Een pilletje als ontbijt

Roeland Byl redacteur bij Trends

Boter is niet langer gewoon boter en vitamines krijgen tegenwoordig het aura van heuse wondermedicijnen. Ergens in het midden tussen farmacie en voedingsleer ligt het ongerepte land van de nutricijnen. Het gras lijkt daar zo groen, dat een striktere regelgeving zich opdringt.

N utraceuticals? Dit dure woord – synoniemen zijn ook functionele voeding en het neologisme nutricijnen – maakt onder de voedingsconcerns opgeld als strategische wissel op de toekomst. Het gaat om voedingsproducten die dankzij een toegevoegde stof een medische bijwerking hebben. Ze brengen het oeroude geloof dat de juiste voedingsgewoonten een positief effect hebben op de gezondheid naar een nieuw niveau.

De aandacht voor gezond eten bestaat al langer en de gezondheidseffecten van het dagelijks dieet waren tot op heden vooral in handen van kleinere, alternatieve bedrijfjes. De jongste tijd beginnen ook de grotere groepen zich te mengen in de business. Zo waren Unilever en het Amerikaanse Johnson & Johnson in het voorjaar van 1999 nog verwikkeld in een race tegen de tijd om als eerste hun respectieve cholesterolverlagende margarine in de Benelux te introduceren. Gil Beyen, consultant bij Arthur D. Little: “De trend is erg solide. Farma en voedingsindustrie convergeren en zelfs allianties zijn niet uitgesloten. Voor de farma opent een nieuwe markt waarvan de ontwikkelingskosten lager liggen. De voedingsproducenten zien dan weer een mogelijkheid om hun marge te vergroten.”

Eind juli

betaalde de Nederlandse voedingsgroep Numico – de beursgenoteerde groep boven Nutricia – ongeveer 97 miljard frank voor het Amerikaanse GNC. Naar eigen zeggen bezorgde deze overname het concern de controle over de Amerikaanse marktleider in de verkoop van voedingssupplementen, mineralen en vitamines. “In de VS heeft GNC ongeveer 13% van de markt in handen,” weet Garrick Colle, country manager Nutricia België. “Op slag waren we één van de leidende concerns op het vlak van nutricijnen.”

Nutricia is niet het enige voedingsconcern dat zich openlijk concentreert op die nieuwe tak van voeding met toegevoegde waarde. Het voedingsconcern Unilever besliste in september zijn productengamma te rationaliseren. Met minder merken in het gamma (zie ook blz. 92) wil het Brits-Nederlandse voedingsconcern in de toekomst meer de kaart van de nutraceuticals trekken. Door het inkrimpen van het aantal merken kan Unilever zijn budgetten gerichter investeren. Nicolas Lambert, manager voor de broodsmeerproducten van Unilever in België, verklaart de keuze voor functionele voeding: “Voedingsconcerns moeten inspelen op deze nieuwe trend. Het is een opportuniteit. De betekenis van voeding evolueerde de voorbije vijftig jaar van een hongerstiller naar een product met actieve rol in de gezondheidszorg. Uiteraard kunnen we door de toegevoegde waarde met een hogere marge werken, maar daar staat tegenover dat voor een dergelijk product de investeringen in onderzoek & ontwikkeling groter zijn. Bovendien wordt de communicatie ingewikkelder. We moeten niet alleen consumenten voorlichten, maar ook dokters, perslui en de wetenschappelijke wereld.”

De meeste voedingsproducenten en farmaceutische groepen hebben hoge verwachtingen als ze praten over het groeipotentieel voor nutraceuticals. De cijfers die de verschillende spelers geven, lopen sterk uiteen. Afhankelijk van de bron zou de markt 15 tot 250 miljard dollar wegen. De Zwitserse life science-groep Novartis – actief als farmabedrijf en voedselproducent – schat bijvoorbeeld de verkoop van nutricijnen vandaag op 10 miljard dollar. Volgens de Zwitsers verviervoudigt die de komende tien jaar tot 37 miljard dollar wereldwijd.

“Het hangt er van af hoe je het begrip definieert,” verklaart Gil Beyen de uiteenlopende cijfers. “Het is niet altijd duidelijk welke lading het begrip nutraceuticals dekt.” Ook Patrick Coppens, manager legal affairs bij Nutricia, zoekt de oorzaak in de moeilijkheid om het begrip nutraceuticals te definiëren. “Nutraceuticals is eigenlijk een vage term. Je spreekt ermee over alles en niets tegelijk. Hetzelfde geldt voor functionele voeding; alsof de voedingswaren die we vandaag kennen geen functie hebben. De nieuwe categorie producten onderscheidt zich door het gezondheidseffect dat ze claimen.”

Over het groeipotentieel

is iedere speler in de markt het wel eens. “We zien nu al een toenemende vraag,” vertelt Garrick Colle. “In Amerika bestaat de gezondheidsrage al langer. We zijn er zeker van dat Europa zal volgen omdat zelfmedicatie almaar meer aan belang wint. Misschien evolueert België langzamer dan onze buurlanden omdat de distributie van geneesmiddelen in apotheken gemonopoliseerd is.”

Colle schat dat in België de markt voor functionele voeding de komende jaren met een factor honderd zal groeien. “Het heeft er mee te maken dat heel wat mensen weigerachtiger staan tegenover het gebruik van geneesmiddelen,” weet Colle. “Medicijnen voor de behandeling van een ziekte is één manier om naar gezondheid te kijken. Vandaag wint de visie veld om zo vroeg mogelijk de ziekte te voorkomen door een aangepaste voeding en de juiste levensgewoonten.”

Een aantal factoren lijkt het succes te verzekeren. “Er is de vergrijzing van de bevolking,” vermeldt Gil Beyen. “Dat heeft hoedanook een invloed op de vraag. De sociale zekerheid dreigt onbetaalbaar te worden, als deze nieuwe middelen bepaalde dure ziektes kunnen helpen voorkomen, is de overheid zeker geïnteresseerd.”

Michel Schobbens, directeur consumentenproducten bij Nutricia ziet nog een andere evolutie: “De aandacht van de moderne mens is erg gericht op levenskwaliteit. Nu al gebruikt één op vijf Belgen voedingssupplementen. Het is trouwens veelbetekend dat Delhaize onder private label is gestart met een eigen lijn voedingssupplementen.”

Eén van de sleutelfactoren voor het succes van de nieuwe generatie producten is het consumentenvertrouwen. Een goede regelgeving lijkt daarom essentieel. Al lopen daarover de meningen uit elkaar. “In Europa is er nood aan een specifieke procedure. Nu vallen de producten in het fluïdum tussen voedsel en geneesmiddel. Hoewel in Europa de novel foods-richtlijn geldt, blijft het Europese goedkeuringsproces een mijnenveld. Ieder Europees land heeft nog een eigen regelgeving en het is niet toegestaan om medische claims te maken voor voedsel. Dat terwijl de duurzame ontwikkeling van nutraceuticals juist afhangt van een duidelijke regelgeving,” aldus Beyen.

Een procedure op de leest van de bestaande procedures voor geneesmiddelen zou voor de hand liggen. Maar nutricijnen zijn geen geneesmiddelen. Toch ligt ook de vraag om een nieuwe categorie toe te voegen aan de huidige regelgeving moeilijk. Patrick Coppens: “Het is niet altijd duidelijk welke producten daaronder vallen. Bij de goedkeuring van geneesmiddelen gebeuren een risico-evaluatie en een onderzoek naar de efficiëntie van het middel. Bij voedsel is de veiligheid al wettelijk geregeld. Over hoe het bewijzen van efficiëntie in de procedure thuishoort, bestaat discussie. Er zijn vandaag wel al vrijwillige initiatieven. Maar eigenlijk zou het zinloos zijn om het effect even grootschalig te onderbouwen als bij een farmaceutische specialiteit. Voedingsproducten zijn immers niet te patenteren en daarom veel makkelijker te kopiëren.”

Vele voedselfabrikanten verwachten veel van de mogelijkheid om de gezondheidsclaims ook op de verpakking te mogen adverteren. Voor hen is dat een mogelijkheid om zich te onderscheiden van kopie-producten. Gil Beyen nuanceert echter: “Of dat zo’n vaart zou lopen, weet ik niet. Het betekent dat de kostprijs om deze claims wetenschappelijk waar te maken, zou kunnen wegen op het groeipotentieel van de functionele voeding.”

ROELAND BYL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content