DE WIJN VAN CHIRAC

Het stond vorige week als een klein berichtje in de kranten. In Parijs was een indrukwekkende wijncollectie van de Franse president Jacques Chirac geveild. Opbrengst: 961.030 euro. Bijna 75 % hoger dan de geschatte waarde in de catalogus. Het ging om exquis vocht door de politicus aangekocht toen hij nog burgemeester van Parijs was.

Ook drie flessen Pétrus uit 1989 gingen onder de hamer voor 4000 euro elk. Ze werden gekocht door het Chinese wijnhuis Liu Fei Fei, als welkomstgeschenk voor de Franse president die vorige woensdag China vereerde met een bezoek. “Ik mocht van mijn baas blijven bieden,” zo zei de agent van het wijnhuis. Een gift met een geurtje aan.

België werd nog niet zo lang geleden door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op de vingers getikt. Precies omdat ons land de toekenning van voordelen aan een “persoon die een openbaar ambt uitoefent” niet strafbaar stelt. Die giften zijn in ons land zelfs fiscaal aftrekbaar. Daar wordt nu een mouw aan gepast. Een pas ingediend wetsontwerp moet de inbreng van die presentjes als beroepskost afschaffen.

Hoe de juristen in China erover denken, weten we niet. Maar blijkbaar zien ze er geen graten in. En zeker niet toen Chirac op het plein van de Hemelse Vrede in Peking met veel militaire egards werd ontvangen en er zijn oproep deed om het wapenembargo van de Europese Unie tegen China op te heffen.

Voor wat hoort wat, zo luidt het devies in de internationale politiek. De trip van president Chirac diende om een Alstomorder van 1 miljard euro voor de bouw van 500 vrachtlocomotieven in China te masseren. Ook andere Franse bedrijven pikten hun graantje mee. Mercantiele argumenten primeren en elke lidstaat volgt daarbij zijn eigen agenda, met hopeloze verdeeldheid bij de 25 EU-lidstaten tot gevolg.

Dat blijkt niet alleen uit de verhouding met China. Ook de relaties met de BRIC-landen Rusland en India zijn in hetzelfde bedje ziek. De Europese Unie moet een onderscheid maken tussen action morale et économique, zo gaf Chirac aan tijdens de jongste top in het Finse Lahti. Dus ook morele belangen zijn van geen tel als het op economische onderhandelingen aankomt.

Europa is nu al voor 40 % afhankelijk van Gazprom voor zijn gasbevoorrading. Het is een publiek geheim dat de Russische president Vladimir Poetin dit staatsbedrijf als zijn persoonlijke schaakspeeltje beschouwt. De aardgasreserves in Rusland zijn enorm: 65 % van het wereldtotaal. Als dit land erin slaagt een professioneel netwerk uit te bouwen, dan kan het als onmisbaar doorvoerland dienen tussen het nabije Westen en het Verre Oosten.

Hoeft het nog gezegd? Hier rinkelt klinkende munt. Eind vorig jaar raakte bekend dat Gerhard Schröder de raad van bestuur van de North European Gas Pipeline (NEGP) zou voorzitten voor een vergoeding van 1,5 miljoen euro per jaar. De Duitse politicus was nauwelijks twee weken bondskanselier af. Gazprom heeft 51 % van dit gasconsortium in handen. De overige aandelen zitten bij het Duitse BASF en E. ON.

NEGP bouwt aan een 1200 kilometer lange pijplijn vanuit Rusland, via de Baltische Zee naar Duitsland. Door de pijpleiding moet vanaf 2010 jaarlijks 27,5 miljard kubieke meter gas naar Europa vloeien. De nauwe betrokkenheid van een ex-bondskanselier deed nogal wat vragen rijzen.

De poppen gingen pas echt aan het dansen toen in de lente van dit jaar uitlekte dat de Duitse overheid zich garant had gesteld voor een lening van 900 miljoen euro aan Gazprom, precies om die pijplijn te financieren. Schröder zelf ontkende formeel van deze kredietgarantie op de hoogte te zijn.

Blijkbaar zijn ex-politici die zich op economisch glad ijs begeven geen reden om in EU-kringen een breed front van kritiek te doen ontstaan. Dat het Russisch-Duitse consortium niet uitsluit dat ook nog andere bedrijven in het project zouden kunnen meestappen – zoals Gaz de France of het Nederlandse Gasunie – heeft daar wellicht iets mee te maken.

In een recent boek, waarin hij in debat treedt met de socialistische Franse oud-premier Michel Rocard, schrijft de Nederlandse gewezen EU-commissaris Frits Bolkestein dat Frankrijk en Europa zich in een staat van decadentie bevinden. “We zijn totaal verwend door de luxe,” aldus de liberaal. De inertie, rijkdom en zelfvoldaanheid van de EU-lidstaten worden daarbij scherp op de korrel genomen.

We kunnen hem geen ongelijk geven. De indruk van de jongste EU-toppen is dat ze zijn verworden tot een place-m’as-tu-vu van oude monarchen, achter de coulissen gedicteerd door de souffleurs van het nieuwe kapitaal.

Piet Depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content