Eigenlijk kan het nog veel slechter

Het wordt een somber jaar voor de Amerikaanse economie. Een jaar waarin trieste voorspellingen van diepe deflatie, veeleer van depressie dan van recessie, gemeengoed zullen worden. Maar eigenlijk komt de VS er nog goed af.

Eigenlijk zal het er allemaal minder afschuwelijk uitzien dan de retoriek doet vermoeden. De economie zal niet echt verglijden naar een diepe recessie. In de loop van 2003 zal het Amerikaanse bruto binnenlands product (BBP) aangroeien, zij het tegen een ondermaats ritme. Maar vergeleken bij wat de Amerikanen gewoon zijn, en vergeleken bij wat de rest van de wereld verwacht van een land dat lang de motor van de wereldwijde groei is geweest, zal 2003 wel aanvoelen als één langgerekt spervuur van slecht nieuws.

Het jaar zal al slecht beginnen met een vrijwel stilgevallen groei van het BBP. Na een erg teleurstellende koopperiode rond de feestdagen, zal al snel duidelijk worden dat het schijnbaar eindeloze vermogen van de Amerikanen om de portemonnee open te trekken afgenomen is. Dalende aandelenkoersen, angst voor werkloosheid en hoge schulden zullen uiteindelijk zelfs de hardnekkigste shoppers tot sparen aanzetten.

En dat blijft natuurlijk niet zonder gevolgen. Het besef dat de Amerikaanse consument eindelijk terughoudender wordt, zal de noodlijdende aandelenmarkt nog zwaarmoediger maken. Rooskleuriger winstvoorspellingen voor 2003 zullen al snel onrealistisch lijken. En dan zijn er nog de hogere olieprijzen en de zenuwachtigheid over een nakende oorlog met Irak, die de nervositeit nog aanwakkeren en de koersen nog verder de dieperik injagen. De Dow Jones zal zich in de loop van 2003 ergens ophouden tussen de 7000 en de 8000 punten, het niveau waarop de index in 1997 stond.

Ook op de leningsmarkten zal de stress toenemen. In het begin van het jaar verzeilt Brazilië wellicht in een regelrechte schuldencrisis, en er zal ook grotere zenuwachtigheid ontstaan rond Amerikaanse ondernemingen die kreunen onder de schulden. Op zoek naar zekerheid zullen de beleggers hun geld makkelijker in staatsobligaties stoppen, en zo de rendementen naar ongekend lage niveaus drukken.

Verbruik blijft groeien

De schrik voor een deflatie zit er bij de Amerikanen goed in, en dat wordt er in 2003 niet beter op. Nochtans zal die deflatie dit jaar niet echt toeslaan, maar het wordt wél kantje boord. In 2002 kende de VS de laagste inflatie in veertig jaar, afgemeten aan de BBP-deflator, de beste economieomspannende maatstaf voor de prijzen. In 2003 zal die maatstaf bijna op nul terugvallen. Delen van de economie, vooral de prijzen voor goederen, kennen nu al een regelrechte deflatie. De prijzen voor diensten als gezondheidszorg en reizen zullen daarentegen stijgen, zij het veel minder snel dan tijdens voorgaande conjunctuurcycli.

Omdat de prijsdalingen geconcentreerd zitten bij de goederen, zal de pijnlijke deflatie het Amerikaanse bedrijfsleven harder treffen dan de consument. Vooral bedrijven die een hoge schuldenlast torsen, komen in de problemen naarmate de inkomsten stokken en de reële kostprijs van hun schuldenlast stijgt.

Pessimisten zullen in 2003 ongetwijfeld waarschuwen voor een ‘deflatoire apocalyps’ door een instorting van de woningprijzen. Zover komt het vast niet. De Amerikaanse woningmarkt zal vertragen, maar over het algemeen zullen de prijzen goed standhouden. De eigenaars hoeven zich niet meteen zorgen te maken: door de almaar dalende intrestvoeten zullen ze hun hypotheek kunnen herfinancieren.

Omdat de Amerikaanse ondernemingen nog altijd de investeringsoverschotten uit de boom van de late jaren negentig aan het wegwerken zijn, en de Amerikaanse consumenten eindelijk meer beginnen te sparen, bestaat er een aanzienlijk risico van een scherpe daling van de vraag en bijgevolg ook een diepe recessie. Er zijn echter twee belangrijke redenen om aan te nemen dat zoiets vermeden kan worden: productiviteit en beleid. Ondanks al de somberheid is de Amerikaanse productiviteitsaanwas opmerkelijk veerkrachtig gebleken tijdens deze baisse. De productiviteitsgroei – en dus ook de langetermijntrend van de Amerikaanse groeivoet – is niet zo sterk toegenomen als de optimisten aan het einde van de jaren negentig hadden gehoopt, maar de ondernemingen hebben tijdens de hele periode van economische vertraging toch hun efficiëntie kunnen verhogen.

De werknemers profiteerden het meest van die stijgende productiviteit. In tegenstelling tot andere recessies, is het totaal beschikbare inkomen sterk blijven toenemen. En zolang dat gebeurt, kunnen we ons moeilijk voorstellen dat het verbruik zou instorten. Een veel waarschijnlijker scenario is dan: bescheiden groei van het verbruik en bescheiden economische groei.

Nog meer intrestdalingen

De andere reden voor optimisme is dat de Amerikaanse bewindslui – in tegenstelling tot de Japanse en mogelijk ook de Europese – niet zullen dulden dat de economie een totale inzinking beleeft. De Amerikaanse centrale bankiers hebben lessen getrokken uit de Japanse ervaring, en zullen de intresten naar omlaag halen. Agressief, als het moet. De rente op federale fondsen zou in 2003 wel eens kunnen dalen naar 1%.

Ook de begrotingspolitiek zal een rol spelen. Zo krijgen we waarschijnlijk een nieuwe ronde van belastingverlagingen. Die zullen dan draaien rond een aantal Republikeinse prioriteiten (zoals een belastingverlaging op dividenden), maar er zullen ook wat kruimels naar de Democraten geworpen worden (zoals een uitbreiding van de werkloosheidsverzekering voor mensen wier uitkeringen ten einde lopen). Voeg daar nog de opgevoerde militaire uitgaven aan toe, en Amerika’s begrotingstekort zou in 2003 wel eens kunnen oplopen tot meer dan 3% van het BBP.

Kortom, ondanks alles zal de VS het toch beter doen dan Japan en een groot deel van het Europese continent. Bijgevolg zal de dollar sterk blijven en zal het tekort op de betalingsbalans verder uitdijen tot dicht bij de 5% van het BBP. Ooit zal de dollar wel moeten terugkrabbelen, maar dat zal niet in 2003 zijn. Want in de intrieste wereldwijde economie zal zelfs een ondermaatse prestatie van Amerika nog in het oog springen.

Zanny Minton-Beddoes [{ssquf}]

De auteur is correspondent in Washington voor The Economist.

(2003)

Doordat de Amerikanen niet veel gewoon zijn, zal 2003 aanvoelen als één langgerekt spervuur van slecht nieuws.

(2003)

De Dow Jones zal zich in de loop van 2003 ergens ophouden tussen de 7000 en de 8000 punten, het niveau waarop de index in 1997 stond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content