Complexe pensioenen zijn ongelijke pensioenen

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Ambtenaren, werknemers en zelfstandigen: de verschillende statuten maken het pensioenstelsel niet alleen ingewikkeld, het houdt ook de hoge ongelijkheid van de Belgische pensioenuitkeringen in stand.

Wie gedurende zijn loopbaan onder verschillende statuten heeft gewerkt, riskeert in veel gevallen een lager pensioen te krijgen dan een collega die altijd in hetzelfde statuut is gebleven. Tony Van Der Steen, de ombudsman voor de pensioenen, wees tijdens de voorstelling van zijn jaarverslag op de absurde situaties die het gevolg zijn van een gemengde loopbaan. Het meest sprekende voorbeeld is dat van een vrouw die sinds de dood van haar man recht heeft op een overlevingspensioen als werknemer én als zelfstandige omdat haar man een gemengde loopbaan had. Ze zou 964 euro kunnen krijgen. Maar omdat de vrouw ook werkte als zelfstandige én als werknemer, heeft ze slechts recht op 914 euro. Zij is het slachtoffer van de zeer uiteenlopende en complexe regels voor minimumpensioenen. Er bestaan bijvoorbeeld tien soorten minimumpensioenen.

Het rapport leert ook dat het na een gemengde loopbaan van dertig jaar mogelijk is dat een werknemer geen recht heeft op een minimumpensioen. Want de jaren dat iemand ambtenaar is geweest worden niet meegeteld om aan dertig jaar te geraken.

Op basis van het verslag van de ombudsdienst wil minister van Pensioenen Vincent Van Quickenborne (Open Vld) dat stappen worden gedaan om tot een gelijke toegang van de verschillende stelsels te komen, en dat er aan het einde van de loopbaan geen verschillen meer zijn tussen pensioenen op basis van het stelsel waarin men heeft gewerkt. Momenteel zijn er 608.369 gepensioneerden met gemengde loopbaan achter de rug. Dat is bijna 34 procent van het totaal, een aandeel dat de voorbije jaren langzaam maar zeker is gestegen.

Ambtenarenkoppels boven

Het onderscheid tussen ambtenaren-, werknemers- en zelfstandigenpensioenen verklaart in belangrijke mate de grote pensioenongelijkheid van het Belgische stelsel. Dat blijkt uit berekeningen van de Leuvense pensioenexpert Jos Berghman en de denktank Itinera. Die laatste berekende dat ongeveer 20 procent van de werknemers meer dan 1250 euro brutopensioen heeft. Bij de zelfstandigen is dat nog geen 10 procent, terwijl driekwart van de ambtenaren wel boven die grens zit.

Het onderzoek van Berghman toont bovendien aan dat er in België een sterke pensioenhomogamie bestaat: als het wettelijk pensioen van een partner hoog is, dan gaat dat samen met een hoog pensioen voor de andere partner. Een goed voorbeeld is een koppel dat twee ambtenarenpensioenen combineert. Met 4653 euro hebben die samen het hoogste wettelijk pensioen. Koppels met twee zelfstandigenpensioenen hebben met 1012 euro per maand het laagste wettelijk pensioen.

Zowel pensioenexperts als arbeidsmarktdeskundigen pleiten ervoor de verschillen tussen de statuten en de pensioenstelsels weg te werken. Een groeiend deel van de actieve bevolking kiest voor een gemengde loopbaan en zal dus recht hebben op een gemengd pensioen. Het risico om een deel van het pensioen te verliezen door een gemengde loopbaan vermindert de arbeidsmobiliteit, zeggen arbeidsmarktexperts. Het zet werknemers er ook toe aan eerder voor een overheidsjob te kiezen, wat in periodes van krapte op de arbeidsmarkt de privésector parten speelt. Ook het hoge ambtenarenpensioen krijgt steeds meer kritiek: door de gestegen levensverwachting is de intrinsieke waarde ervan sterk toegenomen.

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content