Taxshift van 2 miljard euro: tot 35.000 extra jobs

© belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Een belastingverschuiving weg van arbeid kan tot 35.000 nettojobs extra opleveren. Dan moeten wel de werkgeversbijdragen verder verlaagd worden. Wat de compenserende inkomsten betreft, biedt een hogere btw zonder indexaanpassing de beste garantie op een positief jobeffect.

De werkgeversorganisaties, het VBO voorop, voelen al een tijd nattigheid: na de indexsprong en de lastenverlagingen van in totaal zo’n 1 miljard euro denken de werkgevers dat ze bij de doorvoering van de taxshift niet meer zouden kunnen rekenen op een verdere verlaging van de loonkosten via de werkgeversbijdragen. De federale regering zou eerder Jan Modaal willen belonen: via verminderde werknemersbijdragen of een hervorming van de personenbelasting.

De boodschap van VBO-topman Pieter Timmermans in enkele kranten en tv-interviews was dan ook duidelijk: eerst moeten de werkgeversbijdragen verder omlaag, pas nadien kan de regering werk maken van hogere nettolonen via een aangepaste fiscaliteit. Hij wijst daarbij op de historische loonhandicap van 16 procent (in uurloonkosten berekend) die tegen eind volgend jaar gedaald zal zijn naar 13 procent.

Het VBO wil die handicap verder doen afnemen, onder andere door de verlaging van de werkgeversbijdragen van 33 naar 25 procent, die in het regeerakkoord staat. Timmermans spreekt van een extra inspanning van 2,5 tot 3 miljard euro.

De VBO-topman kan zich in zijn pleidooi beroepen op een hele reeks onderzoeken. Zo leveren analyses van het Federaal Planbureau en de Nationale Bank over de impact van lastenverlagingen via de werkgeversbijdragen belangrijke cijfermatige munitie voor de werkgevers. Daaruit blijkt dat een verlaging van de lasten op de laagste lonen met 0,5 procent van het bbp (nu is dat 2 miljard euro) netto tot 35.000 banen extra oplevert. Bij een algemene loonlastenverlaging via de werkgeversbijdragen wordt de extra jobcreatie op 25.000 geschat. Het positieve effect van een verlaging van de werknemersbijdragen is veel minder groot. Het zou maximaal 10.000 nieuw jobs opleveren. Dat is ook normaal. Een verlaging van de werknemersbijdragen, omgezet in een hoger loon, versterkt wel de koopkracht van de werknemers, maar heeft geen loonkostenverlagend effect voor de bedrijven.

Ook extraatjes voor de werknemers

In de studies van het Planbureau en de Nationale Bank zijn evenwel ook argumenten te vinden voor een vermindering van de lasten op arbeid via een combinatie van lagere werkgeversbijdragen en extraatjes voor de werknemers. Dat is wat de federale regering van plan is.

Na toekenning van lagere loonkosten aan de werkgevers komen de vakbonden steevast met hogere looneisen bij de volgende loononderhandelingen. Een constante vrees van de werkgevers is dat lastenverlagingen geneutraliseerd worden door hogere brutolonen. Wanneer de werknemers ook een ‘cadeautje’ krijgen via lagere werknemersbijdragen die worden omgezet in een hoger loon, zal de eis tot loondrift van de vakbonden minder groot zijn.

Al schuilt hier nog een addertje onder het gras: lagere werknemersbijdragen verhogen het netto belastbaar inkomen, waardoor een werknemer snel in een hogere belastingschaal komt. Zo vloeit minstens een derde van de extra koopkracht terug naar de staatskas. De verhoging van de koopkracht van de werknemers gebeurt dan ook het best via de personenbelasting, bijvoorbeeld door een aanpassing van de marginale belastingtarieven. Wie iets meer verdient dan het minimumloon wordt nu in de personenbelasting belast tegen een tarief van 40 procent, wie het gemiddelde brutoloon verdient (zo’n 3350 euro per maand) komt al in de hoogste schijf van 50 procent terecht.

In de discussie over de taxshift is het DNA van de lastenverlaging één zaak. Een andere is de financiering van die loonkostenverlaging. Dat wordt voor de regering een harde noot om kraken. Sommige nieuwe of hogere belastingen kunnen de positieve effecten van lagere loonkosten op de tewerkstelling tenietdoen. Zo is het niet zeker dat een aantal compenserende maatregelen die de bedrijven meer belasten – bijvoorbeeld hogere CO2-taksen, heffing op de toegevoegde waarde (HTW) en vennootschapsbelasting – toch voor jobcreatie zouden zorgen. Deze maatregelen hebben het risico dat ondernemingen verhuizen, met als gevolg minder investeringen en dus minder jobcreatie.

Dan toch maar de btw

Een taxshift gecompenseerd door een hogere personenbelasting, een hogere roerende voorheffing of een algemene sociale bijdrage zou volgens het Planbureau voor een substantiële jobcreatie zorgen. Al vermeldt het onderzoek meteen ook hier dat de simulaties geen rekening houden met gedragswijzigingen als kapitaalvlucht bij een hogere roerende voorheffing. Of met het negatieve effect van een hogere personenbelasting op de werkgelegenheid: mensen zullen in dat geval minder snel geneigd zijn een job te zoeken.

Daarom blijft een belastingverschuiving via btw te verkiezen boven de alternatieven. Die zorgt voor 17.000 extra jobs bij een algemene lastenverlaging en voor 30.000 nieuwe banen bij een gerichte daling van de loonkosten. Die hogere btw moet dan wel via de index geneutraliseerd worden.

Lees het volledige artikel in Trends van deze week.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content