De Factory van Warhol

Andy Warhol was zich steeds bewust dat zowel in kunst als in zaken de eerste en de snelste met de pluimen gaat lopen. Een tentoonstelling in Brussel belicht zijn “Factory”.

“De kunst van het zakendoen is veel interessanter dan de kunst der kunst”, beweerde Warhol. Hij deed kwistig uitspraken die voor schaamteloos en uitdagend doorgingen, terwijl ze de kern van zijn gedachten weergaven. De goeroe van de pop art verklaarde ook: “Ik maak altijd rommel opdat de mensen hem op plaatsen zouden zetten die naar mijn mening leeg zouden moeten blijven.” Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat Warhols kunst zo gegeerd was op het ogenblik dat hij ze creëerde. De kunstenaar kwam uit de reclamewereld en hij wist de methodes van de consumptiemaatschappij perfect uit te buiten. Hij exploreerde met zijn werk onontgonnen gebied. En aarzelde niet om zijn “onderzoek” af te breken en een andere richting uit te sturen wanneer bleek dat anderen hem waren voorgegaan, zoals toen hij in 1961 ontdekte dat Roy Lichtenstein reeds eerder comic strips in zijn doeken gebruikte.

Warhol was al een gevierd reclamemaker toen hij zijn eerste stappen als kunstenaar zette, maar zijn seriële schilderijen rond Amerikaanse mythen (Marilyn, Elvis Presley, Liz Taylor) of dagelijkse voorwerpen (de Campell-soepblikken, het Brillo-waspoeder, Coca-Cola) maakten van hem een superster. In New York stelde hij zijn atelier – dat hij niet voor niets de Factory had gedoopt – open voor een hele fauna van al dan niet interessante creatieve geesten die zijn activiteiten stimuleerden.

Als schilder maakte hij gebruik van serigrafie: een snelle, vermenigvuldigbare techniek. Als cineast draaide hij experimentele films en organiseerde hij voorstellingen die echte performances, muzikale happenings werden. Om het geweld dat Amerika teisterde weer te geven, reproduceerde hij foto’s uit tijdschriften waarop de elektrische stoel, gezochte misdadigers, verkeersongevallen of rassenrellen werden getoond. Toch zou hij maar in zeer beperkte mate deelnemen aan de golf van contestatie die de gouden jaren zestig tekende.

Na verschillende internationale etappes doet de tentoonstelling ” Andy Warhol, a Factory” de hele zomer lang Brussel aan. Germano Celant, commissaris van de tentoonstelling, wilde tonen dat Warhol geen enkel hiërarchisch onderscheid maakte tussen reclame, mode, film of zelfs tijdschriften. (Hij richtte bijvoorbeeld het blad “Interview” op.) Film en video komen dus ook aan bod in de tentoonstelling, evenals portretten van sterren (Jacky Kennedy en Mick Jagger, maar ook Mao of Hergé). We kunnen ook z’n eerste reclamegrafiek bewonderen, archiefdocumenten over de underground, en andere, inmiddels bekende werken van Andrew Warhol.

“Andy Warhol, a factory”. Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Tot 19 september. Informatie: Tel. (02) 507.84.58.

ALAIN DELAUNOIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content