‘Een taxshift van meer dan 7 miljard euro had ik nog nooit gezien’

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Met de lastenverlagingen die in de taxshift zijn opgenomen, daalt de historische Belgische loonkostenhandicap tot 10 procent, stelt de VBO-topman Pieter Timmermans vast. Hij sluit een verdere daling niet uit. Toch blijft Timmermans voorzichtig.

Deze taxshift versterkt het economische draagvlak. In negen maanden een taxshift van meer dan 7 miljard euro realiseren, dat had ik nog niet gezien. Dat zijn ingrijpende maatregelen.” Pieter Timmermans spreekt uit ervaring. Hij staat al jaren op de eerste rij bij het uittekenen van het Belgische sociaaleconomische beleid. In de jaren negentig als adviseur bij de toenmalige minister van Begroting Herman Van Rompuy, sinds 1998 bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Eerst was hij daar directeur-generaal en sinds goed drie jaar gedelegeerd bestuurder. Hij is dus goed geplaatst om beleidskeuzes van de huidige en vroegere regeringen met elkaar te vergelijken.

Er zijn de voorbije twintig jaar drie grote operaties geweest om de economie zuurstof te geven. In de jaren negentig was er het Globaal Plan onder Jean-Luc Dehaene met lastenverlagingen, een loonstop en de invoering van de gezondheidsindex om de concurrentiekracht van de bedrijven te bevorderen. Toen Guy Verhofstadt in 1999 premier van de eerste paarse regering werd, heeft hij de lastenverlagingen die Dehaene had gepland sneller doorgevoerd. Tegelijk werd de vennootschapsbelasting verlaagd van 42 naar 33 procent. Met deze taxshift kiest de federale regering er nu voor de sociale bijdragen van 33 naar 25 procent te verlagen, naast de al aangekondigde lastenverlagingen en de indexsprong.”

Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven bedraagt de Belgische loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden 2,9 procent sinds 1996. Werkt de regering-Michel die met de lastenverlagingen weg?

PIETER TIMMERMANS. “Ja. Met wat al voor de recente maatregelen was beslist, denken we dat de historische loonkostenhandicap, dus ook die opgebouwd voor 1996, zou dalen van 16 naar 12 procent. Met de verlaging van de sociale bijdragen van 33 tot 25 procent en de andere competitiviteitsmaatregelen zal de Belgische loonkostenhandicap wellicht onder de 10 procent zakken. Als er in Duitsland nog wat royale loonakkoorden worden afgesloten en België voor loonmatiging blijft kiezen, kunnen we zelfs naar 8 procent gaan.”

In welke mate is de verlaging van de werkgeversbijdragen cruciaal voor het behoud van de maakindustrie in België? De regering maakt zich sterk dat ook de extra lastenverlagingen voor nacht- en ploegenarbeid die klassieke sectoren zullen ondersteunen.

TIMMERMANS. “Voor ons zijn nog niet alle details duidelijk. Maar de werkgeversbijdragen doen zakken naar 25 procent is een signaal dat kan tellen. Het gaat hier om lastenverlagingen van meer dan 2 miljard euro.”

Hoeveel banen zal deze lastenverlaging opbrengen? Of zal het vooral voor banenbehoud zorgen?

TIMMERMANS. “In een aantal sectoren zal dat vooral leiden tot banenbehoud. Andere bedrijven zullen dan weer aanwerven. Op basis van onze enquêtes zien we een beweging bij de Belgische bedrijven: van een aarzelende tot zelfs negatieve houding ten opzichte van tewerkstellingscreatie naar een stabiele tot positieve houding. Als we berekeningen en modellen van het Planbureau en de Nationale Bank in rekening nemen, dan zorgt dit beleid voor 30.000 tot 40.000 extra banen, boven op de al voorziene stijging van de werkgelegenheid. En dan ben ik nog voorzichtig.”

Toch zeggen de vakbonden dat er geen garanties voor banencreatie zijn.

TIMMERMANS. “Banen zomaar decreteren kan enkel in een stalinistische samenleving. Tien jaar geleden, toen het Generatiepact tot stand kwam, vroeg ik de toenmalige ACV-voorzitter Luc Cortebeeck: ‘Kun je garanderen dat mensen langer werken dankzij het tijdskrediet, omdat ze meer kunnen onthaasten?’ Hij antwoordde: ‘Ik kan het u niet garanderen, maar ik ga er wel van uit.’ Ik ga een stap verder: ik ga er niet alleen van uit, ik ben ervan overtuigd dat deze lastenverlagingen banen zullen opleveren. Maar je kunt niet zeggen dat 100 euro lastenverlaging automatisch één nieuwe baan oplevert.”

Dreigt de verbetering van de concurrentiekracht niet te worden tenietgedaan door de loondruk bij de volgende interprofessionele onderhandelingen? De vakbonden zullen zeggen dat het na de lastenverlagingen tijd is om koopkrachtstijgingen aan de werknemers toe te kennen. Wie houdt zo’n loondrift tegen?

TIMMERMANS. “Dat gevaar bestaat. Maar dan hebben we het niet meer over banencreatie, maar over banendestructie. En wat is er socialer dan jongeren zonder werk aan een baan te helpen? Wil men vooral meer geld geven aan wie al een baan heeft? Een deel van het geld wordt toch opgespaard.”

Bestaat het risico dat extra lasten zoals de hogere btw op elektriciteit en de vettaks in de index worden doorgerekend, of op zijn minst de geplande indexsprong uithollen? Dat kan de concurrentiekracht opnieuw verzwakken.

TIMMERMANS. “De impact van die maatregelen moet goed worden bekeken. In het verleden heeft men zulke operaties altijd geneutraliseerd in de index. Ik wacht af.”

Wat vindt u van de koopkrachtmaatregelen? Zeker lage en middeninkomens zouden op 100 euro extra per maand kunnen rekenen. Voor het VBO was dat niet de absolute prioriteit.

TIMMERMANS. “Het VBO heeft nooit gezegd dat er geen koopkrachtversterking mag komen voor de insiders, zij die een baan hebben. Maar het VBO wil eerst inzetten op de outsiders. We moeten ervoor zorgen dat werklozen makkelijker aan een baan geraken. Dat is pas koopkrachtcreatie. Studies tonen aan dat het beter is eerst in te zetten op de versterking van de concurrentiekracht. Dat creëert vier keer meer banen en twee keer meer groei dan als je eerst de koopkracht versterkt.”

Kan een werkgeversorganisatie als het VBO leven met de speculatiebelasting?

TIMMERMANS. “Wij hebben de speculatiebelasting zelf op tafel gelegd. Dat was geen gemakkelijk debat in het VBO-directiecomité, waar mensen uit de meest uiteenlopende sectoren zijn vertegenwoordigd. Intern was de conclusie: als we lastenverlagingen vragen, moeten we ook bereid zijn daar iets tegenover te zetten.

Ik hoor kritiek op de speculatiebelasting. Maar in Luxemburg bestaat zo’n belasting al en het land is als financieel centrum niet ten onder gegaan. Bovendien treft het de beleggers die duurzaam in een onderneming willen investeren niet.

Alain Mouton

“De lastenverlaging creëert 30.000 tot 40.000 extra banen, boven op de al voorziene stijging van de werkgelegenheid. En dan ben ik nog voorzichtig”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content