Stijn Fockedey

‘Hou Big Brother uit ons kot’

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Er doen voorstellen de ronde om burgers in België te volgen via hun smartphone en voor een verplichte registratie van hun bewegingen, op een gelijkaardige manier als in China en andere autoritaire landen.

Die landen deden dat om besmettingen door het coronavirus beter in kaart te brengen, en snel overtredingen aan te pakken. We slaapwandelen naar een politiestaat omdat een minderheid blijft feesten of rondhangen in groep en de verplichtingen in de strijd tegen het nieuwe coronavirus negeert.

Het is een terechte vrees dat België een politiestaat wordt als we onze privacy opgeven. Maar als het zover komt, zullen we het aan onszelf te danken hebben. De afgelopen week moest de politie in West-Vlaanderen twee keer hetzelfde café sluiten. In normale tijden zijn zulke overtredingen geen halszaak. Het coronavirus grijpt echter zo snel om zich heen dat asociaal gedrag nu levens kan kosten. Dit is geen tijd voor misplaatste onverschilligheid, niemand kan bij normale sociale contacten vermijden iemand anders te besmetten, een keer je gezicht of de deurklink aanraken, kan genoeg zijn.

Hou Big Brother uit ons kot.

Social distancing is bijzonder effectief. Om de ziekenhuizen een kans te geven zo veel mogelijk patiënten te redden en onze economie niet voor altijd te ontwrichten, moeten we voor 100 procent de letter en de geest van de opgelegde verplichtingen volgen. In België is zoiets altijd al moeilijk geweest.

We staan op onze vrijheid, voelen ons niet vertegenwoordigd door de politici of vinden dat we onderdrukt worden met regelneverij en een hoge belastingdruk. Het coronavirus trekt zich geen zak aan van die argumenten. Patiënten aan de longmachines in de intensieve zorg, ouderen, mensen met kanker en het ziekenhuispersoneel hebben daar evenmin boodschap aan. We moeten in ons kot blijven, dan hoeft Big Brother niet binnen te komen.

Partner Content