Duister Afrika

Zeg nooit zomaar reisreportage tegen de boeken van Redmond O’Hanlon. Met amper twee uitgesponnen verslagen van jungletochten schreef de Brit zich de onsterfelijkheid in. Met zijn derde, Congo, verbaast hij beslist een nog groter publiek.

In Congo leren we een andere Redmond O’Hanlon kennen dan in Naar het hart van Borneo (1984) en Tussen Orinoco en Amazone (1988). Fans van het eerste uur hoeven echter niet te wanhopen. De verrukkelijke ingrediënten zijn gebleven. Ook nu serveert de domineeszoon (die zichzelf een atheïstische protestant noemt) en voormalig Oxford-docent literatuurgeschiedenis een danteske trekking door een regenwoud, waar de ontbering en het gevaar haast van elke bladzijde spatten. Krokodillen loeren, de Gabonese adder kan je met zes druppels gif doden en muskieten kunnen al dan niet fatale virussen overbrengen. In Congo was hij nog het meest beducht voor de weegluis, een onooglijk insect dat in haar minuscule bloedzakje het aids veroorzakende HIV-virus kan meedragen.

De dreiging wordt herkenbaarder. Precies dat kan ook van het boek gezegd worden. Het is minder recht toe recht aan dan vroeger en flirt minder met het padvinderachtige van het woudlopen. Verbijsterd door de alomtegenwoordige ellende enerzijds en gebiologeerd door de Afrikaanse paradoxen anderzijds, boet O’Hanlon een flinke portie frivoliteit in en wordt hij geconfronteerd met zijn eigen emoties en existentiële angsten. Precies daarom zal hij nu ook lezers lokken die zijn vorige bestsellers niet volwassen genoeg vonden.

Gelukkig metamorfoseerde hij niet in een droogstoppel. Ook nu glimmen talloze passages van guitige ironie en sluwe parodie (op enkele klassiekers). O’Hanlon blijft brutaal geestig en zelfverzekerd erudiet. Hij hangt zijn tocht alweer op aan een zoektocht naar een mythisch dier, dit keer zowaar een dinosaurus, die voortleeft in de orale traditie van de pygmeeën.

Ook een blanke gezel, die na een tijd terugkeert en O’Hanlon met zijn lokale gids verder laat trekken, is alweer van de partij. Deze keer gaan ze evenwel niet met ruzie uiteen. Wekenlang vergezelt de Amerikaanse wetenschapper Larry Shaffer hem, een man die weet dat hij aan MS lijdt, maar nog tot grootse fysieke prestaties in staat blijkt. Meer dan ooit echter is O’Hanlon, inmiddels 49 jaar, zelf het intrigerende hoofdpersonage.

Tegelijkertijd met Congo werden pockets van de twee vorige bestsellers uitgebracht. De Singel Pockets kosten 300 fr. Congo is een Atlas-uitgave, 568 blz., 995 fr. .

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content