De balans: ook bij rampbeheer is in België iedereen bevoegd maar niemand verantwoordelijk

Beeld uit Pepinster na de overstromingen. (27 juli 2021) © Belga Image
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Drie weken na de overstromingen loopt de crisisaanpak in het Luikse rampgebied mank. In Vlaanderen krijgt de federale regering kritiek, omdat ze het crisisbeheer te snel aan het Waalse en het provinciale bestuur overliet. In Wallonië staat men dan weer wantrouwig tegenover federale bemoeienissen. Het resultaat is een weinig fraai spektakel.

Vorige week kregen slachtoffers van de Waalse overstromingsramp voedselpakketten van het Rode Kruis. Alleen konden ze er niets mee aanvangen. De gerechten moesten worden opgewarmd in een oven, terwijl duizenden mensen niet eens meer over een keuken beschikken. Een ander verhaal: militairen die puin komen ruimen, worden van hot naar her gestuurd. In verschillende gemeenten verbiedt de lokale overheid dat de bevolking zelf puin ruimt. Slachtoffers van de ramp krijgen pas na drie weken ergens onderdak, onder andere in een militaire kazerne.

De aanpak van de crisis na de overstromingen kan dus veel beter. Opvallend is dat men ook hier in Vlaanderen en Wallonië op een andere manier tegen de zaken aankijkt. In Vlaanderen wordt met een beschuldigende vinger gewezen naar de federale regering-De Croo. Zeer snel – op 26 juli of 12 dagen na de ramp – droeg minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) de coördinatie over aan het provinciale niveau. De acute fase van de ramp was voorbij en gelijk ging de federale ploeg met vakantie. Het enige teken van leven uit die hoek de voorbije dagen waren tweets over de Olympische Spelen.

Vrees voor Vlaamse inmenging

Maar nu is toch beslist om een federale ondersteuningscel op te zetten, die de Waalse regering en het Luikse provinciebestuur moet ondersteunen. ‘Ondersteunen’ betekent niet ‘vervangen’, want dat zou in Wallonië gepercipieerd worden als de federale overheid die de moeial speelt. En in Wallonië staat de federale overheid gelijk aan Vlaanderen.

Het is een oude Waalse frustratie: de federale overheid is welkom als geld ter sprake komt, maar voor de rest moet ze zich ze veraf houden van de Waalse aangelegenheden. Een oude echo van L’etat belgo-flamand, waar in het verleden vooral de PS het vaak over had. Dat vertaalt zich zelfs in onze instellingen en staatsstructuur. In België is er geen hiërarchie van de normen, waarbij een federale wet boven een decreet van een gewest kan staan. Dat was een oude Waalse eis, om te verhinderen dat het door Vlamingen zowel economisch als demografisch gedomineerde federale niveau de Walen zou “overrulen”.

Naar verluidt, kon de federale fase van het rampenplan voor Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) eind juli niet snel genoeg afgelopen zijn. Dat dat nu wordt bijgestuurd, is pijnlijk voor deze oudgediende in de politiek.

Gouverneurs als ceremoniemeesters

Bij het crisisbeleid wordt ook met een beschuldigende vinger gewezen naar de Luikse gouverneur Hervé Jamar, die weinig doortastend zou optreden. Niet verwonderlijk, want nog meer dan in Vlaanderen zijn gouverneurs bezuiden de taalgrens een soort van protocollaire ceremoniemeesters.

Meteen ligt de vinger gelegd op een zere plek: België telt tal van beleidsniveaus, en ook bij rampbeheer is iedereen bevoegd maar niemand verantwoordelijk. De vraag blijft of de naweeën van de ramp straks op een efficiëntere manier zullen worden aangepakt.

Iedereen heeft mes gezet in de overheidsdiensten

Wel zeker is dat het debat over de middelen en de taken van de overheid wordt aangezwengeld. Is er de voorbije jaren niet te veel bespaard op kerntaken als defensie, veiligheid en hulpverlening? De recente getuigenis van legertopman Marc Thys in Terzake was ontluisterend. “Het is roeien met de riemen die je hebt en die riemen zijn heel kort geworden.” Hij gaf het voorbeeld van de genietroepen, die niet meer in staat zijn een noodbrug te bouwen.

Worden hier straks lessen uit getrokken? Zowat alle politieke partijen benadrukken dat meer middelen moeten gaan naar basistaken van de overheid. Maar iedereen heeft in het verleden het mes gezet in die budgetten. Aan de rechterzijde omdat het een gemakkelijke manier was om de begrotingsdoelstellingen te halen. De linkse partijen hadden enkel oog voor de financiering van de sociale zekerheid, waarbij de middelen trouwens vaak niet terechtkomen waar het moet. De rest was van geen tel. Nu zitten we met de gevolgen van dat gebrek aan langetermijnvisie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content