Antitrustzaken veranderen niets op het terrein

Op 24 maart is het twee jaar geleden dat de Europese Commissie Microsoft veroordeelde op basis van een antitrustklacht die in december 1998 door concurrent Sun was ingediend. Het effect van die veroordeling is nul. Het is zeer de vraag of de nieuwe antitrustklacht die zopas tegen Microsoft is ingediend, meer resultaat zal sorteren.

Microsoft heeft in de VS minnelijke schikkingen getroffen met alle tegenstanders en blijft zijn 70 % bedrijfswinstmarge boeken op zijn Officeproducten en 76 % op zijn pc-versies van Windows. Tachtig procent van de groepswinst van Microsoft komt uit segmenten die als monopolies worden gekarakteriseerd.

Waar Microsoft nog wel concurrentie heeft, is de bedrijfswinstmarge aanzienlijk lager – serversoftware haalt 38 %, MSN 10 %, Business Solutions 4 % en X-Box min 18 %.

Er is geen verandering in zicht. Voor een zakelijke gebruiker is elk probleem van incompatibiliteit met Office duurder dan de besparing die een concurrerend product kan opleveren. Omgekeerd geldt ook: om de concurrentie van zich af te slaan en zijn monopolierente te blijven boeken, moét Microsoft om de zoveel jaar dataformaten, programmeertalen en communicatieprotocols veranderen. Dat dit tegelijk de vooruitgang dient, is mooi meegenomen

Dit najaar verzet de gigant de bakens opnieuw met zijn Windows ‘Vista’, met een nieuwe Office 12 en een nieuwe Internet Explorer 7. En met een verse tros eigen formaten, geen steun voor de OpenDocument-beweging en een nieuwe eigen taal om webpagina’s te maken. Niet te verwonderen dat de concurrenten zopas een nieuwe antitrustklacht hebben ingediend. Een advocaat van Microsoft noemt het de “afwasbaktaktiek”. “Je gooit er alles in waar je maar over kan klagen en dan hoop je dat de Commissie er iets in vindt.”

Intussen ondermijnt Microsoft efficiënt de geloofwaardigheid van de Commissie met gedetailleerde beschuldigingen dat ze de goalpalen verplaatst tijdens de match en informatie over contacten met concurrenten achterhoudt. “Doel van de rechtszaak is niet het beschermen van concurrenten, maar van de concurrentie. Concurrenten hebben er een commercieel belang bij om zoveel mogelijk technologie van Microsoft te krijgen tegen een zo goedkoop mogelijke prijs,” doceert de advocaat van Microsoft.

In dat moeras heeft de Commissie zich met haar ongelukkig geformuleerde veroordeling van 24 maart 2004 vastgereden. Precies hoeveel informatie over zijn protocols – en tegen welke prijs – moet Microsoft vrijgeven om vrije mededinging mogelijk te maken? De tot nog toe gepubliceerde informatie over de communicatieprotocols is meer dan 12.000 pagina’s lang. Onvoldoende en onvoldoende bruikbaar, vindt de Commissie. Microsoft repliceert dat zijn concurrenten niet willen investeren in de specialisten en manuren om de documentatie onder de knie te krijgen.

Eind deze maand is de Europese Commissie aan Microsoft nog een hoorzitting schuldig. Daarna kan er over dagelijkse miljoenenboetes worden beslist. Maar de morele autoriteit is al verschoven naar het Europees Hof van Justitie, waar de zittingen over de grond van de zaak in eerste aanleg op 24 april beginnen. Als het daar ooit tot een eindvonnis komt – en als men het eens raakt over de modaliteiten van de uitvoering – zijn we jaren verder en is de uitspraak irrelevant voor de verdediging van de vrije concurrentie. Intussen blijft de kassa in Redmond rinkelen. Hasta la Vista, Neelie. Bruno Leijnse

Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content