De cijfers doorgeprikt

De Amerikaanse cijfers lijken momenteel zo goed, dat doemdenkers zich vertwijfeld afvragen hoe hun voorspelling van een recessie de mist kon ingaan. Ze mogen gerust zijn: die recessie was er eigenlijk wel.

De meest gestelde vraag tot voor kort was of de recessie achter de rug is. Een stijger met stip is nu: “Is er wel een recessie geweest?” Vooral de Amerikaanse cijfers van het bruto binnenlands product van vorige week leken ongelofelijk in het licht van de naschokken van de aanslagen. De VS boekte een positieve groei in het laatste kwartaal van 2001. Waar zijn de doemdenkers die een zware negatieve groei voorspelden?

Dalende prijzen. Economen hebben een eigen manier om groei te berekenen. Ze spreken over reële en nominale groei. Een verschil dat loontrekkenden goed kennen. Als uw loon stijgt met hetzelfde percentage als de inflatie, dan blijft het onveranderd in ‘reële termen’. Een loonsverhoging ontlokt maar een zeker enthousiasme als het meer stijgt dan de algemene prijsstijgingen.

Zo is het ook met de economie. Reële groei tracht de volumewijziging van de economie te meten, gecorrigeerd voor de prijswijzigingen van deze volumes.

Maar wat als de prijzen niet stijgen maar dalen? Economen hebben het daar moeilijk mee. En ook de economie weet er niet altijd raad mee. In Amerika heeft men de jongste kwartalen volumegroei verkozen boven een groei van de marges en dus de prijzen. Als je de prijzen sterk doet dalen, stijgt de vraag. De afgelopen kwartalen heeft men er alles aan gedaan om de productievolumes op peil te houden. Dat heeft geleid tot een prijzenslag en waanzinnige financieringscondities. In zekere zin is de toekomstige vraag naar vandaag gelokt. U hebt binnen twee jaar een auto nodig? Koop hem vandaag al!

Wat blijkt nu uit de Amerikaanse groeicijfers? De reële groei (volume) is gestegen, de nominale groei is gedaald (dus rekening houdend met de prijzen). Na het bovenstaande verhaal verrast dat u niet. Maar verbaast u het dan niet dat 95% van de analisten deze cijfers “euforisch” goed vonden? De VS tekende immers de laagste nominale groei in meer dan veertig jaar op.

Zonder de waanzinnige, kortinggestuwde consumptie boom zou de groei niet +0,2% maar -3,4% hebben bedragen. Ook de defensie-uitgaven hebben nog 1,5% bij de groei gepompt. Onderliggend was er aan het eind van vorig jaar dus een krimp van bijna 5%. De ergste sinds de Tweede Wereldoorlog. De doemdenkers hadden min of meer gelijk.

Wonderbra. Een recessie is er dus geweest. Is er ook herstel? Recente gegevens tonen beterschap, zowel in Amerika als in Europa. Het is echter moeilijk af te leiden of dit fundamenteel is of alleen het herstel na de WTC-schok weergeeft. Het huidige herstel in de VS geeft ook de voorkeur aan volume ten nadele van marges (zie grafiek). Maar de economie heeft net als de bedrijven behoefte aan een rendabel herstel. Zonder winstherstel geen verbetering van de tewerkstelling. En nieuwe investeringen moeten niet worden verwacht als de oude onderbenut en dus onrendabel blijven.

De Amerikaanse macrocijfers zijn in veel opzichten te vergelijken met de Wonderbra-resultaten van de bedrijven. Hun winstcijfers kregen in de afgelopen jaren een stevige push-up. De ingrediënten waren echter verrassend gelijklopend met de huidige miraculeuze macrocijfers:

toekomstige winsten vandaag al boeken (cf. autoverkopen die vorig kwartaal 38% stegen en 3% toevoegden aan de groei);

schulden buiten balans houden (cf. consumptiekrediet);

steunen op een overgewaardeerd aandeel om aankopen te financieren (sterke dollar moet buitenlands kapitaal blijven aantrekken).

En wat met Europa? Zonder Amerika zou de groei de jongste vijf jaar erg stabiel geweest zijn, tussen 1,5% en 2,5%. Door de VS werd een piek van 4% behaald, en vallen we nu terug op 1%.

De Europese macrocijfers zijn echter minder geflatteerd door siliconenstatistiek. In een wereld waar de VS boven zijn stand leeft en Japan aan de rand van het bankroet staat, heeft Europa een unieke kans om zijn troeven uit te spelen. Net zoals dotcommers voor een dubbeltje op de eerste rang kwamen zitten, zo worden Amerikaanse bedrijven nog te veel als model aangestaard. De Europese no-nonsense-aanpak is misschien minder sexy, maar straalt degelijkheid en vertrouwen uit. Met wat meer zelfvertrouwen kan de oude Europese schildpad het best halen van de Amerikaanse gedrogeerde haas.

Geert Noels

De auteur is hoofdeconoom bij petercam.

Met wat meer zelfvertrouwen kan de oude Europese schildpad het best halen van de Amerikaanse gedrogeerde haas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content