Darwin achterna

Software-agents of “pc-kabouters” zullen de relatie tussen de mens en zijn pc fundamenteel veranderen. Vlaams wetenschapster Pattie Maes legde de basis voor deze technologie aan het Media Lab in Boston, verzamelde 3 miljoen dollar durfkapitaal en gaat met Agents Inc. de markt op.

Boston

Stel, dit is het jaar 2006. Het is maandagochtend, uw ontbijtkoffie was net niet verkwikkend genoeg en u komt slaperig het kantoor binnen gewaggeld. Geen nood. Ontwaak rustig verder, want uw “pc-kabouter” heeft voor u al een flink deel van de routineuze ochtendklus geklaard. Dit intelligente stukje software in het jargon een agent of softbot genaamd sorteerde voor u de elektronische post, filterde het ochtendnieuws, regelde een aantal dringende afspraken en zette alle prioriteiten van de dag op één rij. Dit alles, nog vóór u goed en wel aan uw computerscherm zit.

Is dit een realistisch toekomstscenario of een futuristische utopie ? Voor Pattie Maes (35 j.) Belgisch specialiste inzake artificiële intelligentie ( AI) aan het befaamde MIT Media Lab en één van de pioniers in het onderzoek naar software-agents is er geen twijfel. Softbots zullen de menselijke interaktie met computers in de eerstvolgende jaren fundamenteel beïnvloeden.

LEVEND.

In het vakblad Scientific American (sept. ’95) zette de Vlaamse onderzoekster onlangs haar merkwaardige visie uiteen : “Software-agents zullen als levende wezens op het computerscherm verschijnen en met behulp van gelaatsuitdrukkingen of gebarentaal hun boodschap aan de gebruiker overbrengen. En wij zullen, eerder dan op toetsenborden te tikken of met de muis te draaien, op een natuurlijke wijze zoals via spraak en lichaamstaal met hen leren kommuniceren.”

Ook de Britse marktonderzoeker Ovum noemt de agent-markt erg beloftevol. Hij voorspelt dat de omzet van die software in het jaar 2000 wereldwijd zal stijgen naar pakweg 2,6 miljard dollar (bruto). Nochtans. In de AI-gemeenschap wordt al jarenlang geëxperimenteerd met zogenaamde softbots. Commerciële resultaten bleven tot nog toe uit. “Vele vandaag op de markt beschikbare agents zijn nauwelijks die naam waardig,” geeft Pattie Maes toe. “Ze zijn niet erg intelligent en doen enkel wat de gebruiker hen opdraagt.”

Een voorbeeldje uit de praktijk is het programma Free Agent 1.0 dat deze zomer door het Californische softwarebedrijf FortÉ gratis op het Internet werd verspreid. Free Agent 1.0 leest en selekteert op automatische wijze berichten van diskussiegroepen de zgn. Usenet-groups. Het filtert dus de boodschappen die via e-mail in de elektronische postbus van de gebruiker binnenstromen. Handig, maar zonder extra programmatie is de software niet meer dan een domme gadget.

Pattie Maes verricht al sinds begin jaren ’90 onderzoek naar het agent-fenomeen en legde de lat iets hoger. Zegt ze : “We ontwikkelden een e-mail-agent die over de schouder van de gebruiker meekijkt. Met behulp van een bepaald algoritme speurt de software naar regelmatige gedragspatronen van de gebruiker en probeert die dan (op eigen houtje) te automatizeren.”

Zo kan de software-agent leren dat een manager ieder e-mail-bericht waarin het woordje “vergadering” voorkomt, doorstuurt naar zijn naaste medewerkers. En als de manager dit wil, dan kan de software-agent die mailing voortaan zelf uitvoeren. Dus dankzij z’n prille artificiële intelligentie, begint de softbot stilaan maar zeker een eigen artificieel leven te leiden.

DARWIN.

Softbots die door dergelijke ervaring hun gedrag op zelfstandige wijze aanpassen, zijn geen rariteit meer op het Media Lab. Zij gedragen zich in feite als primitieve, biologische organismen. “De volgende stap is dat deze agents ook leren van hun interaktie met andere software-agents op het Internet,” merkt Pattie Maes op. Zo komt een soort darwiniaanse artificiële evolutie tot stand, waarbij de efficiëntste en (dus) meest gebruikte agents via kruisbestuiving steeds slimmere agents voortbrengen.

“We stevenen af op een heus elektronisch ekosysteem,” verwacht Maes. “Op de computernetwerken van de 21ste eeuw zullen digitale levensvormen ontstaan, die dankzij hun nut en waarde voor bepaalde gebruikers overleven en zichzelf reproduceren. Deze agents zullen zich specializeren, de ene zal uitermate geschikt blijken voor het opzoeken of filteren van informatie, de andere zal databanken indexeren.”

Als om de daad bij het woord te voegen, plaatsten Pattie Maes en haar kollega’s vorig jaar een bèta– of testversie van firefly op het Internet het adres van de website is http://www.agents-inc.com. Hierop kan elke bezoeker zijn persoonlijke voorkeur voor muziek duidelijk maken. “Het principe is simpel,” legt Pattie Maes uit. “Elkeen die zijn muziekgenres specificeert, krijgt een persoonlijke software-agent die deze gegevens memorizeert. Elke agent gaat daarop zijn gegevens vergelijken met andere agents. Als nu blijkt dat de bezoekers A en B een gelijkaardige smaak hebben, en dat A een muziek-cd heeft opgegeven die B niet heeft vermeld, dan zal de software-agent van B deze cd aan B aanraden.”

COMMERCIEEL.

Intussen schreven al 28.000 bezoekers op het systeem in. Hoe meer input, hoe “slimmer” de software-agents worden. De proefsite kende zodanig veel bijval dat Pattie Maes samen met zes andere MIT-onderzoekers besloot om het systeem te commercializeren.

In maart van ’95 jl. zag de spin-off Agents Inc. het levenslicht. Twee gerespekteerde partners het durfkapitaalfonds Atlas Venture en de investeringsbankier Merryl Lynch legden samen 3 miljoen dollar startkapitaal op tafel en namen een minderheidsbelang. Nick Grouf, van de fusie- en overname-afdeling van Goldman Sachs, werd aangetrokken als algemeen manager.

Zegt Grouf : “Onze verwachtingen zijn hoog gespannen. Het aantal werknemers van Agents Inc. is al aangegroeid van 6 naar 28. Ik ga ervan uit dat de omzet op 4 verschillende manieren zal binnenvloeien. Eén : door de verkoop van de agent-software aan derden. Twee : door sponsoring en reklame. Drie : door het afsluiten van licentiekontrakten met (bijvoorbeeld) muziekwinkels. Vier : door de verkoop van relevante marktinformatie, die via het systeem wordt ingewonnen.”

Agents Inc. wil zich niet enkel beperken tot het firefly-projekt. Nick Grouf koestert plannen om in de nabije toekomst ook een adviessysteem voor boeken op het Internet te commercializeren. De technologie van The Webhunter een software-agent, ontwikkeld door het Media Lab, om de overvloed aanbod aan dokumenten op het World Wide Web te evalueren (zie http://webhound.www.media.mit.edu/projects/webhound) zou hierbij van pas kunnen komen.

Echte konkurrentie voor zijn agent-systemen ziet Nick Grouf pas ontstaan over een jaar “dan zullen ook de groten zich in de strijd mengen”. Een gedurfde bewering. Enig speurwerk leert dat ene David Whiteis met zijn The Similarities Engine net hetzelfde systeem aanbiedt op het Internet als de firefly van Agents Inc. (zie http://www.webcom.com/se). Voorlopig verkeert ook deze website nog in bèta-faze maar zo meldt Whiteis de technologie zal zo vlug mogelijk worden gecommercializeerd.

PIET DEPUYDT

PATTIE MAES EN NICK GROUF (AGENTS INC.) We stevenen af op een heus elektronisch ekosysteem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content