Buitenlandse investeringen creëren amper nog jobs in België

Vorig jaar leverde een buitenlandse investering 17 jobs op in ons land. Dat is zowat 40 procent onder het gemiddelde van de laatste tien jaar. Onze hoge loonkosten zijn de grote boosdoener.

Vorig jaar leverde een buitenlandse investering 17 jobs op in ons land. Dat is zowat 40 procent onder het gemiddelde van de laatste tien jaar. Onze hoge loonkosten zijn de grote boosdoener.
Het aantal buitenlandse investeringen is vorig jaar met ruim tien procent gestegen in België. Van 153 investeringen in 2011 ging het naar 169 vorig jaar. Maar de investeringen creëerden minder jobs. Een project leverde in 2011 gemiddeld 23 jobs op, een jaar later nog slechts 17. Door de grote terugval zakte de totale jobcreatie door buitenlandse investeringen van 3599 in 2011 naar 2939 in 2012. De cijfers komen uit de Barometer van de Belgische Attractiviteit, een jaarlijkse publicatie van auditor en consultant Ernst & Young.

Het gaat niet om een eenmalige tegenvaller. De jobcreatie kalft al jaren af, en zit nu op een tienjarig dieptepunt. In 2003 waren 77 buitenlandse investeringen nog goed voor gemiddeld 47 jobs, met een totale jobcreatie van 3608 als resultaat. Het jobgemiddelde per investering voor de laatste tien jaar is 28. De 17 jobs van vorig jaar zitten daar 40 procent onder.

Door de achteruitgang kan België niet langer het jobverlies compenseren als gevolg van bedrijfssluitingen en verhuizingen van buitenlandse investeerders. “Netto verliest België zonder meer inzake jobcreatie,” aldus de Barometer.

We doen ook veel slechter dan Europa. Vorig jaar zorgde een buitenlandse investering in Europa voor gemiddeld 45 jobs. Het Belgische gemiddelde ligt ruim 60 procent lager.

Kampioen loonkosten

België heeft de hoogste loonkosten van Europa, volgens Ernst & Young. Dat is de verklaring voor de lage arbeidsintensiteit van de buitenlandse investeringen. Het grootste aantal projecten vorig jaar, of 75 van de 169, waren investeringen in verkoop en marketing. De 75 projecten leverden amper 344 jobs op.

Productieprojecten doen beter. Met 57 waren ze goed voor 1359 nieuwe jobs, al ging het vooral om uitbreidingsinvesteringen en weinig nieuwe projecten. Het arbeidsintensiefst blijken investeringen in O&O te zijn. Zeven projecten leidden hier tot 418 jobs.

De trend naar lage arbeidsintensiteit is ook duidelijk in de cijfers van het eerste kwartaal van dit jaar. Ernst & Young tekende 9 buitenlandse investeringen op, tegen 22 in dezelfde periode vorig jaar. “Dat is niet alleen een dramatische terugval,” zegt Herwig Joosten, Managing Director Tax bij Ernst & Young. “Liefst 6 van de 9 projecten zijn investeringen in verkoop en marketing. Dat maakt dat welgeteld 3 investeringen echt jobs creëren. Ik ben zelf geschrokken van die cijfers.”

Notionele intrestaftrek lokt niet meer

België moet niet alleen zijn loonkosten drukken, aldus Joosten. “Het gemiddelde tarief van de vennootschapsbelasting in de EU is 23,5 procent. België valt met zijn 34 procent meteen uit de rij van kandidaten voor buitenlandse investeringen. Onze aftrekposten maken het verschil niet meer. Vaak gelden ze voor heel Europa, en onze notionele intrestaftrek is zodanig afgebouwd dat ze niet meer competitief is. De laatste drie jaar heb ik geen enkel bedrijf meer naar België gehaald met de notionele intrestaftrek. Wat rest van de notionele intrestaftrek is enkel nog voldoende om financiële beheercentra van buitenlandse bedrijven hier te houden.”

Een verlaging van de vennootschapsbelasting kunnen we financieren met hogere belastingen op energieverbruik en milieuvervuiling. “Er is ook ruimte voor hogere BTW-tarieven,” zegt Joosten. “Onze BTW-tarieven zitten in de Europese middenmoot. Een verhoging drukt de koopkracht, maar voor onze economie is de export veel belangrijker. Die ondervindt geen nadeel van hogere BTW-tarieven, wel van hoge loonkosten en vennootschapsbelastingen.”