DE BIOLOOG EN DE MAAGD

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Op de bestsellerlijst van de New York Times prijkt al ruim twintig weken een verrassing. Zowel de auteur als het onderwerp verbaast: Richard Dawkins met een ode aan het atheïsme.

Str

Vraag Vlamingen wie Richard Dawkins is en de wenkbrauwen worden gefronst. Een vreemde reactie tegenover iemand die volgens het tijdschrift Prospect tot de drie belangrijkste hedendaagse westerse intellectuelen behoort (samen met Umberto Eco en Naom Chomski). Dawkins, een Britse darwinist, is een bijzonder invloedrijke bioloog. In 1976 verscheen zijn ophefmakende boek The Selfish Gene (vertaald als Onze zelfzuchtige genen). Allicht is de titel wat provocerend bedoeld, want Dawkins schuwt de controverse niet. In dat boek zette hij het klassieke denken over voortplanting op zijn kop. Wij denken wel dat planten, honden en mensen hun genen gebruiken om hun soort voort te planten, maar het is net omgekeerd: de genen gebruiken onze toevallige manifestatie als plant, hond of mens om zichzelf voort te planten. Ze hebben maar één doel dat ze blind en zelfzuchtig nastreven en ze zitten geen moer in met hun toevallige gastheer.

Wat gebeurt er als je zo’n theorie loslaat op het grote publiek? Je krijgt boegeroep. Waar is de liefde? Waar is altruïsme? De theorie van de egoïstische mens als basis van alle biologische evolutie paste perfect in het kraam van uiterst rechts en bij fascisten allerhande. Maar ook bij iemand als Jeff Skilling, de perverse CEO van Enron, lag The Selfish Gene op het nachtkastje. Dawkins werd persoonlijk zo sterk aangevallen, dat hij van de BBC het recht kreeg om zijn visie te verdedigen. De genen zijn wel (blind) egocentrisch, maar daarom de vleermuizen en de mens nog niet. In een historische BBC-uitzending met de al even historische titel Nice Guys Finish First mocht Dawkins uitleggen hoe genen die zich eindeloos willen voortplanten, er alle belang bij hebben soorten te creëren die samenwerken.

Darwinisten versus creationisten. Dawkins is een rationalist. En rationalisten hebben graag gelijk. Maar hij is ook een schitterend schrijver, een eminent pedagoog en een eersteklas debater, die snel de kracht van de media heeft ontdekt. Vergelijk hem met Etienne Vermeersch of Rik Torfs. Qua gedachtegoed zal hij wel wat meer overeenkomen met Vermeersch, want hij is niet bepaald godvruchtig. Als de meest eminente vertegenwoordiger van het darwinisme krijgt hij in de jaren tachtig plots een soort vijand die hij zich echt niet meer kon voorstellen: de creationisten of propagandisten van Intelligent Ontwerp, die eisen dat hun fantasievolle hersenschimmen op gelijke voet worden behandeld met wat door zowat alle wetenschappers als een der sterkste, best onderbouwde en vruchtbare theorieën wordt beschouwd: het darwinisme.

De creationisten winnen zelfs veld. De wetenschap geraakt in de verdediging. En Dawkins gaat in de tegenaanval. De bende fantasten die de Bijbel op gelijke voet stellen met The Journal of Biology zijn volgens hem slechts een speciaal geval van alle godsdiensten, die allemaal wat te veel fundamentele, volkomen irrationele ( geboren uit een maagd, hoe kan een bioloog dat geloven?) en vreselijk verouderde visies hebben.

God als misvatting. In zijn boek The God Delusion (vertaald als God als misvatting) rekent Dawkins grondig af met de vijand. Als God een braambos was, dan rukt Dawkins elk boom uit, hakt elke boom tot spaanders, controleert of er niet nog ergens een wortel is blijven zitten, neemt vervolgens elke spaander, maakt er lucifers van en stopt alle lucifers in doosjes en verscheept ze naar China. God moet weg, niet het kleinste argument mag heel blijven. Je merkt snel dat Dawkins een debater is. Hij voelt dat voor hem gelijk hebben niet voldoende is, en hij weet hoe je gelijk moet krijgen: hij vertelt leuke anekdotes, bizarre weetjes, eigen ervaringen (dat doet Al Gore in zijn film Een ongemakkelijke waarheid ook knap) en zet de dingen regelmatig op zijn kop.

Wie het boek dan nog niet woedend heeft opzijgeschoven, moét wel beïnvloed worden. Zo legt hij uit dat de zelfmoordenaars volgens de Koran nadien in de hemel geen 72 maagden krijgen, maar 70 heldere rozijnen, en hij speculeert natuurlijk ijverig rond het feit waarom die verkeerde vertaling van de originele teksten van de profeet er dan gekomen is (Gods wil?), hoe vrouwvriendelijk die is en dies meer.

Dawkins hakt alle zogenaamde rationele godsbewijzen in fijne mootjes. Eigenlijk heeft hij het niet moeilijk. Gezien God zeker niet zuiver rationeel is, maar juist de wereld overstijgt, zal elk simpel bewijs zo onnozel zijn, zo vol contradicties, dat een zwak bewijs in handen van een meesterrationalist geen schijn van kans krijgt. Er is echter één bewijs dat op de meeste mensen een diepe indruk nalaat en dat bewijs ligt nu net in de diepste expertise van Dawkins. Er resten ons nu nog twee vragen: hoe maakt Dawkins brandhout van dat argument en waarom zou een professor Algemeen Management columns wijden aan atheïsme? Wat heeft dat met zijn vakgebied te maken? Wellicht veel meer dan u vermoedt. Daarover volgende week meer.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content