raad gaf in verband met organisatietechnieken. Sysmans schopte het tot adjunct-directeur. “Dat was een totaal andere functie dan ik gewend was. Ik moest onderhandelen met de vakbonden.” Zo kwam Sysmans in het hart van het Belgische overlegmodel terecht. Hij was betrokken bij de CAO’s die in de metaalsector werden afgesloten. Die gelden altijd als referentie voor de akkoorden die in andere sectoren worden afgesloten.

Sysmans: “Als verantwoordelijke voor Antwerpen en Limburg stond ik zeer dicht bij grote bedrijven als Ford Genk, Alcatel en Philips. Ik heb altijd een goede relatie gehad met de vakbonden, maar het onderhandelen viel soms zwaar. Ik kon het niet volhouden tot mijn 65 jaar. Toen ik vier jaar geleden stopte, ben ik dus niet in een zwart gat gevallen.”

Sysmans heeft zich intussen volledig op het vrijwilligerwerk gestort. Via De Wolkammerij kan hij een groot deel van zijn professionele vaardigheden verder gebruiken. In het bedrijvencentrum worden startende bedrijven geholpen in hun zoektocht naar subsidies en investeringen. Als ze laaggeschoolden tewerkstellen, krijgen ze een loonkostensubsidie. De Wolkammerij wil arbeidsplaatsen creëren voor mensen die niet meer aan de bak komen in het gewone circuit.

“Het is natuurlijk geen voltijdse job,” zegt Sysmans. “Ik ben als voorzitter aanwezig, soms drie dagen per week, soms niet. Het gebeurt dat ik tijdens een directiewissel een week lang aanwezig ben. Maar de jeugd heeft hier duidelijk de overhand.” Sysmans is ook lid van een vereniging die zich bezighoudt met de aankoop van kunstwerken voor het Anwerpse Middelheim-museum. Hij zetelt ook in het directiecomité van de Stichting Conservatorium Antwerpen.

Groepsverzekering of bedrijfswagen?

De verhalen van mensen als Sysmans en Seghers wekken de indruk dat ouderen zich geen vragen stellen over hun huidige financiële situatie. Dat is echter een vergissing. Kaderleden hebben inderdaad een niet onbelangrijk bedrag kunnen opzijschuiven dankzij bijvoorbeeld groepsverzekeringen en pensioenfondsen. Dat bleek overigens ook uit onze enquête die we vorige week publiceerden (zie Trends, 30 oktober 2003, blz. 88).

Niettemin heb je in de categorie van zestigplussers een steeds grotere groep die actief met geldzaken bezig is. Die mensen beschikken weliswaar over een grotere financiële ruimte, maar weten ook dat de zaken anders hadden kunnen lopen. Sis Sysmans: “Ik heb altijd gewerkt in ondernemingen die een groepsverzekering aanboden. Pensioensparen kwam er later bij en toen de kinderen studeerden hadden we een bijkomende verzekering voor overlijden.”

Sysmans heeft de indruk dat de huidige kaderleden minder vragen om een groepsverzekering en eerder kijken naar een bedrijfswagen. “Maar zonder die groepsverzekering had ik nu op een totaal andere manier moeten leven.”

Alain Mouton

Er zijn tal van gepensioneerden die zich op consultancy geworpen hebben.Een halve dag consulting van Senior Consultants Vlaanderen kost 75 euro, onkosten inbegrepen.Als een gepensioneerde te veel verdient, kan hij zijn volledige pensioen verliezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content