‘Die passie, die inzet, die tijd van toen beleef ik opnieuw in de rally’

“Het begon zo: enkele kameraden reden al jaren mee in Paris-Dakar. Op een keer ben ik hen gaan opzoeken in Burkina Faso. Het was een enorme ervaring. Ik zag al die vermoeide gezichten, de tientallen vrachtwagens die binnenkwamen, sommige als halve wrakken, en tegen de volgende dag moesten ze opnieuw rijklaar zijn. De uitdaging om die rally uit te rijden, wilde ik ook aangaan. Daarop heb ik een vrachtwagen gekocht die in de fabriek al geprepareerd was om in de Sahara te rijden. De eerste keer dat ik meereed, waren er tachtig vrachtwagens in de wedstrijd, en eindigde ik 27ste.

“Ik doe nu tien jaar mee. Elke woensdag komt onze ploeg van vijftien mensen samen en sleutelen we aan het voertuig om het nog beter te maken. Tijdens de rally zijn we met drie man aan boord. Ik ben de piloot, de copiloot leest het roadbook en er is de technicus. Het zijn zeventien intense dagen, het is dus belangrijk dat we goed op elkaar zijn ingespeeld. Als er een band afspringt, zit er in twaalf minuten een andere op.

“C’est moi, la loi ici”

“Rijden in de woestijn is niet vanzelfsprekend. Sommige duinen gaan aan de achterkant steil naar beneden, dan moet je zien dat je niet overkop gaat. In het Atlasgebergte gaat het over en tussen rotsblokken die scherp zijn als beitels, en dan komt het erop aan niet lek te rijden. We kunnen van binnenuit de bandendruk bijregelen, zodat we niet wegzakken als we over heel los zand rijden. Veel dingen om op te letten dus. Als alles goed zit, halen we snelheden tot 150 kilometer per uur.

“Tegenwoordig heet Paris-Dakar de Africa Eco Race. Er bestaat nog een Paris-Dakar, in Zuid-Amerika. Daar hebben we ook al aan meegedaan. Dan ben je bijna vier weken weg, wat een beetje te lang is. De sfeer is daar heel anders. Afrika is mysterieuzer, je weet nooit wat er je te wachten staat. Zo werden we onderweg eens tegengehouden om zogezegd tol te betalen. Dat kwam neer op discussiëren met een stevige meneer van zo’n honderdvijftig kilo die als voornaamste argument had: “C’est moi, la loi ici.” Uiteindelijk zijn we zonder problemen kunnen doorrijden.

“Of die andere keer: nadat we uren niemand hadden gezien, stonden er ineens honderden mensen. Ze versperden de weg met kasseien. Ik kon op tijd bijdraaien, maar ze lanceerden een stortregen van stenen over ons. Ik zag links en rechts iemand aan de vrachtwagen hangen, maar ook daar zijn we zonder kleerscheuren weggeraakt.

“In al die tijd dat we onderweg zijn, denk ik geen seconde aan H. Essers. Je gaat helemaal op in het rijden, je moet het voertuig voortdurend aanvoelen, luisteren naar geluiden — een hogedrukslang die begint te blazen, een versnellingsbak die knarst. In de woestijn vastzitten met een panne is niet niks.”

Tijd voor iets anders

“Aan die rally deelnemen is voor mij als terugkeren naar vroeger. Mijn pa is gestart met twee vrachtwagens. Dat werden er vier, vijf, en dat is gegroeid tot waar we nu staan. Indertijd is het meer dan eens voorgevallen dat we een as moesten vervangen of een nieuwe koppeling moesten steken, en dat we dat ‘s nachts deden. Alles haalden we uit de kast om dat voertuig tegen ‘s ochtends weer op de baan te krijgen. Die passie, die inzet, die tijd van toen beleef ik opnieuw in de rally.

“Er kruipt tijd in. In de tocht zelf, in de wekelijkse bijeenkomsten, en in alles wat erbij komt kijken. Ik ben jarenlang heel actief met het bedrijf bezig geweest. Logistiek is een wereld die zeven dagen per week draait. Maar op 31 december word ik 71. Als je dan nog geen tijd hebt gemaakt voor iets anders, ben je fout bezig.”

FILIP HUYSEGEMS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content