Een 21steûeeuwse recessie

Analisten rekenen op een steile heropleving van de economie tegen eind 2002. Maar hoe stevig staat Amerika dan in zijn schoenen?

Hoe het jaar 2002 zal eindigen, is minder zeker, en dat hangt niet alleen af van de economie. Meer terroristische aanslagen of een slepende oorlog die weinig effect sorteert, zouden rampzalige gevolgen kunnen hebben voor de toch al zenuwachtige ondernemingen en consumenten. Bovendien is een dramatische wereldwijde recessie niet ondenkbaar. Maar dergelijke calamiteiten daargelaten, zal de Amerikaanse economie aan het einde van 2002 terugveren. De Verenigde Staten zullen er relatief gemakkelijk van afkomen met een korte, V-vormige recessie in plaats van de lange L van een uitgesponnen vertraging in de groei die velen vreesden. Helaas zal die V op zeer wankele fundamenten steunen.

Een scherpe daling baart een even dramatisch herstel: de 2001-2002-recessie zal hierop geen uitzondering zijn. De twee andere V-vormige recessies in de periode na de Tweede Wereldoorlog (in het midden van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig) kenden een economische contractie van gemiddeld 3,2%, gevolgd door een spectaculaire groei van het bruto binnenlands product (BBP) van 7% in het eerste jaar van herstel. Dat herstel is deels te danken aan een natuurlijk, cyclisch terugveermechanisme. Consumenten beginnen de aankopen te doen die ze hadden uitgesteld toen de vooruitzichten somber waren; bedrijven beginnen hun geslonken voorraden weer aan te vullen als ze merken dat de vooruitzichten beter worden.

Massale monetaire en fiscale prikkels zullen ook een rol spelen. De Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, greep in 2001 krachtig in. De belangrijkste kortetermijnrente begon 2001 op 6,5%. Begin september was die tot 3,5% gedaald. Een maand na de terroristische aanslagen stond ze op 2,5%. Deze agressieve aanpak zal voortduren.

Fiscale versoepeling

De dramatische monetaire versoepeling zou waarschijnlijk op zichzelf al genoeg moeten zijn om de economie vlot te trekken. Maar er zijn nog andere prikkels, en die dragen het gevaar in zich mee. De Amerikaanse politici, doodsbang als ze zijn voor het spook van een economische terugval na een decennium van welvaart, zullen fiscaal de teugels laten vieren. Onmiddellijk na de aanvallen op 11 september besloot het Congres 40 miljard dollar uit te trekken als aanbetaling voor de heropbouw en voor de veiligheidsmaatregelen in New York en Washington. De geplaagde luchtvaartmaatschappijen kregen 5 miljard dollar hulp, plus 10 miljard in garanties. Een paar weken later stond alweer een stimuleringspakket van 75 miljard dollar aan belastingverlagingen en extra uitgaven (grotendeels voor de werklozen) op de agenda. Tel daar de belastingverlagingen bij die in 2002 toch al van kracht zouden worden, en de VS kan een fiscale versoepeling van 200 miljard dollar of 2% van het BBP tegemoet zien. In theorie zou dat een enorme kortetermijnoppepper moeten opleveren. En met royale defensie- en veiligheidsuitgaven in de begroting, komen er alleen maar meer stimuli in de pijplijn te zitten.

In de praktijk zal de invloed waarschijnlijk heel bescheiden zijn. Veel van de belastingverlagingen zijn door politieke in plaats van economische motieven ingegeven, en zullen dus niet goed werken als snelle oplossing. De beslissing om de verlaging van de inkomstenbelasting (die oorspronkelijk voor 2004 en 2006 was gepland) te vervroegen, zal hoofdzakelijk ten goede komen aan de rijkere Amerikanen, die het extra geld zullen wegstoppen in plaats van het in 2002 uit te geven.

Hoewel het in brede kring zal worden bejubeld als een belangrijke tegenreactie op de economische terugval, zal het beleid van begrotingsversoepeling uiteindelijk meer problemen opleveren dan dat het er oplost. Want in de loop van 2002 zal de dramatische verslechtering van Amerika’s fiscale gezondheid op de lange termijn steeds duidelijker worden. In mei 2001 raamden de cijferbijters van het congres het tienjarige begrotingsoverschot nog op 5,6 triljoen dollar (4% van het BBP). In oktober 2001 was die prognose bijgesteld tot 2,6 triljoen dollar (2% van het BBP), nadat de belastingverlaging van Bush, de vertragende economie en de hogere uitgaven hun tol hadden geëist. Die raming zal nog verder dalen. Dat verlies aan fiscale langetermijndiscipline en de resulterende hogere langetermijnrente zullen in en na 2002 de achilleshiel van de Amerikaanse economie blijven.

Zanny MintonûBeddoes

De auteur is correspondent in Washington voor The Economist.

[2002]

Calamiteiten daargelaten, zal de Amerikaanse economie aan het einde van 2002 terugveren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content