CM-topman Luc Van Gorp: ‘Deze crisis is een wake-upcall. Je kunt niet op alles besparen’

© .
Roeland Byl redacteur bij Trends

Terwijl de ziekenhuissector alles uit de kast haalt om het aantal bedden op intensieve zorg op te drijven, spelen de ziekenfondsen achter de schermen hun rol. Voorlopig doet ons land het niet slecht, vindt CM-topman Luc Van Gorp. “De factuur is een zorg voor later. En de crisis biedt ook kansen.”

De dramatische cijfers van het aantal coronaslachtoffers in Italië lijken in ons land nog veraf. België neemt bovendien maatregelen. Zo slaagden de ziekenhuizen erin het aantal bedden op intensieve zorg op te krikken tot 2650. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) belooft die capaciteit nog op te voeren. Bovendien was er goed nieuws in de zoektocht naar mondmaskers: maandagochtend kwam een lading van 6 miljoen aan op de luchthaven in Luik.

We spreken Luc Van Gorp (53), de voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten (CM), via Skype. Hij is zowat het enige directielid dat naar kantoor is gekomen. De rest werkt zo veel mogelijk thuis. “Op dit moment slaagt onze gezondheidszorg voor de stresstest”, besluit hij. “Het is geen grote onderscheiding, maar het kan veel slechter.” Van Gorp weet waarover hij praat: hij leidt ‘s lands grootste ziekenfonds, en in een niet zo ver verleden stond hij aan het hoofd van het Wit-Gele Kruis, en nog langer geleden was hij verpleegkundige in Leuvense en Brusselse ziekenhuizen.

Hier zien we nog geen Italiaanse toestanden in de spoedafdelingen. Hoe verloopt de coronacrisis bij de CM?

LUC VAN GORP. “Het gaat relatief goed. We blijven een aantal prioritaire en cruciale processen garanderen. De terugbetaling van zorg en de uitbetaling van uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid zijn cruciaal. Als dat zou stilvallen, is dat een catastrofe. We kunnen voorlopig de werking van de backoffice garanderen, maar we moeten opletten dat de mensen met de kennis van onze systemen niet uitvallen. Onze mensen kunnen ook ziek worden. Daarom maken we maximaal gebruik van thuiswerk. “Voor de dienstverlening aan onze leden blijven we beschikbaar via de telefoon of digitaal. De risico’s op extra besmettingen zijn te groot om iedereen te laten langskomen. De overheid ziet de verzekeringsinstellingen als essentiële sectoren. Daarom zorgen we ervoor dat onze thuiszorgwinkels cruciale apparatuur ter beschikking blijven stellen en dat onze apotheken openblijven. Ook onze maatschappelijk werkers zijn beschikbaar. Niet elk bezoek moet doorgaan, maar we sturen mensen wel naar waar echt zorg nodig is.”

Is zo’n noodregime lang houdbaar?

VAN GORP. “Ik denk het wel. We weten alleen niet hoeveel van onze 8000 werknemers ziek zullen worden. Dus we moeten daarvoor voorzorgsmaatregelen nemen. Daarom loop ik bijvoorbeeld alleen rond op deze verdieping.

“We merken nu al dat de crisis een hefboom voor de digitalisering van onze activiteiten kan worden. Adviserende artsen moesten bijvoorbeeld tot nu patiënten fysiek zien voordat ze hun oordeel konden geven. Maandag heeft het Riziv beslist dat ze hun consultaties ook telefonisch of via Skype kunnen doen. Dat is een enorme stap. Ik ben er zeker van dat sommige artsen daar moeite mee hadden, maar nu de omslag gebeurt, zullen ze merken dat de dienstverlening vaak beter is.

‘De niet-dringende zorg valt nu weg. Dat geeft een buffer voor extra uitgaven door de corona-epidemie’

“Een maand geleden was er ook al een advies van de Orde van Artsen om onder strikte voorwaarden telefonische consultaties toe te staan. De coronacrisis heeft artsen in een andere realiteit geplaatst: ze doen nu bijna allemaal teleconsultaties en worden daar, na een beslissing van het Riziv begin vorige week, ook voor vergoed.

“Ook de digitalisering van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid is nu een feit. We vragen daar al langer naar, maar de jongste week zijn de barrières verdwenen. De digitale aanpak zal de administratieve rompslomp verminderen. Ik ben ervan overtuigd dat die nieuwe aanpak na de crisis niet zal worden teruggedraaid.”

De pandemie dreigt de uitgaven in de ziekteverzekering wel de hoogte in te jagen. Kunnen we een rationele groeinorm nu vergeten?

VAN GORP. “Dat ziet u verkeerd. Ik denk dat we in eerste instantie misschien zelfs minder zullen uitgeven. De komende maanden hoeven we een heleboel uitgaven niet terug te betalen, omdat ze niet gebeuren. De logopedie is bijvoorbeeld nagenoeg stilgevallen. Hetzelfde geldt voor kinesitherapie. Niet-dringende ingrepen worden uitgesteld. Tegelijk zullen de ziekenhuisuitgaven toenemen door de corona-epidemie. Ik krijg signalen dat de optelsom van beide uiteindelijk een lagere factuur oplevert. De cruciale vraag is of er achteraf een inhaalbeweging komt van mensen die zorg hadden uitgesteld. “Volgens mij is de automatische ontsporing van de ziekteverzekering geen zekerheid. Tenminste, als niet alle sectoren in de zorg volop compensatie vragen wegens gederfde inkomsten. Maar de factuur is op dit moment niet het belangrijkste. Nu zijn de verpleegkundigen, de zorgkundigen, de artsen en de paramedici druk bezig mensenlevens te redden. Zij staan in de frontlinie en hebben geen keuze. Het is onze plicht ervoor te zorgen dat zij voldoende beschermingsmateriaal hebben.”

U verwijt de overheid dat er onvoldoende maskers zijn?

VAN GORP. “Er is duidelijk een tekort aan beschermingsmateriaal. Het lijkt me niet meer dan normaal dat het zorgpersoneel kan rekenen op beveiliging en bescherming. Die mensen vragen geen financiële extra’s, maar nemen hun verantwoordelijkheid onvoorwaardelijk op. Zij mogen geen pater Damiaan worden. Hij koos er zelf voor het risico op besmetting te lopen. Dat kun je niet verwachten van onze zorgverleners.”

Was er onvoldoende strategische reserve of zijn de omstandigheden uitzonderlijk?

VAN GORP. “De schaarste aan beschermingsmateriaal is geen Belgisch fenomeen, het hangt samen met de internationale vraag. In principe was er een strategische reserve. Alleen kun je je afvragen waar die was, nu we die zo nodig hebben. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat dit de prijs is die we betalen omdat we de laatste jaren overal in de zorg besparingen hebben gezocht. Natuurlijk is er niet elk jaar een coronavirus, maar deze crisis is wel een wake-upcall. Je kunt niet op alles besparen. Begrijp me niet verkeerd, ik pleit niet voor meer ziekenhuisbedden. En we doen het in deze crisis redelijk goed, zelfs de samenwerking tussen de diverse ziekenhuizen en regio’s verloopt goed, maar de piek moet wel nog komen.”

En dus volgt het prijskaartje nog? Ziekenhuizen hangen voor een groot stuk af van de afhoudingen van artsenhonoraria. En die vallen nu gedeeltelijk weg.

VAN GORP. “Dat klopt. Dat gesprek is voor later. Nu gaat het erom de capaciteit van de zorg maximaal ter beschikking te stellen. Daarna moeten we maar bekijken hoe we het een en ander compenseren en in solidariteit herverdelen. Nogmaals: deze crisis zal ons land geld kosten, maar de gezondheidszorg wordt niet de grootste factuur. In één kwartaal geven we in onze ziekteverzekering normaal 6 tot 7 miljard euro uit. De niet-dringende zorg valt nu weg. Dat geeft een buffer voor extra uitgaven door de corona-epidemie.”

Zijn er voldoende bedden op de afdelingen intensieve zorg of moeten artsen binnenkort kiezen wie zorg krijgt en wie niet?

VAN GORP. “De capaciteit om intensieve bedden bij te maken is niet oneindig. We weten niet of het aantal patiënten de capaciteit zal overtreffen. Keuzes maken over leven en dood is altijd een onderdeel van het werk van spoedverplegers en spoedartsen. Ze doen dat op basis van de ingeschatte overlevingskansen. Dat gebeurt ook in normale tijden. Alleen zijn de getallen nu groter. Zorgverstrekkers willen elk leven redden, dus vergt de situatie mentaal veel van hen.

“Maar het oude paradigma waarin je iedereen kunt verzorgen, wordt problematisch in deze pandemie. Zodra je beseft dat je maar een deel van je patiënten kunt verzorgen, zijn ethische keuzes onvermijdelijk. De oorzaak is niet een gebrek aan kennis, maar aan materiaal en tijd. Die situatie is nieuw voor de naoorlogse generatie.”

De zorgverleners zijn soldaten in een oorlog tegen het coronavirus?

VAN GORP. “We bejubelen de moed van de zorgverleners, maar onderschat de impact niet. Zij staan in de vuurlinie, zelfs ten koste van zichzelf. Je kunt dat geen maanden volhouden zonder dat het sporen achterlaat. En we zitten vermoedelijk nog maar aan het begin van deze pandemie. Niemand weet waar dit eindigt. Het lijkt me waarschijnlijk dat er achteraf veel psychologische steun nodig zal zijn.

‘Deze crisis zal ons land geld kosten, maar de gezondheidszorg wordt niet de grootste factuur’

“Ook onze samenleving houdt hier vermoedelijk een trauma aan over. Vergelijk het met de aanslagen in Brussel. Alleen is er in dit geval geen dader, geen plek. We strijden tegen een onzichtbaar virus. Daarom wil ik met de ziekenfondsen aan de juiste kant van de geschiedenis eindigen. Dat wil zeggen: vol in het veld gaan staan, waar de zorg nodig is, en niet de andere kant op kijken.”

Hoeveel kan de samenleving aan?

VAN GORP. “Ik kan daar geen zinnig antwoord op geven. De factuur loopt op en wordt ooit gepresenteerd. Hoe we die rekening vereffenen – financieel, politiek, ethisch en sociologisch – weten we nog niet. Het is nog te vroeg om daarop te antwoorden.

“Maar er zijn ook positieve neveneffecten. Je ziet parallel een soort solidariteitsvirus opduiken. Mensen zijn toch geneigd verbinding te zoeken, en materiaal of hulp aan te bieden. Ik heb het gevoel dat de commerciële logica die in onze zorg dominant was geworden, nu weer wordt gemilderd. Wat de vrijwilligers doen, wordt plots weer zichtbaar. Ik vind het raar dat mensen daar verbaasd over zijn. De barmhartige Samaritaan die niet anders kan dan te knielen om zijn medemens te helpen, is er altijd geweest, maar wordt nu opnieuw zichtbaar en gewaardeerd. Volgens mij ligt daarin een kans voor de samenleving. Burgerzin en solidariteit lijken plots weer populair. Bij de ziekenfondsen is dat al langer de visie, maar de jongste jaren leken die begrippen maatschappelijk wat ondergesneeuwd. Het besef dat solidariteit een dragende factor is in de samenleving is helemaal terug. En dat vind ik toch wel een sterk neveneffect van het virus.”

Partner Content