Alain Mouton

‘Sterkere band tussen werk en pensioen is wellicht ijdele hoop’

Alain Mouton Redacteur bij Trends

Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert wil van de geplande pensioenhervorming gebruik maken om de band tussen werk en de pensioenuitkering te versterken. Wie recht wil hebben op een minimumpensioen, moet minstens twintig jaar effectief gewerkt hebben. Nu worden ook periodes dat men niet werkt meegeteld in de berekening van pensioenrechten. Vraag is of de linkse Vivaldi-partijen daarin meegaan. Zij hebben hun buit, het minimumpensioen van 1500 euro bij een volledige loopbaan, al binnen.

Het is een van de najaarswerven voor de regering-De Croo: een brede pensioenhervorming. Minister van Pensioenen Karin Lalieux (PS) moet met voorstellen komen waarover onderhandeld kan worden in de regering. Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert wacht niet af en lost in Het Laatste Nieuws al een schot voor de boeg. Hij wil de band tussen werk en pensioenuitkering versterken: iemand heeft pas recht op een minimumpensioen als die twintig jaar echt heeft gewerkt.

Momenteel heeft iemand recht op een minimumpensioen na een loopbaan van dertig jaar. En hoe langer de loopbaan, hoe hoger het pensioen. Alleen moet er in die dertig jaar niet noodzakelijk altijd gewerkt te worden. Periodes van ziekte, invaliditeit of werkloosheid worden in zekere mate meegeteld bij de opbouw van pensioenrechten. Dat wil zeggen dat iemand die jaren werkloos is geweest evenveel pensioen krijgt als iemand die dertig jaar zonder onderbreking heeft gewerkt.

Dat zogenomede stelsel van de gelijkgestelde periodes is de voorbije jaren aangepast, maar Lachaert wil van de pensioenhervorming gebruikmaken om het nog strenger te maken. Het vertrekpunt blijft dat iemand pas na een loopbaan van dertig jaar recht heeft op een minimumpensioen, maar in die dertig jaar moet er twintig jaar effectief worden gewerkt. Is dat niet zo, dan is de uitkering lager.

Sterkere band tussen werk en pensioen is wellicht ijdele hoop.

Een logisch voorstel, want het systeem van de gelijkgestelde periodes is een van de zwakke punten van ons pensioenstelsel. Een paar jaar geleden verrichte de socialistische vakbond ABVV daar onderzoek naar. Het bleek dat wie na een loopbaan van 42 jaar met pensioen gaat, daarvan slechts 28 jaar effectief gewerkt. Gemiddeld bestaat de loopbaan voor een derde uit gelijkgestelde periodes.

De PS heeft al een trofee binnen

Dat systeem is niet langer houdbaar en Lachaert heeft overschot van gelijk met zijn voorstel. Vraag is of de andere Vivaldi-partijen bereid zijn mee te stappen in die hervorming. Dat lijkt ijdele hoop. Zij hebben hun trofee al binnen, namelijk een hoger netto minimumpensioen. De regering-De Croo heeft in het regeerakkoord afgesproken dat het minimumpensioen op termijn wordt opgetrokken tot 1500 euro netto bij een volledige loopbaan van 45 jaar. Wie 30 jaar heeft gewerkt, zou recht hebben op 1000 euro. Lachaert geeft toe dat dit voorstel al op tafel lag tijdens de regeringsonderhandelingen. “Het had ook bijna het regeerakkoord gehaald, maar de PS vond dat het toen iets te snel ging en wilde nog enkele zaken verifiëren. Maar het was wel bespreekbaar voor de Waalse socialisten.”

Kan best zijn, maar waarom werd dit een jaar geleden niet afgeklopt? Wie de voorbije maanden probeerde te achterhalen welke pensioenhervormingen Karin Lalieux wou doorvoeren, hoorde weinig over gelijkgestelde periodes of het versterken van de band tussen werk en pensioen. Ze had het vooral over zwaarder belasten van aanvullende pensioenen en pensioensparen. Voor Open Vld was dat toen onbespreekbaar.

Het zou natuurlijk kunnen dat het voorstel van de Open Vld-voorzitter een één-tweetje is met de PS: de pensioenhervorming wordt een liberaal-socialistische afruil: het versterken van de band tussen werk en pensioen enerzijds en het zwaarder belasten van aanvullende pensioenen anderzijds. Maar zo’n compromis is de naam pensioenhervorming niet waardig. Er is meer nodig. Een verdere hervorming van de ambtenarenpensioenen, een discussie over het nut van pensioenplafonds (bijdragen van werknemers zijn niet geplafonneerd, uitkeringen wel), het probleem van de beperkte rechten bij een gemengde loopbaan, het herinvoeren van een pensioenmalus waarbij vroeger stoppen effectiever wordt bestraft.

Zoals Voka-hoofdeconoom Bart Van Craeynest stelt: “Tegen 2050 zijn de jaarlijkse pensioenuitgaven 13 miljard hoger in euro’s van vandaag (en dat is een optimistische raming). Er is hopelijk meer op komst dan enkel wat gesleutel aan de voorwaarden voor het minimumpensioen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content