‘Deze crisis was broodnodig’

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Een rijk land is moeilijk te hervormen, ook al weet je dat het nodig is. Kijk maar naar België. In de Zuid-Europese landen is het van moeten. Met een beetje geluk komt hun economie sterker uit de crisis, getuigen Vlaamse ondernemers ter plekke. “Maar eerst moeten ze nog door een dieper dal.”

Hoeveel erger kan het nog worden voor het begint te beteren? Vlaamse ondernemers in Griekenland, Spanje en Portugal worstelen met die vraag, nu de toestand om hen heen verslechtert met de dag. De crisis veegt de middenklasse weg, een massale braindrain vreet aan het toekomstpotentieel van de economie. Het enige wat overblijft is toenemende armoede, uitzichtloosheid en volkswoede.

Of is er toch nog hoop? Hebben de Zuid-Europese landen troeven die het tij kunnen keren? Zijn er kiemen van herstel? Maakt de crisis de geesten klaar voor de nodige hervormingen? De Vlaamse ondernemers proberen een antwoord te formuleren, rechtstreeks vanuit de mediterrane praktijk.

GRIEKENLAND

– Groei: -6,9 %

– Lopende rekening ( % van bbp): -9,8

– Begrotingstekort ( % van bbp): -9,1

– Werkloosheidsgraad (juni ’12): 24,4 %

(bron: Eurostat, 2011)

“Wil de pers alsjeblieft ophouden met de Griek af te schilderen als een luiaard die de hele dag niets anders doet dan op z’n krent zitten bij een glas ouzo?” Hilde De Bruyn, die al twintig jaar met acht werknemers Belgische chocolade en confiserie importeert en verdeelt in Griekenland, is boos. “Werknemers van Griekse bedrijven die al maanden niet betaald worden en dagen kloppen van twaalf, dertien uur, zijn dat luie mensen?”

De Grieken zijn niet lui, maar doen alles om te overleven. Ook sjoemelen. “Daarom zijn er hier zo veel taxichauffeurs die officieel blind zijn. Als je op straat belandt, de werkloosheid torenhoog is, en je hebt kinderen, wat kan je dan nog doen?”

Kinderen zijn de toekomst, maar de scholen hebben geen boeken meer. Als er al leerkrachten zijn. Christine Lanoo baat al tien jaar samen met haar Griekse man een bakkerij uit op het eiland Samothraki. “De lagere school hier heeft nog altijd geen leerkracht voor het tweede en vierde studiejaar”, zegt Lanoo. “Een van de onderwijzeressen is meter van mijn dochtertje. Haar nettoloon is teruggevallen van 1400 naar 650 euro per maand, terwijl de producten in de supermarkt even duur zijn als in Vlaanderen. Hoe kan je dan mensen motiveren voor het onderwijs?”

Zonder nieuwe steun is Griekenland tegen november bankroet. De steun komt er alleen als Europa en het IMF oordelen dat het land voldoende bespaart en hervormt. In werkelijkheid beschouwen ze Griekenland als een verloren zaak, zegt De Bruyn. “Ze weten dat de opgelegde maatregelen onhaalbaar zijn. Ze melken Griekenland nog zo veel mogelijk uit om het daarna te laten verrekken. Er wordt niks gedaan om het land structureel te helpen en herop te bouwen. Alles gaat naar het afbetalen van leningen terwijl de economie instort.”

Net de wanhoop brengt een beetje leven, stelt Oliver Frick, een Duitser van Griekse afkomst die 25 jaar in Vlaanderen heeft gewoond. In 2010, in volle crisis, startte hij met zijn Vlaamse vrouw Olisi op, een bedrijf dat vanuit de havenstad Piraeus olijven, olijfolie en andere traditionele Griekse voedingsproducten wereldwijd exporteert. Als bij wonder gaan de zaken goed, en niet alleen voor Olisi. “Vele Grieken hebben olijfbomen staan”, vertelt Frick. “Tot voor kort verkochten ze de olijven en de olijfolie aan hun buren. In het beste geval ging de olijfolie naar Spaanse en Italiaanse traders, die ze bottelden en er hun etiket op plakten. Onder druk van de crisis nemen almaar meer Grieken het heft in eigen handen en vermarkten ze de olijfolie zelf. Het professionalisme neemt toe en de sector leeft op.”

SPANJE

– Groei: 0,4 %

– Lopende rekening ( % van bbp): -3,5

– Begrotingstekort ( % van bbp): -8,5

– Werkloosheidsgraad (juni ’12): 24,9 %

(bron: Eurostat, 2011)

De Spanjaarden hebben het moeilijk om zich aan te passen aan de nieuwe, harde realiteit, zegt Erik Coene, die al 25 jaar Belgisch bier in Spanje invoert en in Navarra woont. Hij geeft een voorbeeld uit zijn sector. “Cafébazen werken hier niet, ze nemen liever kelners in dienst. De crisis deed hun omzet met 30 tot 50 procent terugvallen. In plaats van hun kelners te ontslaan en zelf de handen uit de mouwen te steken, betalen ze hun leveranciers niet. Die leveranciers zijn mijn klanten, zodat ik ook mijn geld niet krijg.”

Mede door het rijkelijk toestromende Europese geld hebben de Spanjaarden twintig jaar boven hun stand kunnen leven, constateert Coene. “Prestigeprojecten schoten uit de grond, luchthavens waar nauwelijks vliegtuigen landen en andere grootheidswaanzin. Plots is dat voorbij. De kleine economie, zeg maar de zelfstandigen en kmo’s, gaat als eerste onderuit, en sleurt de hele ketting achter zich mee. Ontelbare families hebben geen kostwinner meer en teren op de laatste spaarcentjes.”

Voor Geert Van Kerckhove was de crisis aanvankelijk iets waarover je in de kranten las, maar intussen is ze “bangelijk dichtbij” gekomen. “Ook in mijn vriendenkring beginnen mensen nu zonder werk te vallen”, zegt Van Kerckhove, baas van de Spaanse divisie van de logistieke groep Katoen Natie. Net als Coene is hij niet mals. “Deze crisis was broodnodig. Kijk naar de vastgoedzeepbel. Leven op krediet is plezant, maar houdt ergens op. Het was al te gemakkelijk geworden bakstenen op elkaar te plaatsen en te verkopen.”

De wake-upcall heeft blijkbaar gewerkt. “Omdat de lokale markt platligt, beweegt de economie zich naar export”, zegt Van Kerckhove. “De Spaanse havens hebben nog nooit zo goed geboerd. Dat merken wij aan onze vestiging in de havenstad Tarragona.” De cijfers geven Van Kerckhove gelijk. Sedert het dieptepunt van 2009 is de Spaanse export met 26 procent gestegen, en zit nu 7 procent boven het precrisisniveau. De lopende rekening van Spanje is vandaag positief.

“De Spanjaarden beseffen dat ze creatief moeten zijn en nieuwe markten moeten aanboren om eruit te geraken”, zegt Van Kerckhove. “Het valt op hoeveel mensen hier Engels leren. Het is best mogelijk dat Spanje flink wat productiever en competitiever uit deze crisis komt.”

Wat niet wil zeggen dat de zware recessie morgen al voorbij is. “Eerst moeten ze nog door een dieper dal”, besluit Van Kerckhove. “Buitenlandse steun is onontbeerlijk, de toestand is te ernstig. Het is onbegonnen werk daar op eigen houtje uit te komen.”

PORTUGAL

– Groei: -1,7 %

– Lopende rekening ( % van bbp): -6,4

– Begrotingstekort ( % van bbp): -4,2

– Werkloosheidsgraad (juni ’12): 15,7 %

(bron: Eurostat, 2011)

De een zijn dood is de ander zijn brood. Dankzij de massale Portugese braindrain vinden onze bedrijven eindelijk de geschoolde werkkrachten waar ze om smeken. “Op een jobbeurs in Lissabon zijn onlangs 90 Portugezen met een Belgisch contract naar huis gegaan”, zegt Robert Matthé, CEO van STA in Porto. Het bedrijf is een dochter van het Oost-Vlaamse Sobinco en maakt scharnieren, sloten en andere accessoires voor aluminium ramen en deuren. Na zijn uren leidt Matthé de Belgisch-Luxemburgse Kamer van Koophandel in Noord-Portugal. “Als de Vlaamse bedrijven de Portugezen niet aanwerven, pikken andere buitenlandse bedrijven ze wel in. De Scandinavische delegatie was 100 man sterk en op zoek naar 2000 verpleegsters, artsen en ingenieurs.”

De krimp van de Portugese economie doet het overschot aan werkloze geschoolden gestaag aangroeien. “Het aanbod aan ingenieurs groeit met 2,5 procent per jaar”, zegt Matthé. “Het zijn goede ingenieurs. Als Duitse giganten als Siemens en Bosch hier productievestigingen hebben, dan weet je het wel.”

Globaal genomen zijn de Portugese lonen driemaal lager dan in België, volgens Matthé. “Ik heb onlangs twee Portugese burgerlijk ingenieurs aangeworven. Zij kosten het bedrijf elk ongeveer 1500 euro per maand. Voor de ingenieur blijft een brutoloon van 1250 euro over en een nettoloon van 1080 euro.”

Toch zou de Vlaamse industrie beter nog even wachten voor ze massaal de benen neemt naar Portugal. Het land heeft een onwaarschijnlijk rigide systeem van arbeidsvoorwaarden. Onder druk van de crisis komt daar langzaam verandering in. “Tot voor kort was het hier praktisch onmogelijk om iemand te ontslaan, een ver gevolg van de linkse revolutie van 1974”, zegt Wouter Vanderpoorten. Hij woont al twintig jaar in Portugal en werkt als ingenieur voor ETSA, een groep die voedingsafval verwerkt. “Werd je toch ontslagen, dan kon je gemakkelijk naar de rechter stappen om het ontslag ongedaan te maken.”

Dat heeft zijn sporen nagelaten in de arbeidscultuur, volgens Matthé. “De productiviteit is laag omdat de mensen weten dat je ze niet kan ontslaan. Je neemt beter geen bestaand bedrijf over. Richt een nieuw op, dan kan je de mentaliteit en de arbeidsethiek van bij het begin op punt stellen.”

Portugal zou veel meer moeten doen om zichzelf te promoten, vindt Matthé. Voorlopig zijn er andere zorgen. “ETSA telt 250 werknemers”, zegt Vanderpoorten. “Bij zowat een tiende van hen hebben schuldeisers beslag laten leggen op het loon. Dan moet je weten dat ETSA bovengemiddeld betaalt.” Op 15 september kwamen naar schatting een miljoen Portugezen op straat. Voor Matthé was het even schrikken. “Portugal is het land van de weemoedige fado. Blijkbaar was het de Portugezen toch te veel geworden.”

ITALIË

– Groei: 0,4 %

– Lopende rekening ( % van bbp): -3,2

– Begrotingstekort ( % van bbp): -3,9

– Werkloosheidsgraad (juni ’12): 10,7 %

(bron: Eurostat, 2011)

Italië hoort helemaal niet thuis in het rijtje van de Zuid-Europese probleemlanden, vindt Dirk Verwimp, hoofd van de Italiaanse divisie van de Antwerpse logistieke groep Katoen Natie. Hij woont er al negen jaar. “Na Duitsland is Italië het grootste industrieland in Europa. Het heeft een gediversifieerde economie, met veel kmo’s en een groot aanpassingsvermogen. Italianen werken keihard, zijn veerkrachtig en positief ingesteld. Ik spreek wel alleen over Noord-Italië, dat driekwart van het bbp levert.”

Maar het land van Ferrari en Prada heeft ook een loodzwaar minpunt. “Het Italiaanse staatsapparaat is een ramp”, zegt Verwimp. “De complexe wetgeving maakt het nog een stuk erger, en dat weegt op de economie.”

Er zijn ambtenaren die best wel goed werk leveren, zegt Mark Vanderbeeken, mede-eigenaar van Experientia in Turijn. Het designbedrijf ontwikkelt producten en diensten op basis van studies over gebruikersgedrag. “De regionale overheid heeft ons goed geholpen met het opzetten van een buitenlandse vestiging”, erkent Vanderbeeken. “Het probleem zit eerder bij een categorie beroepspolitici van lage kwaliteit zonder visie, die weinig voeling met de sociale realiteit hebben en jonge talenten geen kansen geven.”

Ook een deel van de bedrijven is in het verleden blijven steken, volgens Vanderbeeken. “Ik ben 48. Toen ik onlangs een toespraak hield voor de lokale kamer van koophandel, werd ik nog altijd aangekondigd als een jonge ondernemer.”

De hardste dobber voor veel bedrijven zijn de laattijdige betalingen door de overheid en aanverwante instellingen. “Een jaar of anderhalf jaar op je geld wachten is hier geen uitzondering”, zegt Vanderbeeken. “Veel bedrijven gaan eraan failliet, omdat ze cashflowproblemen krijgen, terwijl juist nu de banken de kraan dichtdraaien.”

JOZEF VANGELDER

“Europa en het IMF melken Griekenland nog zo veel mogelijk uit om het daarna te laten verrekken” Hilde De Bruyn (Vlaamse onderneemster in Griekenland)

“Het is best mogelijk dat Spanje flink wat productiever en competitiever uit deze crisis komt” Geert Van Kerckhove (Katoen Natie Spanje)

“Tot voor kort was het hier praktisch onmogelijk om iemand te ontslaan, een ver gevolg van de linkse revolutie van 1974” Wouter Vanderpoorten (ETSA Portugal)

“Italië heeft een gediversifieerde economie, met veel kmo’s en een groot aanpassings-vermogen. Maar het staatsapparaat is een ramp” Dirk Verwimp (Katoen Natie Italië)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content