Daan Killemaes

Waar blijft het plan, premier?

Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

“Een exitstrategie moet elke minuut de eerste bekommernis van de beleidsmakers zijn”, zei de Britse epidemioloog Neil Ferguson vorige week in de Financial Times. De man heeft overschot van gelijk. Hoe groot de economische schade van de coronacrisis wordt, hangt grotendeels af van de kwaliteit van de exitstrategie.

Maak er een potje van, en de economie zinkt weg in een moeras van herhaalde lockdowns. Teken een duidelijk en haalbaar plan uit, en je blaast de economie nieuw leven in, zonder de volksgezondheid opnieuw in gevaar te brengen.

Voor België dreigt dat een riskante oefening te worden. De eerste poging tot versoepeling eindigde in chaos en onbegrip. Dit land blinkt voorlopig uit in een gebrek aan overleg, leiderschap en eenheid van commando. Zo gaat het niet lukken, want als de economie vandaag één grondstof nodig heeft, dan is het een minimum aan zekerheid en een maximum aan perspectief. Een U-vormig economisch herstel is pijnlijk maar verteerbaar. Een L-vormig herstel, of dus geen herstel, legt een zware hypotheek op de welvaart.

Gemakkelijk wordt het niet om een succesvolle exitstrategie uit te tekenen, ook bij gebrek aan ervaring. Om het met een Chinees spreekwoord te zeggen: we zullen de rivier moeten oversteken door de stenen onder onze voeten te voelen. De terugkeer naar een normale werking zal stap per stap moeten gebeuren, waarbij het elke keer bang afwachten is of de afbouw van maatregelen de virustest overleeft. De capaciteit van de intensievezorgafdelingen blijft de rode lijn die niet overschreden mag worden. Bovendien blijft de overkant van de rivier, de wereld van twee maanden geleden, onbereikbaar zolang er geen vaccin is. De coronacrisis zal een bijzonder lange staart hebben. Het risico op een heropflakkering zal nooit ver weg zijn, maar er is geen andere keuze dan de eerste stap te doen. Is de factuur van een losgeslagen virus onbetaalbaar, dan loopt ook het prijskaartje van een langdurige lockdown te hoog op.

Waar blijft het plan, premier?

De regering moet het warm water niet uitvinden. Leer van de landen die met enig succes de epidemie onder controle krijgen. Dat impliceert een uitgebreid test&trace-programma, zodat het risico op besmetting ingeperkt kan worden en nieuwe haarden snel gedetecteerd en ingedamd worden. De snelheid van reactie is van cruciaal belang om de schade te beperken. Dat impliceert ook het dragen van mondmaskers op plaatsen waar afstand houden moeilijk is, zoals in winkels of in het openbaar vervoer. Dat impliceert een gefaseerde aanpak, volgens sector, regio en leeftijd. Het meest kwetsbare deel van de bevolking zullen we nog maandenlang moeten afzonderen en extra beschermen, tot er een vaccin is. Het heeft geen zin de economie lam te leggen om de crisis in de woon-zorgcentra aan te pakken. Gelukkig is er het besef dat we met twee epidemieën kampen, een in de zorgcentra en een buiten de zorgcentra, die elk een andere aanpak vragen.

België moet in een rotvaart de sprong maken van beschamend amateurisme, met de saga van de mondmaskers als exponent, naar een doortastende bekwaamheid. Maar als iedereen zijn job doet, is enig optimisme gewettigd. De Duitse aanpak bijvoorbeeld lijkt te werken. Bondskanselier Angela Merkel gaf de burger vorige week moed door te melden dat het reproductiecijfer van covid-19 gedaald is tot 1. Dat wil zeggen dat iemand die besmet is, nog één andere persoon besmet. De epidemie blijft zo onder controle. Nu wordt het de kunst om dat reproductiecijfer onder 1 te duwen en te houden, zodat de epidemie kan uitdoven. Zonder maatregelen wordt het reproductiecijfer van covid-19 op 2,5 geschat. Dat blijft een sterke tegenstander. Stijgt het cijfer tot 1,1, dan botst Duitsland in november opnieuw tegen de limieten van zijn gezondheidszorg aan. De exitstrategie zal dan gefaald hebben. Dat moet inderdaad elke minuut de belangrijkste bekommernis van de beleidsmakers zijn.

Partner Content