De balans: de Vlaamse regering is een schietkraam geworden

Wouter Beke en Jan Jambon © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Kritiek op minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) omdat de vaccinaties sneller kunnen, de zonnepanelensaga die in het gezicht van Open Vld ontploft en de N-VA die met de vinger wordt gewezen omdat de taxshift een gat in de Vlaamse begroting slaat. De regering-Jambon zit en blijft in de hoek waar de klappen vallen.

Tegen zijn gewoonte in beet Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) vandaag van zich af in een lang interview met Het Laatste Nieuws. Hij koos voor de aanval en zei dat ook expliciet: “Ik zal minder defensief communiceren.” Volgens Beke verloopt de coronavaccinatie niet te traag, is alles onder controle en is Vlaanderen aan een inhaalbeweging bezig. Met nog een sneer naar de federale overheid erbovenop: “Het is iets gemakkelijker om federaal aan te kondigen dat we in het tweede kwartaal 4,4 miljoen vaccins zullen krijgen, als voor de uitvoering naar de deelstaten wordt gekeken.”

Beke moest reageren, want in het voorjaar was hij al kop-van-jut toen bleek dat de corona-uitbraken in de Vlaamse woon-zorgcentra maar niet onder controle raakten. Bovendien straalt de hele discussie over de vaccinatiestrategie nog maar eens negatief af op de Vlaamse regering. Het zou het zoveelste bewijs zijn dat wat Vlaanderen doet, het niet beter doet. En zo zit de regering-Jambon opnieuw in de hoek waar de klappen vallen.

Een mea culpa helpt niet

Deze week kwamen die klappen van verschillende kanten. Niet enkel de aanpak van de coronacrisis was een bron van ergernis, ook de hele saga rond de zonnepanelen. Meer dan 100.000 Vlaamse gezinnen die investeerden in zonnepanelen met een terugdraaiende elektriciteitsteller, zien dat nu bedreigd.

De vorige Vlaamse regering had daarover nog snel een rommelwetgeving uitgedokterd die het Grondwettelijk Hof uiteindelijk vernietigde. Vooral Open Vld zat plots in het schietkraam, want het waren in het verleden liberale excellenties (Annemie Turtelboom en Bart Tommelein) die dit dossier mismeesterden. Verantwoordelijk en efficiënt beleid met rechtszekerheid bleek voor hen geen prioriteit. Wel de politieke marketing: Open Vld vond als een Vlaamse D66 een gat in de electorale markt door zich te profileren als een groen-liberale progressieve partij die heel Vlaanderen zonder noemenswaardige kosten in het tijdperk van de hernieuwbare energie zou loodsen. Een utopie.

Bart Tommelein haastte zich naar de VRT-studio’s om mea culpa te slaan. “Bart Tommelein is een goede communicator. Hij heeft zijn excuses aangeboden en hopelijk zijn we nu van dit dossier af”, is in liberale kringen te horen. Het is verre van zeker of die excuses genoeg zijn. De saga van de zonnepanelen en de terugdraaiende tellers zal de partij nog lang achtervolgen. Niet alleen de Open Vld, maar de andere Vlaamse regeringspartijen zaten duidelijk verveeld met de zaak. Tenslotte maakten ook CD&V en de N-VA deel uit van de vorige Vlaamse regering.

De factuur van de zesde staatshervorming

De discussie over de vaccinatiestrategie en de zonnepanelen bevestigt het beeld dat de regering-Jambon er maar niet in slaagt als een daadkrachtige regering over te komen. De ploeg maakt nu al een uitgebluste indruk. De reeks Vlaamse maatregelen om de bedrijven en zelfstandigen in deze coronatijden te steunen en hun solvabiliteit op te krikken moesten het tij keren, maar dat is niet gelukt.

De vraag is of er in deze coalitie nog genoeg fut is om de uitdagingen van de komende drie jaar aan te gaan. Die situeren zich vooral op budgettair niveau. Door corona gaat de Vlaamse begroting diep in het rood. Dat was bekend. Ondertussen werd bovendien bevestigd dat de federale taxshift van de regering-Michel, die de lasten op arbeid verlaagt, Vlaanderen 591 miljoen euro kost. Dat blijkt uit een studie van het Vlaamse departement Financiën en Begroting.

Ook dat was eigenlijk al geweten. Vlaanderen heft net als de andere gewesten sinds de zesde staatshervorming opcentiemen op de federale personenbelasting. Een deel van de federale taxshift bestond uit een verlaging van de personenbelasting en dat leidde ook tot lagere inkomsten uit de opcentiemen.

Zonder de taxshift, die eigenlijk een belastingverlaging was, had Vlaanderen een bonus gehaald uit de invoering van de gewestelijke opcentiemen. Bij ongewijzigd beleid bracht die invoering het Vlaamse Gewest 81 miljoen euro op in 2019. De resultaten van de studie leidden tot schampere reacties van oppositie en academici.

De partijen van de Vlaamse regering betalen nu een prijs voor het beleid dat ze vroeger op federaal niveau hebben gevoerd, was te horen. De N-VA voorop, want die partij was één van de grootste verdedigers van de taxshift. De Leuvense econoom André Decoster stelde dat Vlaanderen dat verlies van 591 miljoen euro had kunnen compenseren door belastingen via de opcentiemen te verhogen en zo de eigen fiscale autonomie beter te gebruiken.

Afgezien van het feit dat Decoster er steevast van uitgaat dat zowat elk economisch probleem met een hogere fiscale druk kan worden opgelost, is dat kort door de bocht. Wie de studie in detail leest, merkt dat Vlaanderen hier het slachtoffer is van een weinig efficiënt systeem van beperkte en gedeelde fiscale autonomie in de personenbelasting. Het gebruik van de eigen belastingbevoegdheid in de personenbelasting door de deelstaten hangt altijd af van de eerste ‘zet’ van de federale regering.

De studie stelt het als volgt: “Wegens de gekozen vorm van fiscale autonomie (gewestelijke personenbelasting als een belasting op een belasting) was het politiek niet vanzelfsprekend om de federale beslissing te compenseren en de federale taxshift budgettair neutraal te houden voor het gewest. Omgekeerd, bij een federale belastingverhoging zou het wellicht even verleidelijk geweest zijn om de federale beslissing niet te compenseren. De federale overheid beschikt met andere woorden inzake personenbelasting over een first mover advantage. De focus van een zevende staatshervorming zou daarom het best liggen op kwalitatieve maatregelen die een zelfstandiger gewestelijk stelsel van personenbelasting (een belasting op een gemeenschappelijk bepaalde belastbare basis in plaats van de huidige belasting op een belasting) omvat.”

Dat komt neer op een echte splitsing van een groot deel van de personenbelasting. Dat is misschien iets voor de staatshervorming van 2024.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content