ARNHEM EN HET COLLOSEUM

Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

Arnhem.

UITSCHUIFBAAR VELD.

“Na het Colosseum van de Romeinen is dit het meest innovatieve stadion dat ooit in Europa is gebouwd.” Het zijn de woorden van Ernie Walker, voorzitter van de Stadioncommissie van de Europese voetbalbond Uefa. Walker heeft het niet over de nieuwe voetbaltempel van een Italiaanse, Spaanse of Engelse voetbalgrootheid, maar wel over het Gelredome-stadion van Vitesse Arnhem. Vitesse is een subtopper in de Nederlandse eredivisie, Arnhem is een rustige provinciestad (134.000 inwoners).

Omdat we de uitspraak van Walker aantroffen in een promotiemagazine voor het stadion was enige achterdocht op zijn plaats. Na een bezoek aan de Gelredome moeten we toegeven dat de inschatting van de Uefa-verantwoordelijke nog zo gek niet is. De Gelredome is met zijn 30.000 zitplaatsen nochtans niet bijzonder groot, het is ook niet echt mooi en het oogt weinig elegant. Het unieke van de Gelredome zit hem in het concept en de bijbehorende technische snufjes.

Karel Aalbers, voorzitter van Vitesse en initiatiefnemer van de Gelredome, vat dat concept graag samen in de term “omnifunctioneel stadion”. Hij onderscheidt drie typen (voetbal)stadions:

het echte voetbalstadion waar je alleen kan voetballen;

de multifunctionele stadions genre ArenA (Ajax Amsterdam) of de Kuip (Feyenoord Rotterdam) waar bijvoorbeeld ook popconcerten plaats kunnen vinden;

het omnifunctionele stadion dat ontworpen is met het oog op een veelsoortig gebruik en waar de Gelredome het eerste voorbeeld van is.

Eerste Europese voorbeeld dan wel, want Karel Aalbers haalde veel van zijn mosterd in de Verenigde Staten. Vooral de Astrodome in Houston diende als voorbeeld. Sportevenementen ontvangen mag dan nog wel de hoofdfunctie zijn van het omnifunctionele stadion, de andere evenementen zijn even belangrijk. Vandaar het – in twintig minuten sluitende – beweegbare dak op de Gelredome. Omdat het geen licht doorlaat is het stadion uitermate geschikt om met lichteffecten te werken.

Karel Aalbers ging ook voor de inrichting van de Gelredome zijn licht opsteken bij de Amerikanen. Comfort en gastvrijheid zijn in de Amerikaanse stadions geen loze begrippen. In de Gelredome komt dit onder meer tot uiting in een overdekte publiekspromenade rond het complex waar er naast “eettenten” ook plaats is voor (kindvriendelijke) animatie.

De Gelredome is evenwel meer dan een Europese kopie van een Amerikaanse succesformule. Paradepaardje – en een idee van de Vitesse-voorzitter zelf – is de Arnhemse oplossing voor een steeds terugkerend probleem bij een huwelijk tussen een voetbalstadion en een evenementenhal: wat gedaan met de grasmat? Voor de profvoetballer kan immers het beste kunstgras niet tippen aan de kwaliteiten van het natuurlijke product. Maar gras gedijt slecht in een omgeving waar er weinig buitenlucht aan kan. En mega-evenementen zijn – hoe men de grasmat ook beschermt – niet bevorderlijk voor de staat van het veld. Het ei dat Aalbers uit zijn voorzittershoed toverde, is het uitschuifbare veld. De grasmat van het stadion ligt in een enorme betonnen bak die door glijgoten met een snelheid van 90 centimeter per minuut het stadion wordt ingetrokken. In totaal duurt het in- of uitschuiven van de bak vijf uur. Na een voetbalmatch kan het veld buiten herstellen terwijl binnen de Backstreet Boys optreden.

Het verhaal van de Gelredome heeft ook een pijnlijke Belgische link. De man achter het idee voor het beweegbare dak van de Gelredome is de Duitse architect-ingenieur Josef Wund. Wund kwam in 1987 in contact met Karel Aalbers via voormalig Antwerp-trainer Georg Kessler. Die had in die periode gelijkaardige plannen voor het Antwerp-stadion. Wund haakte in Antwerpen echter af omdat hij, zoals hij zegt, “niet inging op de corruptiepraktijken.”

Laurenz Verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content