Latijns-Amerika is een lichtpuntje in de wereldeconomie

© reuters

Nu de wereldeconomie futloos blijft, vormt Latijns-Amerika een relatief helder lichtpunt. In een jaar met weinig belangrijke verkiezingen krijgen de regeringen de gelegenheid om voort te gaan met hervormingen.

Nu de wereldeconomie futloos blijft, vormt Latijns-Amerika een relatief helder lichtpunt. In een jaar met weinig belangrijke verkiezingen krijgen de regeringen de gelegenheid om voort te gaan met hervormingen.

De economische groei in Latijns-Amerika is eerder solide dan spectaculair. Hij schommelt tussen 3 en 4 procent en dat is nauwelijks meer dan de 3,1 procent van 2012. De toename komt vooral op rekening van het herstel in Brazilië, waar de groei weer rond 4 procent draait dankzij de combinatie van lagere intresten en een verlaging van de bedrijfs- en verbruiksbelasting. Peru, Chili en Colombia groeien opnieuw boven het regionale gemiddelde.

De Latijns-Amerikanen kijken met argusogen naar China, dat voor velen de grootste handelspartner geworden is. Elk vermoeden dat de Chinese vertraging omslaat naar een inzinking, doet de grondstoffenprijzen in de regio kelderen. Omgekeerd is elke verbetering in Europa en de Verenigde Staten een opkikker.

In eigen huis zijn hervormingen die de productiviteit verhogen vereist om het tempo op te drijven. In dat verband gaat veel aandacht naar Enrique Peña Nieto, die op 1 december 2012 president van Mexico werd. Slaagt hij erin de ingrijpende veranderingen door te voeren die privé-investeringen in de energiesector mogelijk maken, te beginnen bij aardgas, diepzee-olie en raffinaderijen? De vooruitzichten zijn goed. In Brazilië legt Dilma Rousseff zich toe op de beloofde uitvoering van contracten voor de broodnodige privé-investeringen in infrastructuur.

Van de grotere landen staat alleen Chili voor presidentsverkiezingen in november 2013. Het wordt een nipte race tussen de centrumlinkse voormalige president Michelle Bachelet en Laurence Golborne van de regerende centrumrechtse alliantie. Bachelet zou wel eens kunnen geholpen worden door de heersende apathie.

2013 wordt een beslissend jaar voor president Cristina Fernández van Argentinië. Bij de halftijdse parlementsverkiezingen probeert ze in de buurt te komen van de tweederdemeerderheid die nodig is om de grondwet te wijzigen en haar toe te laten op te komen voor een derde opeenvolgende termijn. In maart kiest een overweldigende meerderheid van de 2600 inwoners van de Falklands ervoor een Brits overzees gebied te blijven in een referendum dat erop gericht is de rest van Latijns-Amerika ervan te overtuigen het zelfbeschikkingsrecht te respecteren en de steun voor de Argentijnse aanspraken op de archipel te laten vallen.

In Venezuela begint Hugo Chávez, gesterkt door zijn verkiezingsoverwinning in oktober, in januari aan een nieuwe termijn van zes jaar. Hij krijgt te maken met onzekerheid over zijn gezondheidstoestand en de noodzaak om te besparen na zijn aanval van spilzucht in 2012. De hervormingen in Cuba kunnen een sprong voorwaarts maken nadat ze in 2012 vertraging hadden opgelopen. Fidel Castro heeft al heel wat voorspellingen over zijn sterfelijkheid getrotseerd. Maar in 2013 loopt zijn geluk en zijn lang leven eindelijk toch af. Zijn dood biedt zijn broer Raúl de kans de ontluikende privésector van het land uit te breiden.

In 2013 komt het beste nieuws misschien wel uit Colombia. President Juan Manuel Santos koestert de hoop dat de vredesgesprekken die hij met de FARC opstartte een einde maken aan de oudste guerrillaopstand in Latijns-Amerika, die dateert van 1964. De regering wil de gesprekken, die grotendeels plaatsvinden in Havana, afronden voor de campagne voor de verkiezingen in mei 2014 van start gaat.

Michael Reid, redacteur Latijns-Amerika van The Economist

Partner Content