Tekort sociale zekerheid bedraagt 26 miljard euro

© belga

De Belgische sociale zekerheid heeft officieel een positief saldo, maar eigenlijk zit ze diep in het rood. Die put wordt gemaskeerd door de verschuiving van allerlei inkomsten van de begroting naar de sociale zekerheid.

Volgens recente gegevens van het beheerscomité van de sociale zekerheid klokt de RSZ van de zelfstandigen en die van de werknemers in 2011 samen af op een surplus van 2,18 miljard euro. Maar de officiële cijfers geven een vertekend beeld aangezien ze opgesmukt zijn met allerlei middelen die uit de federale schatkist komen. Normaal wordt de sociale zekerheid op basis van het verzekeringsprincipe gefinancierd door de sociale bijdragen.

Maar die maken nog amper 60 procent van de ontvangsten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid uit. De rest van de middelen moet dus van elders komen, in casu de federale schatkist. Als de sociale zekerheid een surplus vertoont, dan is dat vestzak-broekzak. Zonder die toelagen zou het tekort van de sociale zekerheid dit jaar 26,03 miljard euro bedragen. De federale schatkist stopt de RSZ dus 28,21 miljard euro toe.

Federale rijkstoelage Een overzicht van de federale toelagen aan de RSZ maakt dit duidelijk. De sociale zekerheid van werknemers kreeg in 2010 een extra rijkstoelage van 2,3 miljard. Dit jaar wordt dat 2,5 miljard euro. Samen met de al bestaande rijkstoelage komen we uit op 8,5 miljard euro. Daarnaast was er een renteloze lening van 953 miljoen euro in 2010 en 1,07 miljard in 2011. Ook de sociale zekerheid voor zelfstandigen kreeg de voorbije twee jaar een extra rijkstoelage van respectievelijk 255 en 277 miljoen euro. De totale rijkstoelage voor de RSZ zelfstandigen bedraagt daarmee dit jaar ongeveer 1,58 miljard euro. En er is meer. Doordat de ziekteverzekering onder de groeinorm van 4,5 procent blijft, vloeit het deel dat niet uitgegeven wordt terug naar de RSZ. In 2011 is dat 1,093 miljard euro.

Alternatieve financiering Naast de toelagen allerhande moeten we ook de zogenaamde alternatieve financiering van de sociale zekerheid in rekening nemen. Dat zijn vooral btw-middelen en accijnzen die worden doorgestort. Die lopen dit jaar op tot ongeveer 16 miljard euro. De alternatieve financiering moest aanvankelijk de kas van de sociale zekerheid spijzen ter compensatie van lagere sociale werkgeversbijdragen. Dat verlaagde de loonkosten van de bedrijven zonder dat de werknemers moesten inleveren.

In de eerste jaren van het stelsel was er sprake van een relatief evenwicht tussen lastenverlagingen en alternatieve financiering. Maar tegenwoordig wordt slechts 45 procent van die alternatieve financiering gebruikt als compensatie voor lastenverlagingen. De rest gaat onder andere naar gezondheidszorg en het stelsel van de dienstencheques.

A.M.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content