De to do’s voor de volgende regering

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Wat moet de volgende regering eerst en vooral aanpakken? We vroegen het aan ondernemend Vlaanderen.

September is traditiegetrouw de maand waarin veel grote woorden worden gebruikt. Speeches van politici en vakorganisaties volgen elkaar op aan het begin van het politieke najaar, net als de daaraan gekoppelde recepties. Dit jaar belooft het een extra hete herfst te worden. Niet alleen de politici staan voor fundamentele keuzes. Ook de so-ciale partners moeten in het najaar weer aan de tafel zitten om het kennelijk onverzoenbare trachten te verzoenen. Iedereen wil vooruit in dit land, maar er bestaat onzekerheid over welke weg best te bewandelen.

Trends, Knack en de ondernemersorganisatie Voka wachtten niet op al het speechgeweld en vroegen het aan ondernemend en politiek Vlaanderen: hoe moeten we onze economie de noodzakelijke zuurstof geven? Welke keuzes moeten we maken om onze welvaart op peil te houden?

Confederatie is een must

Mochten de politici er nog aan twijfelen, voor de Vlaamse ondernemers en kaderleden is het zonneklaar. België moet evolueren naar een confederaal land, waar het economische en politieke zwaartepunt bij de regio’s ligt. 54,7 procent vindt dat een noodzaak, voor 34 procent is het wenselijk. De respondenten steunen het idee om vooral werk te maken van de volledige regionalisering van de arbeidsmarkt (78 %), de werkloosheidsuitkeringen (75 %), de gezondheidszorg (59 %) en – opmerkelijk – de pensioenen (58 %). Dat zijn ook de thema’s die lang op de preformatietafel lagen. De discussie over het arbeidsmarktbeleid focust op het responsabiliseren van de gewesten. Vooral de Vlaamse onderhandelaars willen een einde maken aan het perverse systeem waarbij regio’s meer geld incasseren als ze het aantal werklozen zien stijgen. Wie meer mensen aan het werk krijgt, moet daarvoor beloond worden en dus niet financieel bestraft.

Hierover groeide een zekere consensus tussen de onderhandelaars. In tegenstelling tot de discussies over bijvoorbeeld de overdracht van fiscale bevoegdheden. Enkele Vlaamse partijen ijverden ervoor om een deel van de bevoegdheid over de personenbelasting door te schuiven, maar ze botsten op een non. Diezelfde afwijzing valt te horen als de gesprekken beginnen over het regionaliseren van de vennootschapsbelasting. De Franstaligen vrezen dat er een fiscale concurrentie ontstaat tussen de verschillende gewesten, een strijd die ze niet zouden kunnen winnen. En dus willen ze het risico niet nemen.

De ondervraagden zijn niet zomaar voor een overheveling van om het even welke bevoegdheden. Wat efficiënter samen gedaan kan worden, moet zeker federaal blijven. Zoals daar zijn: defensie, buitenlandse zaken en justitie.

Tijdskrediet uit de gratie

Maar zoals gezegd blijft de arbeidsmarkt de hoofdbekommernis van managers en ondernemers. Om die te activeren, vragen de ondernemers en kader-leden dat de nieuwe regering zo snel mogelijk de loonkostenhandicap met de buurlanden wegwerkt. Volgens de jongste berekeningen van het Planbureau is die opgelopen tot 3,94 procent. Er zijn verschillende opties: een absolute loonstop, of het begraven van de automatische loonindexering. 66 procent van de deelnemers vindt het afschaffen of het hervormen van de indexering nodig.

En dat is dan nog niet eens de hoogste prioriteit. Liefst 79 procent van de respondenten vindt dat het tijdskrediet hervormd of afgeschaft moet worden. 71 procent vindt dat iedereen maar zelf zijn loopbaanonderbreking of tijdskrediet moet financieren.

Tijdskrediet is al langer een doorn in het oog van de werkgevers. Peter Leyman, topman van Voka: “We hebben te veel verlofstelsels. We willen het tijdskrediet hervormen en laten bekijken over een hele loopbaan. Iedereen zou een basisrecht van één jaar krijgen, te spreiden over de hele loopbaan en bruikbaar voor opleiding en vorming, kinderzorg of palliatieve zorg. Wie extra vrije tijd wil, kan daarvoor sparen via overuren of niet-opgenomen vakantie.”

Wat is er nog nice to have dat niet echt bij de ondervraagden in de smaak valt? Het brugpensioen bijvoorbeeld? 82 procent vindt dat het afgeschaft moet worden. Langer werken is de boodschap en zo staat ook de pensioenleeftijd ter discussie. Volgens de Studiecommissie voor de vergrijzing nemen de pensioenuitgaven tot in 2060 ongeveer met de helft toe. Tijd voor actie, vinden de ondervraagden. 71 procent vindt het prioritair of belangrijk om de pensioenleeftijd te hervormen. Slimme onderzoekers berekenden alvast dat om de kosten onder controle te kunnen houden, de Belgen niet langer op hun 59ste met pensioen kunnen gaan, maar op zijn minst tot hun 63ste aan de slag moeten blijven.

Flexibel versus flexibel

De ondervraagden hebben nog een suggestie om meer mensen aan het werk te krijgen. Beperk de werkloosheidsuitkeringen tot twee jaar, vindt 84 procent. België is een van de weinige landen waar de werkloosheidsuitkeringen onbeperkt blijven doorlopen.

Dat zo’n oplossing niet meteen op applaus wordt onthaald bij de vakbonden, imponeert de respondenten niet. Ze hebben so-wieso weinig vertrouwen in de vakbonden. 62 procent vindt niet dat de die voldoende inspelen op de noden van de bedrijven. Ze vinden de werknemersorganisaties te weinig aangepast aan deze tijd, vooral omdat ze te veel de verworven rechten verdedigen. Dat komt dan weer omdat ze te sterk zouden redeneren in een ideologie van tegenstelling tussen kapitaal en arbeid.

Nochtans vindt 81 procent dat er zeer zeker vakbonden moeten zijn. Maar de taakinvulling moet anders. Een tip die de ondervraagden meegeven: denk flexibel. Want 88 procent vindt dat het evenwicht tussen privé en werk cruciaal is om medewerkers aan te trekken. Die flexibiliteit moet wel wederzijds zijn: 93 procent zegt dat niet het aantal gewerkte uren belangrijk is, wel de geleverde prestatie.

Vertrouwen in Europa

De politici weten dus wat te doen om de ondernemers tevreden te stellen. Maar zijn de ondervraagden zelf ook van plan om een inspanning te leveren? Geloven ze zelf dat ze een verschil kunnen maken? Toch wel. Het verhaal dat onze industrie gedoemd is te verdwijnen, geloven ze niet. Maar dan moeten de ondernemers wel creatief zijn (56 %) en moeten de omgevingsfactoren competitief zijn (70 %).

Zijn de ondervraagden ook zo ambitieus dat ze denken dat Vlaanderen in 2020 in de top van Europese regio’s zal staan, zoals het plan Vlaanderen in Actie ambieert? Dat toch ook weer niet. Slechts 32 procent is akkoord met de stelling dat Vlaanderen over vijftien jaar een van de welvarendste Europese regio’s zal zijn. Internationale ambitie tonen onze ondernemers ook niet volop. Slechts 32 procent vindt dat nieuwe bedrijven in Vlaanderen dadelijk ook internationaal actief moeten zijn.

Misschien ligt de fout wel bij het onderwijs. Slechts 13 procent van de ondervraagden is akkoord dat het onderwijs jongeren stimuleert tot uitdagende jobs en ondernemerschap. 68 procent vindt niet dat het onderwijssysteem leerlingen voldoende voorbereidt op de arbeidsmarkt

Het vertrouwen in de Vlaamse overheid is dus een dubbeltje op zijn kant. Wat wellicht verklaart waarom de ondervraagden ho-pen op een sterk Europa. De economische crisis deed het vertrouwen in Europa en zijn munt bij vele inwoners wankelen, maar niet zo bij onze respondenten. 82 procent vindt dat meer Europa nodig is om economische groeikracht te kunnen realiseren. Iets meer vindt ook dat Europa een eigen regering moet hebben die bij internationale kwesties de EU vertegenwoordigt. Dat kleine lidstaten in Europa niets te zeggen hebben, weigert de meerderheid van de ondervraagden (60 %) te geloven. Met dank aan Herman Van Rompuy.

An Goovaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content