De balans: de Wetstraat is gegijzeld door politieke marketing

Premier De Croo © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Er komt voor het zomerreces nog een pensioenakkoord. Dat het amper iets zal voorstellen, is van secundair belang. De vorm primeert op de inhoud en vooral op de budgettaire haalbaarheid. Dat bleek de voorbije dagen ook met de aankondiging van een loonsverhoging voor ambtenaren.

Op een barbecue vrijdagavond in zijn eigen Brakel wil premier Alexander De Croo (Open Vld) de violen stemmen tussen zijn topministers. Toen de premier gisteren nog op de NAVO-top in Madrid was, rolden liberalen en socialisten vechtend over straat. In de kranten, op sociale media en tijdens het vragenuurtje in de Kamer werd de verdeeldheid in de Vivaldi-regering pijnlijk duidelijk. Open Vld wil voor de zomer nog een pensioenakkoord die naam waardig afsluiten en denkt vooral aan maatregelen die langer werken lonend maken. Het doel is bijvoorbeeld het aantal jaren dat men gewerkt heeft vooraleer men recht heeft op een minimumpensioen vast te leggen op twintig jaar. De PS, die met het minimumpensioen van 1.500 euro al haar grootste trofee binnen heeft, zet de hakken in het zand.

Wellicht komt er voor het zomerreces nog een pensioenakkoord, maar het zal weinig om het lijf hebben. De pensioenbonus, waarvan nochtans geweten is dat die niet voor langere loopbanen zorgt, wordt heringevoerd. Hetzelfde geldt voor het deeltijds pensioen. Verder zou het vervroegd pensioen gegarandeerd zijn na een carrière van 42 jaar. En wellicht zal het aantal effectief gewerkte jaren nodig voor het minimumpensioen tussen tien en twintig jaar liggen.

Er komt dus geen hervorming van de ambtenarenpensioenen, geen bijsturing van de gelijkgestelde periodes (periodes van niet werken die wel worden meegeteld bij de berekening van het pensioen), en geen koppeling van het pensioen aan de levensverwachting. Die drie maatregelen worden nochtans al jaren bepleit door de OESO, het IMF en de Europese Commissie. Zoals de Gentse econoom Stijn Baert zegt: “Als dat klopt, is het de schande voorbij. Dan doet men beter niks.”

Maar voor Vivaldi is het niet van belang of het pensioenakkoord effectief tot langere loopbanen leidt en de budgettaire impact op de vergrijzing beperkt. De paarsgroene partijen en cd&v willen gewoon dat er iets is. Een plan dat op een akkoord lijkt. De vorm primeert op de inhoud.

‘Hoe komen we over?’

Het is de ziekte van de Wetstraat. Politieke marketing verdringt alles. Op de kabinetten en partijhoofdkwartieren is men vooral bezig met de vraag ‘hoe komen we over?’ Niet met ‘wat heeft het land nodig?’

Het magere pensioenplan dat er zit aan te komen, is maar één voorbeeld. Hetzelfde geldt voor de arbeidsdeal. De enige verdienste is dat er überhaupt een akkoord is. Men draait gewoon rondjes. Zoals VBO-adviseur Louis Warlop terecht cynisch op Twitter stelde: “De pensioenhervorming die onder andere zou moeten leiden tot 80 procent werkzaamheidsgraad wordt betaald met de opbrengsten van de hervormingen die moeten leiden tot 80 procent werkzaamheidsgraad.”

Niet anders is het met de aankondiging van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen) dat ze een nieuw sectoraal voorakkoord had bereikt met de overheidsvakbonden. De federale ambtenaren krijgen een loonsverhoging van 3 tot 7 procent boven op de indexering. Opnieuw telt hier blijkbaar enkel dat er een akkoord is.

De vraag rijst of de minister al overleg gepleegd heeft met de staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) en de minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) over de kostprijs. Dat is blijkbaar een detail. Ook hier primeert de politieke marketing en de perceptie: de indruk wekken dat er beleid wordt gevoerd. De factuur is voor later.

Geen cadeau voor nieuwe staatssecretaris

De obsessie met de manier waarop een politicus overkomt in de media en bij de publieke opinie kende deze week een andere pijnlijke episode, met de aanstelling van de nieuwe staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (cd&v). Wellicht goedbedoeld noemde partijvoorzitter Sammy Mahdi haar een ‘warme Thatcher’. Op het gebied van – jawel – politieke marketing was dat wellicht een goed idee. Maar het was geen cadeau voor De Moor.

Het etiket zal haar blijven achtervolgen. De rechterzijde zal de verwijzing naar Thatcher aangrijpen wanneer het asielbeleid in hun ogen niet streng genoeg is. Voor links werkte de verwijzing naar de voormalige Britse premier als een rode lap op een stier. Over de concrete inhoudelijke uitdagingen op asiel en migratie werd nog amper gesproken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content