De Braziliaans-Amerikaanse overname

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Het eerste boek over de overname van Anheuser-Busch door InBev ligt eind november in de Europese winkels. De Amerikaanse Julie Macintosh, een ex-journaliste van Financial Times, schreef een meeslepend relaas over de overnamestrijd van 2008.

D ethroning the King. The hostile takeover of Anheuser-Busch. Zowat twee jaar na de grootste overname door de Belgisch-Braziliaanse brouwer is er nu het eerste boek over de biedstrijd. Het spannende relaas leest als een thriller en stoelt hoofdzakelijk op getuigenissen van werknemers bij Anheuser-Busch.

Tussen 11 juni en 14 juli 2008 ontspon zich een overnamestrijd tussen InBev en Anheuser-Busch. De aandeelhouder was uiteindelijk de grote winnaar, met dank aan het onklopbare bod van 52 miljard dollar (70 dollar per aandeel). De beheerder en brouwersfamilie Busch bleek weerloos, want ze was nog slechts een minderheidsaandeelhouder van de brouwer.

Vader Busch had bovendien geen vertrouwen in zijn zoon. In overvloed wordt de gespannen verhouding in het boek aangetoond. “August A. Busch IV was een heel aangename kerel. Maar hij had nooit CEO mogen worden van de brouwer”, laat de auteur een ingewijde fluisteren. Dat gefluister is een van de weinige kritiekpunten op het boek. Julie Macintosh citeert veelvuldig anonieme bronnen. En ook zij kreeg de InBev-top niet aan de praat. Te vaak wordt de aanhef “een bron dicht bij InBev” gehanteerd. Maar die detailkritiek doet niets af aan het meeslepende en onthullende karakter van het boek.

JULIE MACINTOSH. “Anheuser-Busch liet zich in slaap wiegen. Maar het is ook moeilijk om de eerste te zijn en te blijven. Anheuser-Busch was niet sterk genoeg. De voormalige CEO August A. Busch III keek naar alle mogelijke overnamedoelen. Met Heineken werd er geregeld gesproken. Met dat bedrijf klikte het nog het best. Maar hij besteedde zijn dollar liever in de Verenigde Staten dan in het buitenland. Anheuser-Busch kocht voortdurend eigen aandelen in. Het wees op een vertrouwen in de eigen onderneming. Men stak het geld liever in het eigen bedrijf dan in overnames. Want dat rendeerde meer. August Busch III keek dus hooguit één tot twee jaar vooruit. Het was een kortzichtig beleid.”

Kwam die kortetermijnfocus dan door de beursnotering? Interbrew ging pas in 2000 naar de beurs?

MACINTOSH. “Nee. August A. Busch III communiceerde weinig met zijn aandeelhouders. Maar voor hen was dat ook geen probleem. Het rendement op hun geïnvesteerde dollars was erg hoog. Anheuser-Busch reageerde veel te laat op de nieuwe uitdagingen. Het schoot pas internationaal in actie lang na het jaar 2000, nadat de Amerikaanse markt volwassen was geworden, en dus niet langer groeide.”

Anheuser-Busch had na het vertrek van Busch III duidelijk een opvolgingsprobleem. Zijn zoon August Busch IV was veel te zwak. Bij Interbrew trokken de familiale aandeelhouders zich al in 1990 terug uit de dagelijkse operaties. Ze gingen naar de raad van bestuur. Dat bleek veel verstandiger?

MACINTOSH. “Misschien was het verstandiger geweest dat de familie-Busch zich uit de operaties had teruggetrokken. Maar August III was een bijzonder sterke manager. Een echte controlefreak. Delegeren was voor hem bijzonder moeilijk.

Diverse bestuurders van Anheuser-Busch hebben me gezegd dat ze, achteraf bekeken, sneller en grondiger naar een externe CEO hadden moeten zoeken. Maar in de onderneming was er ook niemand die voor die functie was opgeleid. In 2006 was er enkel Au-gust Busch IV. Hij was de enige die er lang had gewerkt, en die ook ervaring had.”

Anheuser-Busch wou de overname nog afblokken via de fusie met de Mexicaanse marktleider Grupo Modelo. Was dat echt een hindernis voor InBev?

MACINTOSH. “Die operatie werd gewaardeerd op 15,2 miljard dollar. InBev was echt wel bang voor dat extra bedrag. Maar geen van beide deals lost het fundamentele probleem op van de Amerikaanse markt. Die groeit niet langer. Ook InBev heeft daarmee een probleem.”

Het is toch merkwaardig dat het uiteindelijk Busch III was, de man die nooit zou verkopen, die het licht op groen zette voor de deal met InBev?

MACINTOSH. “Dat was voor mij de meest verbazende vaststelling tijdens het hele onderzoek. Hij zou verkopen, maar dan tegen een zo hoog mogelijke prijs.”

Tot twee keer toe wordt in het boek geschreven dat August A. Busch IV wel eens zwaar onder invloed kan zijn. Elders hebt u het over een catharsis. Waarom kwam de overname zo hard aan?

MACINTOSH. “August IV voelde zich persoonlijk verantwoordelijk voor de onafhankelijkheid van zijn onderneming. Nog in april 2008, dus geen drie maanden vóór de verkoop, had hij aan bierhandelaars gezegd dat Anheuser-Busch nooit zou worden verkocht. En toen merkte hij dat zelfs zijn eigen vader hem niet steunde. Hij wou zijn vader blij maken. Maar deed hij dat eigenlijk wel? Het blijft een droevig verhaal, van een overgenomen Amerikaanse onderneming. Maar ik ben dus niet tegen de overname van Amerikaanse bedrijven door buitenlanders. Dat behoort tot de dynamiek van de economie.”

Julie Macintosh.

Dethroning the King. The hostile takeover of Anheuser-Busch.

John Wiley & Sons,

New Jersey, 2010. 360 blz.

wolfgang riepl

De Belgische bestuurders bleven aan de zijlijn bij de overname van Anheuser-Busch.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content