Een sport voor atleten

Vooral in de Verenigde Staten beginnen topsporters na hun carrière te golfen. Met volle overgave.

Opvallend veel ex-basketters spelen golf: Michael Jordan is handicap 3, Penny Hardaway 2, Clyde Drexler 2.7, Larry Bird 4.1, Doc Rivers 6.7. Ray Allen, de spelverdeler van de Boston Celtics, is 4.8. Vroegere tennissterren doen het ook niet slecht: Pete Sampras haalt 0.5, Ivan Lendl 2.0 en Rod Laver 10. Rafael Nadal, die nog altijd actief is op de tenniscourt, heeft 9. En allemaal hebben ze vrienden die professioneel golf spelen. Jordan is maatjes met Tiger Woods en Nadal met Sergio Garcia.

Er zijn ook heel wat voormalige of huidige volleyballers, (American) voetballers, schaatsers, autoracers, hockeyers of boksers die golfen. Of grote namen uit andere disciplines: surfer Kelly Slater is handicap 3 en skiër bad boy Bode Miller is 7. De rode draad? Ze vinden golf allemaal “het meest geniale spelletje ter wereld…” Volgens Golf Digest is Tony Romo (+3.3!), de quarterback van de Dallas Cowboys, een van de beste Amerikaanse amateurs op de golfbaan. Maar allemaal weten ze dat ze zich als kemphaan op glad ijs begeven: de kans is immers zeer groot dat ze op de golfbaan nooit even goed zullen zijn als vroeger in hun eigen sport.

“Als basketter had ik altijd bijzonder veel aandacht voor details”, zegt Michael Jordan, die op zijn 21ste begon te golfen, nu 25 jaar geleden, toen hij zich aan de universiteit van North Carolina voorbereidde op de Olympische Spelen in Los Angeles. “Putten, dat is voor mij als een beslissende vrijworp nemen. Terwijl ik daar op die lijn stond, herhaalde ik in mijn hoofd constant die fundamentele dingen waar ik al jaren aan werkte. Op de green is het net zo: ik probeer me altijd zeer hard te concentreren. Ik laat niets aan het toeval over en dien altijd een scorekaart in. Die ene fenomenale slag interesseert me niet. Vorig jaar sloeg ik op Turnberry mijn eerste hole in one: 180 meter tegen de wind. Maar ik diende wel een kaart in van 95. Miskleun, dus. Dat is mijn manier van golfen: serieus, tegen de anderen en voor een beetje geld. Ik had het geluk dat ik op die manier tegen een paar legendarische namen uit de golfwereld kon spelen, en zo lukte ik slagen die ik onmogelijk achtte. Ik zag Seve Ballesteros ooit een bal slaan die helemaal tegen een boom lag, op een tiental meter van de hole. Hij ging op de knieën zitten, nam een ijzer helemaal langs de onderkant vast, sloeg een kleine chip en de bal rolde tot op twee meter van de hole: par. En dan was er Tiger: op een dag, op een par 5, staat hij op 240 meter van de green, op een helling. Hij neemt zijn houten 5 en slaat de bal tot naast de vlag: eagle! Maar als ik goed speel, dan kan ik hem kloppen… met de tien slagen voorsprong die hij me per ronde geeft.”

John Baete

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content