Stefan Dercon (Universiteit van Oxford): ‘Truss is ideologisch. Dat is het grote risico’

Liz Truss wordt de nieuwe Britse premier. (Foto genomen in Londen, op 4 september 2022) © REUTERS
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Liz Truss wordt de nieuwe Britse premier. Of dat betekent dat ook betere tijden aanbreken voor de Britten, durft de Vlaamse Oxfordeconoom Stefan Dercon te betwijfelen. Hij was de beleidsadviseur van Truss toen zij nog Brits minister van Buitenlandse Zaken was.

Wordt Liz Truss de nieuwe Margaret Thatcher? Stefan Dercon moet spontaan even grinniken bij de vraag. De nieuwe Britse premier mag zich dan graag vergelijken met de legendarische Iron Lady, Dercon denkt daar anders over. De Vlaamse hoogleraar Ontwikkelingseconomie aan de Universiteit van Oxford was van september 2021 tot mei 2022 haar rechtstreekse adviseur, en maakte haar zo van dichtbij mee. “Truss probeert zich het imago van Margaret Thatcher aan te meten, maar daarvoor ontbreekt het haar aan mediapersoonlijkheid. Ze is niet telegeniek, en communicatie met het grote publiek zal moeilijk worden. Anderzijds heeft Truss de voorbije jaren geregeld verbaasd als politica. Ook nu weer. Weinigen hadden gedacht dat ze het zo snel tot premier zou brengen. Wellicht gaat ze ons nog meer verbazen. Vergeet niet dat velen destijds ook van Margaret Thatcher dachten dat ze het niet ging kunnen.”

In elk geval heeft Truss een tomeloze ambitie, al is die vooral carrièregericht. “Vanaf het moment dat ze Buitenlandse Zaken onder zich kreeg, was het duidelijk dat ze in één ding geïnteresseerd was: het premierschap”, zegt Dercon. “Ze heeft dat briljant gespeeld. Al die tijd deed ze het overkomen alsof ze loyaal was aan premier Boris Johnson, terwijl ze in werkelijkheid op zijn job aasde. Blinde ambitie gewoon.”

Hoe is zij als persoon?

STEFAN DERCON. “Ze is een geslepen politicus. Dat zag je ook aan de tactische manier waarop ze beleid voerde als minister van Buitenlandse Zaken, met een goede neus voor wat politiek en electoraal scoort op een bepaald moment. Truss is geen groot strategisch denker, maar strategisch denken is dan ook haar zorg niet. Truss is één van die dagjespolitici, en die kunnen heel effectief zijn. Maar premier worden is een grote stap voor haar. Het zou me niet verbazen dat haar stijl haar al snel in de problemen brengt. Ze verandert gemakkelijk van mening, al heeft ze daar altijd wel een uitleg voor. Maar die verandering is telkens tactisch. Het heeft weinig te maken met principes en strategie.”

Zal die stijl zich tegen haar keren nu de ene na de andere staking het Britse sociale klimaat verzuurt?

DERCON. “Misschien kan zij die stakingen net in haar voordeel doen uitdraaien. Margaret Thatcher is aan de macht gekomen door handig in te spelen op de onvrede tijdens de zogenoemde winter of discontent van 1978-1979, toen stakingen van de overheidsdiensten de Britse samenleving ontregelden. Nu krijgen de Britten weeral een stakingsgolf over zich heen – het spoor, de metro, de post, noem maar op – en lijkt er nieuwe winter of discontent op komt. Truss zal die onvrede zeker niet proberen tegen te houden, maar er electoraal profijt proberen uit te halen. Vele mensen twijfelen aan haar legitimiteit. Ze is niet verkozen geweest als eerste minister. Ze zou weleens de polarisering van deze winter kunnen aangrijpen om verkiezingen uit te schrijven, erop rekenend dat de misnoegdheid in het voordeel van haar Conservatieve Partij zal spelen. Want hoewel het socialistische Labour probeert een stukje afstand te nemen van de stakingen, zal die partij er niettemin mee geïdentificeerd worden.”

Blijft het geen gevaarlijk avontuur: politieke munt slaan uit polarisering?

DERCON. “De Britse politiek is de Amerikaanse nog niet. Truss is geen populistische politica, maar een ideologische politica. Zij wil teruggaan – of toch minstens de indruk wekken terug te gaan – naar de recepten van Thatcher en de voormalige Amerikaanse president Ronald Reagan: lage belastingen, weg met de bureaucratie, kleine overheid, dat soort zaken. Zij gebruikt dus de polarisering om een ideologisch gevecht te voeren. Of haar recepten effectief iets zullen uithalen, moeten we nog zien. Neem nu die belastingverlaging. Dat stimuleert de consumentenvraag, en zal daarom in deze tijden van torenhoge inflatie de prijzen alleen maar verder omhoog jagen. Bovendien kent het Verenigd Koninkrijk een progressief belastingsysteem, zodat een belastingverlaging meer in het voordeel van de rijken dan van de armen zal spelen. Niet dat Truss veel oor heeft naar dat soort adviezen. Ik was haar adviseur, maar Truss moest geen advies hebben. Nogmaals, Truss is ideologisch. Dat is het grote risico.”

Zou Rishi Sunak, haar tegenspeler in de strijd om het Britse premierschap, een betere leider voor het land zijn geweest?

DERCON. “Waarschijnlijk wel. Net zoals Truss is Sunak rechts, al is hij gedurende de campagne opgeschoven naar centrum-rechts. Maar zeker op vlak van economisch beleid is hij niet zo naïef ideologisch als Truss. Als gewezen minister van Financiën weet Sunak beter hoe de Britse economie werkt. Om een voorbeeld te geven: toen de Bank of England (de Britse centrale bank, nvdr) voorspelde dat de economie op een recessie afstevende, zei Truss onmiddellijk dat ze dat niet geloofde. ‘We can stop it‘, zei ze. Maar we zullen de recessie niet kunnen stoppen, hooguit de effecten ervan verzachten. Je moet daar realistisch in zijn, en Sunak is een realistische politicus. But realism doesn’t sell, en al zeker niet bij de leden van de Conservatieve Partij, wiens stemmen Sunak moest zien te winnen. De grote meerderheid van de leden van de Conservatieve Partij is ouder dan 65 jaar. Het zijn mensen die een beetje in het verleden leven, veel conservatiever zijn dan de gemiddelde Britse kiezer, en doorgaans bemiddeld zijn. Van de omhoogschietende facturen hebben zij minder last. Ze moeten niet terugvallen op een overheidspensioentje. Zij hebben een privépensioen en aandelenopties. Dat zijn rijke mensen. De slogans van Truss over lage belastingen en een kleine overheid gaan er bij deze mensen in als zoete koek.”

Truss heeft het blijkbaar ook niet hoog op met de onafhankelijkheid van de centrale bank.

DERCON. “Ze liet inderdaad doorschemeren dat de Bank of England minder onafhankelijk zou moeten zijn. Volgens haar heeft Bank of England het rentebeleid verkeerd aangepakt en stevenen we daarom op een recessie af. Nu, ik wil gerust een discussie houden over het rentebeleid. Maar je gaat als politicus toch niet beweren dat je het beter gaat doen dan de centrale bank? Het is precies om politieke spelletjes met de rente te vermijden dat de centrale bank onafhankelijk is. Maar goed, she created noise. Ze heeft de indruk gegeven de zaak te willen aanpakken. Er is nu een beetje schrik dat ze de onafhankelijkheid van de Bank of England daadwerkelijk in gevaar zal brengen. Maar ik denk niet dat ze dat zal doen. Al is de onzekerheid die Truss zo creëert niet goed voor de economie .”

Intussen moeten de Britten op hun tanden bijten. In juli bedroeg de inflatie 10,1 procent, tegen 8,9 procent in de eurozone. Waarom is de Britse inflatie hoger dan de onze?

DERCON. “De Britten produceren weinig zelf. Transport naar een eiland kost geld. En als je veel invoert, dan voer je de inflatie mee in. De Britse economie is altijd veel gevoeliger geweest voor bewegingen in internationale prijzen via ingevoerde inflatie. Bovendien kennen de Britten geen loonindexering of sociaal overleg, waardoor je krachtiger loon-prijsspiralen krijgt. Als de lonen in een bepaalde sector stijgen, bijvoorbeeld door vakbondsacties, dan willen de andere sectoren die achterstand inhalen.”

In veel westerse landen komt de welvaart onder druk door de lage productiviteitsgroei. In het VK is die productiviteitsgroei extra laag. Hoe komt dat?

DERCON. “Niemand weet dat exact. Sinds de financiële crisis van 2007-2008 is de Britse productiviteitsgroei gewoon stilgevallen. De Britse economie is erg gericht op diensten, waar de productiviteitsgroei altijd een beetje een illusie is. Kijk hoe de banken opnieuw ter aarde zijn moeten neerdalen na de financiële crisis. Andere mogelijke verklaringen zijn de permanente aanvoer van goedkope arbeidskrachten – grotendeels door immigratie – en een flexibele arbeidsmarkt. Zo ontbreekt de druk voor bedrijven om te investeren in moderne machines en apparatuur, met achterblijvende productiviteit tot gevolg. Vergeet ook niet de ondermaatse overheidsinvesteringen door het besparingsbeleid sinds de financiële crisis.”

Critici wijzen ook naar de hardnekkige ongelijkheid, zeker in vergelijking met het Europese vasteland.

DERCON. “De Britse inkomensongelijkheid is niet veel groter dan de onze. Het probleem zit hem vooral in de vermogensongelijkheid. Dat heeft dan weer te maken met de hoge huizenprijzen, zodat vele jongeren zich geen huis kunnen veroorloven, met zogenoemde intergenerationele ongelijkheid tot gevolg. Er is ook een grote geografische ongelijkheid: Londen en het zuidoosten van Engeland zijn rijker dan het noorden. Maar het hardnekkigst is de perceptie van ongelijkheid. In de Britse geesten zijn veel overschotjes van de klassenmaatschappij blijven bestaan. Er zijn hier nog altijd mensen die zeggen: ‘I am lower class.’ Het gevoel van ongelijkheid is groter dan de cijfers daarover.”

Zorgt het onderwijs dan niet voor een sociale ladder?

DERCON. “Dat is juist het probleem. De fenomenale kwaliteit van de exclusieve privéscholen (zoals het vermaarde Eton College, nvdr) buiten beschouwing gelaten, is het onderwijs hier zoals in Vlaanderen: een kopgroep met goede scholen, en daarachter een staart met minder goede scholen. Die staart is in het VK niet noodzakelijk langer dan in Vlaanderen. Het verschil zit in de lagere ambities van de Britse staart. Dan kom ik weer bij dat Britse ongelijkheidsgevoel en klassenbesef. In een Britse staartschool zullen leerkrachten vaker zeggen aan een leerling: ‘Universiteit, is dat wel iets voor jou? Dit is hier een school voor de lagere sociale klasse. Ga liever werken in het warenhuis van Amazon.’ In Vlaanderen is onderwijs een middel om vooruit te komen in het leven. In het VK zijn scholen te vaak doordesemd van het sociale ongelijkheidsgevoel, wat uitmondt in structurele ongelijkheid.”

Zijn er nog altijd brexiteers die zeggen dat Groot-Brittannië een welvarende toekomst wacht als ‘het Singapore aan de Noordzee’?

DERCON. “Veel leden van de Conservatieve Partij zeggen dat toch. Of ze het zelf geloven, weet ik niet. Opiniepeilingen geven een interessante evolutie aan. Terwijl de brexiteers vroeger conservatief stemden, zouden ze vandaag ook op Labour stemmen. Labour zegt nu immers ook: ‘We gaan proberen er het beste van te maken.’ Dat betekent dat de brexit minder weegt in de Britse politieke conjunctuur, en maar goed ook. Gemakkelijk 40 procent van de Britten zou nog steeds voor de brexit stemmen. Een nieuw referendum zou nog altijd grote maatschappelijke en economische verdeeldheid zaaien, en dat wil je niet.”

Stel, Truss belt u met de vraag om opnieuw haar adviseur te worden. Welke adviezen geeft u haar?

DERCON. “Ze zal mij niet bellen, hoor. Ik ben destijds zelf opgestapt als haar adviseur. Ze zal mij niet terug willen. Maar ik zou haar zeggen: ‘there is no magic money tree. Zet ideologie aan de kant en wees pragmatisch.’ Toegepast op de aanpak van de zware energiefactuur: richt overheidssteun op mensen die in energiearmoede dreigen te vervallen. De overheid kan het zich niet veroorloven de energiefactuur van iedereen te verlagen. Ik zou Truss ook adviseren de structurele en regionale ongelijkheid weg te werken via een plan gedragen door alle politieke partijen en belanghebbenden. Voorts zou ik de overheidsinvesteringen opdrijven. Met de Britse infrastructuur is het nog niet zo erg gesteld als met de Amerikaanse. De Britse treinen zijn zelfs stipter dan de Duitse. Maar vooral in de armere Britse regio’s moet de infrastructuur beter. Het is afwachten of die overheidsinvesteringen er ook echt komen. Het Britse model blijft wat het is: een kleine overheid die minder geneigd is de leiding te nemen. En nu wil Truss de staat nog kleiner maken. Dat zal het land niet vooruithelpen, vrees ik.”

Slotsom: zou u als niet-Europese jongere het VK uitkiezen om uw toekomst uit te bouwen, of toch liever een andere Europees land?

DERCON. “Kansen zijn er genoeg in het VK. Hier is bijna geen werkloosheid, integendeel, er is een echte arbeidsschaarste. Zeker voor geschoolde mensen zijn er interessante mogelijkheden. Niet voor niets zit Londen nog altijd vol van de Europeanen, vaak Fransen. Je kunt hier goed leven. Ondanks problemen als zwakke productiviteit en ongelijkheid stijgen de inkomens van de middenklasse, misschien niet zo snel als op het Europese vasteland, maar toch. Dit is geen samenleving die op imploderen staat. Anderzijds, voor mensen aan de onderkant van de samenleving liggen kansen op een beter leven niet voor de hand. Er is weinig opwaartse sociale mobiliteit. Op dat vlak zit de Britse samenleving vast.”

Waarom proberen dan zoveel transmigranten in het VK te geraken?

DERCON: “Die migranteninstroom verbaast mij niet. Er zijn hier jobs én allochtone netwerken waarin zij kunnen opgaan. Het sociale vangnet is minder groot, maar daarvoor komen migranten niet naar het VK. Omdat ze weten dat ze hier bijna zeker een job zullen vinden, komen ze voor de economische mogelijkheden, om een leven uit te bouwen. En dat is doenbaar in het VK. In andere Europese landen is dat veel moeilijker.”

Stefan Dercon

Studeerde economie aan de KU Leuven en de Universiteit van Oxford

Doctoraat in de Ontwikkelingseconomie aan de Universiteit van Oxford

Doceerde aan de universiteiten van Addis Abeba en KU Leuven

2000 – heden : hoogleraar Ontwikkelingseconomie aan de universiteit van Oxford

2011 – 2018: intermezzo als hoofdeconoom bij het Britse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking

2020 – 2022: intermezzo als adviseur van de Britse ministers van Buitenlandse Zaken Dominic Raab en Liz Truss.

Recessievrees lokt recessie uit

Als de Europese economie schommelt, dan schommelt de Britse economie net iets meer, aldus Patrick Vermeulen, jarenlang werkzaam voor de bank JP Morgan in de Londense City, en vandaag zelfstandig vermogensbeheerder in het VK. “De Britse economie en arbeidsmarkt zijn flexibeler dan de onze, wat voor meer vernieuwing en dynamiek zorgt”, zegt Vermeulen. “Maar door die flexibiliteit en het zwakke sociale vangnet is de groei ook veel cyclischer. Als de Britten denken dat ze hun job zullen verliezen, dan passen ze hun uitgaven aan alsof ze hun job al verloren hebben. Recessievrees mondt daarom bijna automatisch uit in een recessie.”

Volgens de Bank of England, de Britse centrale bank, komt die recessie er aan in het vierde kwartaal van dit jaar. Tegen dan zal de energiefactuur voor het gemiddelde Britse gezin drie keer hoger zijn dan een jaar eerder. Of veel Britten ook hun job zullen verliezen, valt nog te bezien. De Britse arbeidsmarkt loopt als een trein, met een werkloosheidsgraad van amper 3,7 procent, en een recordaantal vacatures. De Bank of England verwacht dat de krapte op de arbeidsmarkt pas midden volgend jaar een beetje zal verslappen.

De exploderende gasprijzen bijten wel stevig in de Britse koopkracht. Tegen eind dit jaar zal de inflatie pieken op 13 procent, aldus de Bank of England, die opmerkt dat de krappe arbeidsmarkt en opwaartse loondruk bijdragen tot de inflatie. “Door de coronapandemie zijn veel Oost-Europese arbeidskrachten definitief teruggekeerd naar hun thuisland”, zegt Vermeulen. “De macht van de Britse vakbonden is beperkt. Maar dankzij de arbeidsmarktkrapte is die macht toch voldoende groot om fors hogere lonen te eisen.”

Voor de gewone Brit klinkt dat niet slecht, ware er niet de grote ongelijkheid in het land. De denktank Resolution Foundation schat dat Britse gezinnen uit het onderste vijfde van de inkomensverdeling hun uitgaven met een kwart zullen moeten snoeien om deze winter de energiefactuur, de huur en het eten te kunnen betalen. De 10 procent rijkste gezinnen zullen slechts 8 procent moeten besparen. Typisch voor het Verenigd Koninkrijk is ook de grote ongelijkheid tussen regio’s, aldus Resolution Foundation. In het rijkste district, Kensington and Chelsea in London, bedroeg het jaarlijkse inkomen per hoofd 52.000 pond of 60.700 euro in 2019. In het armste district, Nottingham in centraal Engeland, bedroeg het 11.700 pond of 13.500 euro, dat is 4,5 keer minder. Niet voor niets is Nottingham de stad van Robin Hood.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content