De strijd tegen het coronavirus: wat staat ons te wachten?

de strijd tegen het coronavirus © reuters

Terwijl in China het aantal besmettingen met het coronavirus over zijn piek lijkt te zijn, verspreidt het zich snel over de rest van de wereld. Met alle economische gevolgen van dien. Het zal erop aankomen de ziekte af te remmen.

Op 21 februari kondigde de Italiaanse regering aan dat in Codogo, een kleine stad in Lombardije, 60 kilometer ten zuidoosten van Milaan, zestien besmettingen met waren ontdekt. De volgende dag was dat cijfer opgelopen tot zestig en waren vijf bejaarde patiënten overleden. Op 23 februari waren ‘rode zones’ ingesteld rond de besmette regio’s. 500 politieagenten en soldaten houden die zones afgesloten van de buitenwereld. Dezelfde dag beval het bestuur van Lombardije de sluiting van alle etablissementen waar grote groepen mensen samenkomen, zoals bioscopen, scholen en universiteiten. Inter Milaan miste een thuismatch, de legendarische opera La Scala ging dicht, toeristen mochten de kathedraal niet in, gelovigen wel.

Ook in Iran, waar de besmetting twee dagen voor het eerste coronageval in Italië opdook, zijn scholen gesloten en voetbalmatchen geschrapt. Ook daar gingen de erediensten door, met ernstige gevolgen. Hoewel de eerste besmettingen ontdekt zijn in Qom, gaat de stroom pelgrims, die de moskee en de heiligdommen in de stad willen bezoeken, onafgebroken door. Gemeenteraadslid Ahmad Amirabadi Farahani zei op 24 februari dat de dodentol in de stad opgelopen was tot vijftig. Nieuwe besmettingen in Bahrein, Koeweit, Irak, Libanon en Pakistan zouden verbonden zijn met teruggekeerde pelgrims uit Iran.

De uitbarsting van het virus in Italië, Iran en Zuid-Korea, waar het probleem groter bleek, maakt duidelijk dat de pogingen om het virus te isoleren in China, gefaald hebben. Studies suggereren dat het aantal besmette mensen dat China verlaten heeft en het virus doorgegeven heeft, groter is dan geschat.

Recessie

De financiële markten hebben de boodschap begrepen. Voor de uitbraak van het virus in Zuid-Korea, Italië en Iran gingen de beleggers ervan uit dat de schade beperkt zou blijven tot China en bedrijven die voor hun bevoorrading afhankelijk zijn van het land. Na 24 februari vluchtten ze massaal naar de uitgang. Waarschuwingen dat de Amerikanen zich moesten voorbereiden op de komst van het virus, duwden de beurzen nog dieper in het rood.

In de week voor 27 februari waren de beurzen in de Verenigde Staten met 8 procent gezakt, de Europese beurzen met 7,4 procent en de Aziatische met 6,2 procent. Vooral de industriële aandelen, grondstoffen en obligaties van ondernemingen die gevoelig zijn voor economische groei, internationale handel en het samenkomen van grote groepen mensen, hadden het hard te verduren. Oliebedrijven, luchtvaartmaatschappijen, de cruisesector, casino’s en hotels zagen hun aandelenkoersen kelderen. Investeerders vluchtten in veilige havens, zoals Amerikaanse overheidsobligaties. In China, dat al eerder in de klappen had gedeeld, viel de schade in die week mee. Net als sommige gezondheidsexperts gaan de beleggers ervan uit dat de epidemie in China over haar hoogtepunt is.

Maar als de modellen die ontwikkeld zijn voor andere ziektes kloppen, loopt het Westen een groot risico in een recessie te belanden als de epidemie doorzet. Dat zou China en de rest van de wereld met een rist nieuwe problemen opzadelen.

Een vlakke curve

Het is onmogelijk te voorspellen naar waar het virus zich de komende weken zal verspreiden. Twee gevallen in Libanon leiden tot bezorgdheid over de miljoenen Syrische vluchtelingen die er samengepakt zitten in kampen, met de winter voor de deur. Hoe dan ook, het virus zal zijn weg voortzetten. Het gaat intussen om een pandemie, hoewel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) die term nog niet in de mond neemt.

De terughoudendheid van de WHO heeft deels te maken met het feit dat die term mensen angst aanjaagt en suggereert dat de ziekte niet meer tegen te houden is. Nochtans is covid-19 een ziekte die we aankunnen.

Het verloop van een epidemie wordt bepaald door de reproductieratio (R). Dat is het aantal nieuwe besmettingen die een besmette persoon veroorzaakt. Is die ratio hoog, dan zal het aantal nieuwe besmettingen snel een piek bereiken, omdat er op de duur gewoon te weinig onbesmette personen over zijn om het virus op over te dragen. Als die ratio laag is, zal de epidemie langer duren, maar de piek zal minder hoog zijn. In de strijd tegen corona proberen overheden de curve zo plat mogelijk te houden. De epidemie houdt dan langer aan, maar het aantal slachtoffers is minder hoog.

Dat biedt twee voordelen. Ten eerste kan de gezondheidszorg het probleem beter aan als niet alle geïnfecteerde patiënten tegelijk voor de deur staan. Zij krijgen dan een betere behandeling, wat het aantal doden vermindert. Ten tweede zijn er dan in de loop van de epidemie minder besmettingen.

Om de curve zo vlak mogelijk te houden, is het nodig de verspreiding van het virus te vertragen. Het coronavirus lijkt zich hoofdzakelijk te verspreiden via vochtdeeltjes in de lucht, wanneer mensen niezen of hoesten. Afstand houden en een goede hygiëne zijn dus belangrijk. Dezelfde maatregelen worden genomen om de verspreiding van het griepvirus, dat verantwoordelijk is voor duizenden doden per jaar, tegen te gaan.

Zoals veel ademhalingsziektes houdt griep van koude en vochtige lucht. Als het coronavirus zich op dezelfde manier gedraagt en minder snel om zich heen grijpt wanneer het weer warmer en droger wordt, dan zal een vlakkere curve een extra voordeel met zich brengen. Met het warmere weer zal de epidemie vanzelf vertragen. Als we de vroege fase van de pandemie kunnen rekken, zullen voor de zomer minder doden vallen en is er meer tijd om geneesmiddelen en vaccins te ontwikkelen en te produceren. Met beide is men al bezig.

Arme landen lopen meer risico

Hoe dodelijk een epidemie is, heeft uiteraard niet enkel te maken met het virus, maar ook met de zorg die voorhanden is. Daardoor lopen armere regio’s een groter risico. Zij hebben doorgaans al een minder goede gezondheidszorg, waardoor infecties er vaak ernstiger en vaker fataal zijn, ook onder de overwerkte en onvoldoende beschermde gezondheidswerkers. Dat zet dan weer hun gezondheidszorg verder onder druk en vergroot de economische gevolgen van de pandemie, die ook al groter zijn in armere landen.

Meer zieken en doden betekenen minder productiviteit. Dat is een evident gevolg. Minder ontwikkelde economieën zijn ook minder gedigitaliseerd, waardoor er meer face-to-face-contact is tussen ondernemingen en klanten. Die laatsten komen in tijden van pandemie gewoon niet opdagen uit angst voor besmetting. Bovendien riskeren zulke landen ook kapitaalvlucht, zodat ze hun capaciteit om te lenen verliezen op het moment dat ze die het meest nodig hebben.

Een betere gezondheidszorg vermindert het aantal dodelijke slachtoffers. Betere interventies verminderen het aantal nieuwe besmettingen. Als het aantal nieuwe gevallen dat een geïnfecteerde persoon veroorzaakt, onder 1 zakt, is de piek bereikt en daalt de curve. Aan het begin van de epidemie, in Wuhan, bedroeg dat cijfer tussen 2 en 2,5. Daarmee, schat de Wereldgezondheidsorganisatie zal 25 tot 70 procent van de wereldbevolking met het virus in aanraking komen. Als we dat cijfer onder 1 krijgen, zal het virus niet verdwijnen, maar de ziekte zal uiteindelijk nog slechts sporadisch uitbreken.

Terug naar school

Het ziet ernaar uit dat de grote inspanningen in China hun vruchten afwerpen. Behalve in Hubei, hebben steden die reisbeperkingen hebben ingevoerd, een vlakkere epidemiecurve gekend. Vooral het stilleggen van het openbaar vervoer is een effectieve maatregel gebleken. Het risico op nieuwe infecties stijgt evenwel weer, nu mensen weer naar school en hun werk gaan. Volgens Bruce Aylward, het hoofd van een WHO-werkgroep die de situatie in China in de gaten houdt, hebben de Chinese autoriteiten voorbereidingen getroffen en de voorraden van ziekenhuizen aangevuld.

Elders in de wereld zal de snelheid waarmee de ziekte zich verspreidt, verschillen van land tot land, afhankelijk van de getroffen maatregelen en de bereidheid van de bevolking zich eraan te houden. Weinig landen zullen in staat zijn zulke drastische maatregelen te nemen als China. Landen met een betere gezondheidszorg zullen met datamining proberen het verloop van de epidemie te voorspellen.

Er zijn al modellen die tijdens het griepseizoen helpen te beslissen welke maatregelen aan de orde zijn. Die zullen voor corona sowieso minder accuraat zijn dan voor griep, omdat we nog maar weinig weten over hoe het virus zich gedraagt. Zo is nog niet bekend of dragers van het virus andere mensen kunnen besmetten voor ze symptomen vertonen. Er is ook geen verklaring voor het geringe aantal kinderen die de ziekte krijgen. Dat is een groot verschil met griep, die zich snel verspreidt onder kinderen.

Hoe dan ook zal het coronavirus de economie pijn doen. Op 22 februari stelde het Internationaal Monetair Fonds zijn groeivooruitzichten bij van 3,3 naar 3,2 procent. Maar als corona de hele wereld in zijn greep krijgt, zal de impact op de economie veel groter zijn.

Virale boodschap

Het financieel systeem heeft nog geen al te zware klap gekregen van de dalende beurzen. De westerse grootbanken kunnen nog altijd lenen tegen redelijk stabiele rentevoeten. Maar grote en onbekende risico’s zetten doorgaans een rem op de investeringen. Consumenten die massaal thuisblijven, geven ook geen geld uit.

De impact kan groter zijn dan de oorzaak. Een relatief kleine uitbraak (186 gevallen) van het MERS-virus in Zuid-Korea in 2015, kostte de economie 8,2 miljard dollar, of 44 miljoen per patiënt, zegt Olga Jonas van de universiteit Harvard.

Warwick McKibbin en Alexandra Sidorenko werkten in 2006 aan de Australian National University een economisch model uit van de gevolgen van een grieppandemie. Covid-19 is anders dan griep, maar het model van McKibbin en Sidorenko kan ons wel een glimp bieden op wat ons te wachten kan staan.

In het slechtste scenario, een pandemie te vergelijken met de Spaanse griep in 1918-1919, kende de wereldeconomie een krimp van 5 procent. Vertaald naar vandaag zouden we een krimp zien die te vergelijken is met de crisis van 2009. In een mild scenario werd 30 procent van de bevolking besmet, met een verlies van gemiddeld tien werkdagen per patiënt en een sterftecijfer van 0,25 procent. In dat scenario kromp de wereldeconomie met 0,8 procent. Dat is een kwart van de groei die voor dit jaar voorspeld is.

Volgens McKibbin komt het gemiddelde scenario het dichtst in de buurt van wat we zien bij het cornonavirus. Daarin krijgt de wereldeconomie een tik van 2 procent. De consultant Oxford Economics berekende de impact op 1,3 procent van het wereld-bbp. Maar de economische gevolgen zouden niet evenredig verdeeld zijn. De Verenigde Staten en Europa zouden in een recessie terechtkomen. Dat is vooral zorgwekkend voor Europa, dat weinig ruimte heeft om zijn rente te laten zakken. Bovendien is het land met de grootste uitbraak, Italië, al een economisch zorgenkind. Maar de arme landen zouden de grootste klappen krijgen.

Terwijl we nog in de opgaande fase van de epidemiecurve zitten, werken onderzoekers keihard om corona beter te begrijpen. Hun verwezenlijkingen zijn indrukwekkend. Een werkzaam geneesmiddel kan er over enkele maanden zijn, een vaccin over een jaar. De genomen maatregelen werpen vruchten af, maar de bevolking zal moeten meewerken door de gevaren niet de onderschatten, maar ook niet in paniek te geraken.

Partner Content