De teutoonse gooi naar de eurocratie

Duitsland wil van de Griekse crisis gebruikmaken om het economische bestuur van het eurogebied naar zijn hand te zetten. Er zijn blauwhelmen van het IMF nodig om de economische vrede te bewaren in het eurogebied.

“Als Griekenland, of een ander euroland, de concurrentiekracht of de openbare financiën niet op orde krijgt, dan zou dat land de euro moeten kunnen verlaten als laatste oplossing.” De Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, deed deze uitspraak half maart en de woorden van Schäuble, die de Europese gedachte hoog in het vaandel voert, werden overal ter wereld met grote ogen genoteerd. Duitsland liet klaar en duidelijk verstaan dat het de economie van het eurogebied naar zijn eigen beeld en beleid wil boetseren.

Wie in de toekomst nog onder de Duitse paraplu wil schuilen, moet de nieuwe spelregels aanvaarden die nodig zijn om het eurogebied beter te besturen. Of nog anders gezegd: de euro wordt veel meer Duits getint of zal niet zijn. Dat is een zware breuklijn. De euro is ontworpen om Duitsland beter in te kapselen in een Europees geheel, maar het is nu Duitsland dat de euro als springplank gebruikt om zijn beleid door te drukken.

De speerpunt van dat Duitse beleid is het voortdurend aanscherpen van het concurrentievermogen in een globale economie en is afgestemd op het eigen belang en de eigenheid van de Duitse economie die het moet hebben van de kapitaalintensieve export. Ordentelijke overheidsfinanciën zijn daarbij van essentieel belang, zodat er voldoende goedkoop kapitaal overblijft om zo’n economie te financieren. En een slagvaardige exportsector, daar kan toch niets mis mee zijn, redeneren de Duitsers.

Maar is wat goed is voor Duitsland, ook goed voor Europa? Ja, de Duitse exportsector is scherp als een mes, maar de Duitse economische groei is al jaren ondermaats omdat Duitsland er niet in slaagt de exportprestaties te vertalen in een dynamische interne vraag – onder meer door loonmatiging en een vergrijzende en dus sparende bevolking. Een groep andere eurolanden, aangevoerd door Frankrijk, teert wel op spenderende burgers en bedrijven.

En intussen maakt dat Duitse exportbeleid het leven van de europartners niet gemakkelijker. Voor hen is het harken om enigszins in het Duitse spoor te blijven en te overleven in de muntunie. “Er zal altijd een land zijn dat een deflatoir beleid moet voeren om voldoende competitief te blijven. Daarom vrees ik dat eurozone nog trager groeit”, zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België.

Bovendien heeft Duitsland het spel niet altijd even eerlijk gespeeld. “Enkele jaren geleden kon Duitsland op de vingers getikt worden voor het simuleren van een devaluatie, wat ze deden door de btw te verhogen en de sociale lasten op arbeid te verlagen. De Europese verdragen stellen nochtans dat je geen beleid mag voeren dat niet fair is voor andere lidstaten.”

IMF als blauwhelmen

Duitsland verdedigt met veel meer assertiviteit zijn visie. Het trekt een streep door het economische machtsevenwicht in Europa. “Duitsland heeft zich in het verleden altijd laten doen. De euro was de prijs die Duitsland moest betalen voor de eenmaking. Duitsland is ook de grootste financier van de EU en heeft dat altijd zonder morren gedaan. Maar die meegaande houding verdwijnt. Duitsland schuift meer zijn eigen belang naar voren. Dat is een gevaar voor Europa. De Frans-Duitse as is in gevaar”, zegt Vanden Houte.

Frankrijk steigert natuurlijk van deze Duitse ambities en vroeg om het Duitse beleid bij te sturen. Ook in de hulp aan Griekenland stonden beide Europese grootmachten tegenover elkaar. Duitsland toonde weinig genade voor Griekenland om duidelijk te maken dat een wanbeleid als het Griekse niet meer past in zijn visie op Europa. Frankrijk begrijpt natuurlijk dat Duitsland de lakens wil uitdelen in Europa en gaf tegengas. Er is een Europese economische machtsstrijd bezig op het Griekse slagveld en de winnaar zal de nieuwe regels schrijven die de monetaire unie bij elkaar moeten houden. Wellicht baart de crisis een compromis, een status-quo die tijd koopt, maar die de rust in euroland niet duurzaam herstelt.

Het akkoord over de steun aan Griekenland toont aan dat de verdeeldheid diep zit. De interventie van het Interna-tionaal Muntfonds (IMF) was nodig om een vergelijk mogelijk te maken. Het is het IMF dat als boeman de wei wordt uitgestuurd om de Griekse discipline af te dwingen, in ruil voor een goedkoop overbruggingskrediet, als Griekenland daarom vraagt. “Maar de mogelijke interventie van het IMF is niet meer dan een rookgordijn. Het geeft de europartners de kans om te palaveren over hun fundamenteel verschil in visie op het economisch bestuur van de eurozone”, zegt Daniel Gros, directeur bij het Centre for European Policy Studies (CEPS).

Duitsland mist geloofwaardigheid

Duitsland heeft de instrumenten nog niet om Europese economie naar haar hand te zetten. Duitsland kan vandaag geen ‘zondig’ land uit de euro gooien. De verdragen die de euro verankeren, maken dat zo goed als onmogelijk. Er zijn dus nog geen mechanismen om de grote constructiefout van de euro – het proppen van totaal verschillende economieën met een totaal verschillend beleid in een muntunie – te corrigeren.

Het Groei- en Stabiliteitspact dient als surrogaat voor dit gebrek aan politieke unie, maar zegt Ivan Van de Cloot, hoofdeconoom van Itinera Institute. “Dat pact is dood en begraven. Wie spreekt er over boetes die voorzien zijn in het Stabiliteitspact? Niemand.”

Duitsland wil kunnen dreigen met een exit uit de euro en met boetes om discipline af te dwingen. De Duitse eisen zijn nu met een klap op tafel gelegd, maar missen geloofwaardigheid. “Enkele jaren geleden overtrad Duitsland zelf de regels van het Stabiliteitspact”, zegt Van de Cloot. “Het werd toen niet beboet omdat de regels werden versoepeld. Welk beeld geeft dat: twee maten en twee gewichten. De kleintjes moeten boeten, de groten mogen de regels ombuigen. Nog een voorbeeld: de Europese Centrale Bank voerde na 2001 een heel soepel geldbeleid om Duitsland als grootste economie van een depressie te redden. Maar door deze lage rente kregen de economieën in de rand van het eurogebeid, zoals in Griekenland of Ierland, zeepbelallures.”

En waarom zou Duitsland niet meer solidariteit met de Grieken tonen? “Duitsland is zelf een muntunie en heeft belangrijke automatische mechanismen van solidariteit tussen de deelstaten”, zegt Van de Cloot. “Uiteraard moet Griekenland zelf ingrijpen, maar als het dit doet, dan verdient het onze steun. Als een roker in bed het huis in brand steekt, sturen we dan de brandweer niet. Dit zou ten eerste disproportioneel hardvochtig zijn en ten tweede dom want er is besmettingsgevaar.” Ook Vanden Houte wijst erop dat fiscale transfers noodzakelijk zijn om de stabiliteit te bewaren. “Organiseer je die transfers niet, dan komt dit als boemerang terug van de sterkere landen via een hoger kredietrisico in de probleemgebieden.”

De Grieken eruit gooien, is ook alles behalve evident. In een normale muntunie is het het paard (politieke unie) dat de kar (de muntunie) trekt. In Europa moet de kar het paard trekken, maar de voorbije weken toonden aan dat de Europese kar verdeeld is over de juiste richting. Als de Duitse koers niet gevolgd wordt, heeft het land nog één alternatief: zelf de euro verlaten.

Gezicht

De dinosaurus van de Duitse politiek, blz. 92

Door Daan Killemaes

Er heerst een Europese economische macht-strijd op het Griekse slagveld. De winnaar schrijft de regels die de monetaire unie bij elkaar moeten houden.Griekenland is het slagveld voor een Europese machtsstrijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content