Einde van de berenmarkt

Industrial & Commercial Bank of China (ICBC) werd opgericht op 1 januari 1984 als staatsbank. Ze kreeg een minimale privatisering in 2005 en een beursnotering in 2006. Eind september van dit jaar was nog steeds meer dan 70 % van de aandelen in overheidshanden (35 % bij het ministerie van Financiën en 35 % bij de overheidsholding Central Huijin Investment). ICBC groeide uit tot de grootste bank van China en volgens de meeste criteria de grootste bank ter wereld. Ook The Banker plaatste ICBC voor boekjaar 2013 als ‘s werelds nummer één. Met zelfs, ondanks de erg lage waardering, een beurskapitalisatie van omgerekend 220 miljard USD. Bovendien is ICBC op alle zes continenten aanwezig met een netwerk in intussen meer dan 40 landen.

Het is een vrij traditionele bank, actief in zakenbankieren (4,73 miljoen bedrijfsklanten eind 2013) en persoonlijk bankieren (liefst 432 miljoen klanten). Op de ontwikkeling van de resultaten de afgelopen vijf jaar valt helemaal niks af te dingen. Er is sprake van een gestage toename van de totale activa en de winst, waarbij wel moet worden aangegeven dat de toename in procenten is afgenomen. Als we als voorbeeld de winst per aandeel nemen, dan zijn we tussen 2009 en 2013 geëvolueerd van 0,38 CNY (yuan) per aandeel naar 0,75 CNY per aandeel of quasi een verdubbeling.

Op basis van de cijfers voor de eerste negen maanden van dit jaar mag ook voor boekjaar 2014 een verdere winststijging worden verwacht. Wellicht in de buurt van 0,80 CNY, want na negen maanden is er een stijging van 0,59 naar 0,63 CNY per aandeel (+7 %) en de analisten die het aandeel opvolgen, mikken ook voor de eerstvolgende jaren op een verdere winststijging, zij het in een matig tempo zoals de jongste twee jaren. Het dividend heeft hetzelfde parcours als de winst afgelegd het voorbije lustrum. Voor het boekjaar 2008 werd in juni 2009 0,165 CNY per aandeel uitgekeerd. Voor boekjaar 2013 evolueerde dat naar 0,262 CNY per aandeel en voor boekjaar 2014 wordt 0,28 CNY verwacht.

Ook de typische bankratio’s zijn flink wat beter dan we gewend zijn te zien bij de westerse grootbanken. Bijvoorbeeld een rendement op gewogen eigen vermogen van 21,9 % en een kosten-inkomstenratio van 28,8 % zijn uitzonderlijk gunstig. Ook de ratio van slechte kredieten is een toonbeeld van stabiliteit. Dat ondanks de aanhoudende groei van inkomsten, winsten en dividenden de koers circa 35 % lager staat dan in 2009 heeft dus alles te maken met de slechte prestatie van de lokale Chinese beurzen (ICBC is het grootste gewicht met 5,2 % in de Shanghai Composite-index), de vele verhalen over een krediet- en vastgoedbubbel, toenemende slechte kredieten, dalende interestmarges.

In de boekhouding van ICBC is van al die heisa weinig terug te vinden. De onwaarschijnlijke combinatie van een winstverdubbeling met een 35 % lagere beurskoers maakt dat ICBC kan worden gekocht tegen minder dan 5 keer de verwachte winst, 0,9 keer de boekwaarde en een verwacht brutodividendrendement van 7,5 %. Lagere interestinkomsten door de renteverlaging kunnen op termijn gecompenseerd worden door een betere economische activiteit en minder slechte kredieten.

Conclusie

Het is en blijft China, maar we kennen geen andere bekende bank ter wereld met zulke winstmarges, die werkt in een omgeving van 7 % economische groei en zo spotgoedkoop gewaardeerd wordt. Dat zou dan toch een einde-berenmarktwaardering moeten zijn. Vandaar de aankooplimiet voor een eerste positie met verdere aanvulling later. Wat onderstreept dat we hier de lange termijn viseren.

Advies: koopwaardig

Risico: gemiddeld

Rating: 1B

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content