De rijkdommen van de Noordpool komen in het vizier

© belga

Nu het ijs in de poolgebieden wegsmelt, ontstaan er steeds meer projecten om de natuurlijke rijkdommen aan te boren. Dat kan het milieu wel duur komen te staan.

Charles Haquet en Géraldine Meignan in L’Express
Barentszzee, zomer 2018. Buiten is het -30 graden. Op het olieplatform weerklinkt de sirene. Er is een ijsberg in zicht die over twee of drie uur tegen de installatie dreigt te botsen. Er is nog net tijd genoeg om de slangen die het gas naar de oppervlakte brengen los te koppelen en een paar mijl uit te wijken.

Met dat soort gevaren worden de ingenieurs van Total en Gazprom geconfronteerd als ze beginnen met de exploitatie van het gigantische Shtokman-gasveld voor de noordkust van Rusland. Ongetwijfeld zien ze in de verte Chinese schepen laveren tussen de ijsschollen en IJslandse vissers die hun netten uitwerpen in de doorgangen die door de ijsbrekers gemaakt werden.

Multinationals zijn beginnen dromen sinds de Russen in 2007 hun titaniumvlaggetje neerplantten op de bodem van de Noordelijke. Zeker nu de ijsmassa smelt als gevolg van de opwarming van de aarde. Om van de investeerders nog maar te zwijgen. Petroleum, zeetransport, visvangst, toerisme: de industriële uitbating van het gebied wakkert de hebzucht aan. Dit is de nieuwe witte goldrush.
Werken bij -50 graden

“De Noordpool? Dat is een tweede Midden-Oosten”, roept Michel Rocard uit. De gewezen Franse premier is tegenwoordig ambassadeur bij de Noordpool en de Zuidpool. De cijfers zijn duizelingwekkend. Volgens geoloog Yves Mathieu schuilt er onder de Poolzee voldoende petroleum voor een tot drie jaar wereldverbruik en genoeg gas om vijftien tot dertig jaar voort te kunnen. Voor de exploitatie moet duur gereedschap ontwikkeld worden dat weerstand kan bieden aan de extreme temperatuur en de ijsbergen.

“Op de schepen ontstaan sneeuwophopingen die ze aanzienlijk verzwaren”, vertelt Michel Hourcard, directeur ontwikkeling bij Total. “De bouw van een gasverwerkingsfabriek aan de Russische kust wordt een hele klus. De bodem bestaat uit turf en moet eerst gedraineerd worden.”

‘Een tweede Midden-Oosten’

“En dan hebben we het nog niet over de arbeidsomstandigheden. Als je een bril draagt en je blijft meer dan drie uur buiten bij een temperatuur van -50 graden, vriest het montuur vast aan je gezicht. Als je hem binnen afzet, komt de huid mee.” Dat ontmoedigt de prospectors niet. Hun ogen schitteren bij de gedachte aan zoveel minerale rijkdommen.

De reserves van het Shtokmanveld zouden even groot zijn als die van Qatar, de grootste ter wereld. En dan hebben we het nog niet over de reserves van het Yamalgebied, dat nog noordelijker ligt, op gronden aan de rand van de Karazee. Daarvan kennen we de omvang nog niet. Meer naar het westen lonken onder meer Exxon, Shell en Cairn Energy naar Canadese, Amerikaanse en Groenlandse velden.

De investeringen zijn gigantisch, 5 tot 10 miljard dollar naargelang de vindplaats en een rendabiliteitdrempel van 80 dollar per vat. Dat is de toestand vandaag en daar komt allicht weinig verandering in. De olieproductie wordt bijna voortdurend op een laag peil gehouden zodat niemand een daling van de olieprijs voorziet.

Kortere routes

De vraag is of de mens wel in staat is om die reserves veilig te ontginnen. “De oliereuzen beweren dat ze over de nodige knowhow beschikken. de plaatselijke bevolking, zoals de Inuit op Groenland, vertrouwen in de technologie”, zegt Jean-Christophe Victor, onderzoeker van het Laboratoire d’Etudes Politiques et d’Analyses

Cartographiques (Lépac). “Maar ik denk dat dit niet volstaat.”
Lange tijd kwam je in de afgelegen Arctische zeeën alleen zeehonden en atoomduikboten tegen. Tegenwoordig kan die ijswoestijn dienen als doorvaartroute voor de oververhitte wereldhandel. In 2008 waren er al 180 ijsvrije dagen, tegenover 140 in 1930. Die tendens zet zich door. Tussen 2005 en 2007 is de poolkap al een kwart kleiner.

Soevereiniteit

Over enkele jaren zijn de twee belangrijkste vaarroutes in het gebied bevaarbaar van juli tot september: de noordoostelijke doorvaart in Siberië en de noordwestelijke doorvaart langs de wirwar van eilandjes ten noorden van Canada. “De Siberische kust kan als eerste ontsloten worden”, schat Victor. “Ze valt gemakkelijker te bevaren en aan Russische zijde rijzen geen soevereiniteitsproblemen die wel bestaan tussen de Verenigde Staten en Canada.”

De grote reders staan niet te springen om aan de race deel te nemen. “Ze moeten zich uitrusten met specifieke, middelgrote schepen die tegen een lage snelheid varen, want de vaarwegen zijn er gevaarlijk”, klinkt de uitleg op het hoofdkwartier van de groep CMA-CGM.

“Maar al worden de afstanden minstens 5500 tot 7500 kilometer korter, ze zijn daarom niet sneller. De enige interessante routes zijn de routes die het noorden van Azië verbinden met het noorden van Europa.”

Veiligheid

Er is ook een compleet gebrek aan veiligheidsinfrastructuur. “Die routes moeten uitgerust worden met havens en duizenden lichtbakens en boeien. Het gebied moet ook betrouwbaar in kaart gebracht worden, een kolossale opdracht”, zegt Rocard. Vorig jaar liepen voor de kust van Canada en Siberië een petroleumtanker en een cruiseschip vast omdat hun kaarten onnauwkeurig waren.

Om te kunnen varen, moeten de schepen zich schikken naar de oekazes van de Russen. Zij breken de Siberische route open en eisen doorvaartrechten. “Dat is geval per geval anders. Een Canadese reder moest 3 miljoen dollar neertellen om te mogen passeren. Een andere, die ijzererts naar China bracht, 200.000 dollar”, vertelt Frédéric Lasserre, professor aan de Laval-universiteit van Québec. “De poolroutes dienen vooral om de ontgonnen mineralen en brandstoffen uit het hoge Noorden weg te voeren”, voorspelt Patrick Rondeau, de verantwoordelijke voor veiligheid en milieu bij de Franse redersfederatie.

China

Er is één land dat welbewust aanstuurt op de opening van een commerciële route: China. Het is geen toeval dat China, dat de helft van zijn bbp uit de wereldhandel haalt, al twee jaar probeert een permanent lid te worden van de Arctische Raad, het organisme dat de vijf aangrenzende landen omvat.

Onder het mom van wetenschappelijk onderzoek volgt China angstvallig alles wat op het poolijs gebeurt. De Xuelong (Sneeuwdraak), een voormalig Oekraïens vrachtschip, doorkruist de Arctische wateren. Tegen 2013 loopt een ijsbreker van de nieuwste generatie van stapel op de Chinese scheepswerven. Die kost 300 miljoen dollar, maar de Chinezen denken dat ze hem ooit rendabel kunnen maken.

Massa’s vissen migreren

De wateren die vrijkomen omdat het ijs smelt, komen in het vizier van grote visserijgroepen. Op dit ogenblik slepen de treilers hun netten vooral over de bodem van de Barentszzee en in de oostelijke en zuidelijke delen van de Noorse Zee. Ze vissen er op Groenlandse garnaal, tarbot, schelvis, haring, blauwe wijting en vooral Atlantische kabeljauw.

Er tekenen zich al nieuwe visgronden af in de arctische wateren. “We beschikken nog over weinig informatie. Er moet behoorlijk wat wetenschappelijk werk gebeuren”, zegt de Canadese oceaanonderzoeker Louis Fortier. In afwachting van meer duidelijkheid en om ongecontroleerde stroperij te vermijden, hebben de Verenigde Staten een moratorium afgekondigd.

Dat is een preventieve maatregel, want de schaarse vissen die zich in de arctische wateren voortplanten maken weinig kans om op ons bord terecht te komen, ze worden doorgaans verwerkt tot vismeel. Nieuwe soorten duiken ongetwijfeld op. Onder invloed van de opwarming van de aarde migreren elk jaar heel wat vissen noordwaarts. De zeebarbeel heeft het Kanaal al bereikt en vorig jaar werd makreel opgemerkt in de visrijke wateren rond IJsland.

Wetenschappers en politici moeten racen tegen de klok, legt Benjamin Planque, zeebioloog bij het Noors instituut voor maritiem onderzoek, uit. “Tegen de tijd dat de voorraden behoorlijk opgemeten zijn en er multilaterale akkoorden gesloten werden over de verdeling van de visrechten, zijn de soorten alweer vertrokken.”

De ijsvlakte zien voor ze verdwijnt

De treilers moeten binnenkort ook de ruimte delen met cruiseschepen die 1000 tot 2000 toeristen aanvoeren om de ijsberen te bekijken voor de kust van Spitsbergen. Jean-Luc Albouy doorkruist nu al 25 jaar de regio, te voet, met de zeilboot, de kajak of op een cruiseschip. De opwarming van de aarde is een meevaller voor zijn reisagentschap Grand Nord Grand Large, dat hij

vier jaar geleden kocht van Voyageurs du Monde.
Elk jaar wagen zich 1,5 miljoen toeristen op het poolijs. Expedities naar de Svalbardarchipel, onderdompeling in de wereld van de Inuit, skitochten in Siberië, meevaren met een ijsbreker of cruises in de Poolzee, ondanks hun exorbitante prijs worden de activiteiten steeds talrijker. Om twee weken door te brengen op een Russische ijsbreker, de 90ste breedtegraad te bereiken en met een helikopter over de ijsvlakte te vliegen betaal je 30.000 dollar per persoon in een tweepersoonscabine. “Toeristen staan te drummen om het poolijs te zien voor het verdwijnt”, zegt Albouy enthousiast.

L’Expansion

Partner Content