Druk op de pillenreus

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

De vergrijzing en de noodzaak om te besparen in de gezondheidszorg zouden Eurogenerics op rozen moeten zetten. Niets is minder waar, stelt Kempenaar Jef Hus, de algemeen directeur van de Belgische marktleider voor generische geneesmiddelen.

De kans is groot dat wanneer u een generisch geneesmiddel voorgeschreven kreeg, u pilletjes slikt van Eurogenerics, kortweg EG. De dochter van de Duitse farmamultinational Stada is de pionier én onbetwiste topper van de generische sector. En toch heeft de biochemicus Jef Hus er al meermaals mee gedreigd dat EG zijn biezen zou pakken opdat het bedrijf vlot leefbaar zou blijven. Om het risico te spreiden, heeft EG trouwens diversificatie gezocht in de voorschriftvrije geneesmiddelen, het speelterrein van Omega Pharma. Dat is een goede bekende van EG, want diens exclusieve verdeler.

Eurogenerics telt een vijftigtal werknemers in de hoofdzetel met zicht op de Brusselse Heizelpaleizen, plus 110 artsen- en specialistenbezoekers. De productie wordt uitbesteed. En die productie is niet min. EG verkoopt jaarlijks bijna 22 miljoen doosjes geneesmiddelen. Driekwart daarvan wordt gemaakt bij Sanico in Turnhout. De rest wordt ingevoerd, deels vanuit productievestigingen van Stada.

In omzet heeft Eurogenerics de helft van de Belgische markt. In aantal verkochte eenheden loopt dat aandeel zelfs op tot 62 procent. “Ik durf te zeggen dat nergens anders in de wereld een generisch bedrijf zo’n hoog marktaandeel heeft”, zegt de bijna 51-jarige Hus trots. EG is hier dan ook al ruim een kwarteeuw actief, en het duurde elf jaar voor er een tweede speler opdaagde. Het marktaandeel van EG groeit trouwens nog. Vooral de terugval van het Leuvense Docpharma, dat van 2001 tot eind 2005 beursgenoteerd was, heeft marktaandeel vrijgemaakt. Nieuwe spelers ziet Hus niet meer opduiken. “Iedereen heeft begrepen dat de posities hier ingenomen zijn.”

Hus staat acht jaar aan het hoofd van EG. Daarvoor was hij aan de slag bij het Zwitserse Sandoz. “Tien jaar geleden zei iedereen dat generische geneesmiddelen in België nooit succes zouden hebben. Het lobbywerk van Big Pharma deed lang zijn werk. Er werden verhalen de wereld ingestuurd dat de kwaliteit van generieken slecht was. Wij hebben nochtans nog nooit een klacht gehad, laat staan een product van de markt moeten halen.”

Leve de vergrijzing

De generische markt is hier wel slechts mondjesmaat gegroeid, in tegenstelling tot vele andere landen. Sommigen verwijzen daarvoor naar een KB van 2005 over het gebruik van ‘goedkope’ geneesmiddelen. Artsen werden verplicht daarvan jaarlijks minstens 27 procent voor te schrijven. ‘Goedkoop’ omvat echter ook originele medicijnen waarvan het octrooi is vervallen en de prijs drastisch werd verlaagd.

Hus schat het aandeel van goedkope geneesmiddelen in België op 38 à 39 procent. Van dat deel heeft de generische sector minder dan 40 procent. Dat betekent dat de generische sector in eenheden nog altijd maar 15 procent van de farmamarkt vertegenwoordigt, terwijl dat in vele landen een veelvoud is. “In 2002-2003 had ik voorspeld dat we tegen 2010 aan 40 procent zouden zitten. Ik was mis”, grijnst Hus, die zich elk jaar bij Stada moet verantwoorden. “Dat is telkens een boeiend verhaal. Maar goed, die kentering gaat er komen. De vergrijzing moet in onze kaart spelen. Er is maar één oplossing om het budget van de gezondheidszorg onder controle te houden, en dat is meer generieken gebruiken.” Voogdijminister Laurette Onkelinx wil het percentage ‘goedkoop’ trouwens optrekken tot 50 procent.

Hus vindt wel dat de overheid het over een andere boeg moet gooien. Artsen zouden niet verplicht maar gestimuleerd moeten worden om meer generisch of goedkoop voor te schrijven. Dat kan door hen een stuk van de besparingen toe te schuiven. “Niet in cash, maar bijvoorbeeld via een toelage voor de praktijk. Als je ze beloont, krijg je veel minder weerstand.”

Nog goedkoper

Hus dreigde in 2005 om de productie voor EG uit België weg te trekken. “De overheid vond toen al dat wij voldoende geld en marge hadden.” Vijf jaar later lijkt er niet veel veranderd te zijn. “De jongste twee maanden hebben wij heel wat discussies gehad met de overheid, omdat zij toch weer serieuze besparingen wou doorvoeren”, zegt Hus. Aan een prijsdaling van 5 tot 7 procent kon de sector niet ontsnappen. “Maar ik heb duidelijk gezegd dat als de overheid wil werken met dumpingprijzen zoals ze die in haar hoofd heeft, we ofwel moeten stoppen met bepaalde producten of de productie moeten weghalen uit België. Ik heb hen kunnen overtuigen dat ook wij zorgen voor tewerkstelling. Bij Sanico werken ongeveer 250 mensen continu voor ons.”

Nochtans argumenteert Big Pharma al jaren dat generische middelen nog veel goedkoper kunnen. “Dat hoor je dan van collega’s van de andere kant die vijftien jaar hun product tegen een veel te hoge prijs hebben verkocht”, zucht Hus. “Je moet de kleine Belgische markt niet vergelijken met bijvoorbeeld Duitsland. Het fabeltje dat onze prijzen nog heel ver kunnen zakken, is voorbijgestreefd. Alleen als wij morgen van een bepaald product duizend doosjes verkopen in plaats van honderd vandaag, kunnen we nog iets aan die prijs doen. Wij zijn bereid te spreken over betere prijzen als daar volumegaranties tegenover staan.”

Dat lagere prijzen wel kunnen in Nederland, komt door het tendersysteem daar, stelt Hus. “Die worden vaak gewonnen door bedrijven met prijzen waarvan ik zeg ‘daar kan ik mijn doos nog niet van betalen’. Wie zijn die winnaars? Bedrijven die een grote stock hebben en die tegen dumpingprijzen kwijt willen, omdat ze die anders duur moeten vernietigen.”

Om te anticiperen op verder margeverlies bij EG, lanceerden Stada en Hus Neocare, een zusterbedrijf toegespitst op OTC-producten waarvoor geen voorschrift nodig is. “Ik wou iets proberen waar de overheid geen invloed op heeft. De producten van Neocare, zoals voedingssupplementen en paracetamol, worden toch niet terugbetaald.”

Omega Pharma

“We proberen nu snelheid te steken in Neocare. Na drie jaar bedraagt de omzet ongeveer 6 miljoen euro, niet slecht voor een opstartbedrijf. Maar gemakkelijk is het niet. Ook in OTC hebben we de crisis gevoeld.”

Omega Pharma-topman Marc Coucke was er wel niet mee opgezet dat Hus met Neocare een rechtstreekse concurrent voor hem in de markt zette. “In het begin ging dat een klein beetje moeilijk, maar zij kunnen ons niet verbieden om onze toekomst voor te bereiden”, zegt Hus. Coucke heeft er natuurlijk alle belang bij dat de relaties met EG goed blijven. Zowat 65 procent van de omzet van Omega Pharma in België komt van EG, aldus Hus. Opvallend is wel dat Neocare zelf zijn distributie bij de apothekers verzekert, terwijl EG dat via Omega Pharma doet. “Neocare is op mininiveau een testcase voor ons”, zegt Hus.

Coucke kent de strijdlust van Hus maar al te goed. “Wij zijn hier allemaal echte vechters”, reageert de EG-baas. “Ik heb nog de tijd meegemaakt dat de huisarts ons onmiddellijk weer buiten stuurde”, zegt de geboren Mollenaar, die graag verwijst naar zijn verleden als scheidsrechter. Hus floot negentien jaar lang voetbalwedstrijden, waarvan dertien jaar in eerste klasse. “Als ik geen scheidsrechter was geweest, zou ik hier vandaag niet zitten”, klinkt het. “Ik heb daar enorm veel van geleerd. Wie een wedstrijd moet leiden met al dat volk rond zijn oren en binnen de seconde beslissingen moet nemen, moet bestand zijn tegen heel wat druk.”

bert lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content