Beloftes troef in de gezondheidszorg

Bloemen voor het zorgpersoneel in volle coronacrisis in mei 2020 © belga
Roeland Byl redacteur bij Trends

Het hoofdstuk over gezondheidszorg in het regeerakkoord heeft wat van een nieuwjaarsbrief met vage beloften. ‘Dat kan zowel positief als negatief uitpakken’, besluit Pieter Van Herck, gezondheidsexpert bij Voka.

Nu we met een been in de tweede coronagolf staan, begint elke inschatting van de plannen in de gezondheidszorg met een oordeel over de corona-aanpak. Bij Voka geeft de gezondheidseconoom Pieter Van Herck de nieuwe regering goede punten voor de juiste ambities.

“Het accent ligt op de voortzetting van de juiste maatregelen”, zegt Van Herck. “We zien ook proactieve voorstellen en het regeerakkoord mikt op een evenwicht dat voorbij het virale gaat en ook naar de maatschappelijke impact kijkt. Maar het is ook nog afwachten, omdat we sommige plannen pas kunnen beoordelen nadat ze zijn uitgevoerd. Zo komt er een langetermijnkader voor Celeval, maar wat daar juist in zal staan en of dat dan voldoende zal zijn, blijft een open vraag. Maar de ambities in de corona-aanpak zitten wel goed.”

Bent u even tevreden over het gezondheidszorgbeleid dat de regering-De Croo op de langere termijn beoogt?

PIETER VAN HERCK. “Het regeerakkoord schuift een strategie met gezondheidsdoelstellingen naar voren. Dat is zeker een pluspunt, maar globaal is het beeld eerder gemengd. Enerzijds zijn er zeer grote uitgaven, die voor een stuk ook wel terecht zijn. Onder andere het Planbureau stelde al dat een groeinorm van 2,5 procent in de uitgaven van de ziekteverzekering verdedigbaar is door de vergrijzing. Tegenover die grote uitgaven staan hervormingen, maar daarover bestaat nogal wat onduidelijkheid. Daar had het regeerakkoord heel helder in moeten zijn. In verleden hebben we gezien dat hervormingen op vaagheid al eens afknappen.

“Absoluut te mager lijkt het deel over digitalisering en eGezondheid. Daar is nauwelijks iets over terug te vinden in dit regeerakkoord. Het contrast met Vlaanderen, dat daarop juist heel hard wil inzetten, is nogal frappant. En in het stuk over de hervorming van de financiering van de ziekteverzekering lijken de artsen een beetje buiten schot te blijven. Veel verder dan de belofte dat er een herijking van de nomenclatuur komt, gaat het niet. Dat is niet de grote hervorming waar velen op zaten te wachten. Het feit dat de betaling per prestatie in de toekomst moet overgaan naar meer forfaitaire betalingssystemen mocht wel wat beter uit de verf komen.”

Dat staat er toch in?

VAN HERCK. “Ja, maar net zoals in vorige regeerakkoorden blijft het vaag. Misschien is het bewust vaag gehouden, en zal het wel de goede richting uitgaan, maar het blijft afwachten.”

In de afgelopen maanden is gebleken dat ingrepen nodig zijn om de bevoegdheidsverdeling tussen de regio’s en de federale ziekteverzekering te verbeteren. Leest u een verdere regionalisering van de zorg in het akkoord?

VAN HECKE. “Die ambitie wordt duidelijk vermeld. Er staat dat het de bedoeling is dat de gezondheidszorg terechtkomt bij de gefedereerde entiteiten. Dat wil zeggen: ofwel de gemeenschappen ofwel de gewesten. Dat is vrij helder. Alleen kun je je afvragen of we daar in deze legislatuur ook in zullen slagen. Als dat moet gebeuren met inspraak van het middenveld, dat niet helemaal onafhankelijk is op dat terrein, lijkt me dat een moeilijke oefening.”

Preventie krijgt behoorlijk wat aandacht in het regeerakkoord. Nochtans is dat nu al een regionale bevoegdheid is. Is federale ambitie daar niet misplaatst?

VAN HERCK. “Preventie is een van de problemen bij de bevoegdheidsverdeling. Het valt onder Welzijn, een gemeenschapsbevoegdheid, maar er is veel samenhang met andere beleidsdomeinen die wel op het federale niveau zitten. Door de versnipperde bevoegdheidsverdeling neemt het federale niveau soms de preventie in handen. Dat is niet ideaal, maar wel beter dan dat niemand het zou doen. Maar uiteraard is dat ook een van de redenen waarom homogene bevoegdheden in de gezondheidszorg wenselijk zijn. Het regeerakkoord wil inzetten op een krachtig antitabakbeleid en streven naar een rookvrije generatie. Dat is een belangrijke doelstelling, maar je kunt je inderdaad afvragen of het nu aan de federale regering is om dat te doen.”

Wijzigt het geneesmiddelenbeleid?

VAN HECKE.“Daar zie ik weinig verschil met de jongste legislaturen. Er wordt ingezet op het gebruik van goedkope en generieke geneesmiddelen. Er staat een hervorming van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen op de agenda, maar er staat niet in welke richting die moet uitgaan.

“In het regeerakkoord staat ook hoe we omgaan met overconsumptie. Dat is positief, maar het is teleurstellend dat maar enkele aanknopingspunten, zoals antibiotica, antidepressiva en maagzuurbehandelingen. De lijst is veel langer. Bovendien moet de commissie die daar al sinds jaar en dag mee bezig is, nu haar procedures bijsturen. Dat ze dat zelf moet doen, wekt weinig vertrouwen.”

Dit jaar is er 1,2 miljard euro extra voor gezondheidszorg. Vanaf 2021 steunt de groeinorm van 2,5 procent op dat eenmalig verhoogde budget. Is dat budgettair niet te optimistisch?

VAN HERCK. “Mij verontrust niet die groei van 4,5 procent in dat eerste jaar. Gezien de coronacrisis lijkt dat niet onterecht. En je kunt ervoor pleiten nu fors te investeren in welzijn en gezondheidszorg. Wat me zorgen baart, is dat die zaken worden voorgesteld als eenmalige maatregelen, maar wel degelijk structureel nieuw beleid zijn. Het is afwachten hoe we daar in de begroting mee zullen omgaan. Het gaat om zeer grote bedragen. Daarom zijn de hervormingen in de zorg bijzonder belangrijk. Ik hoop dat het niet bij vage beloftes blijft. We moeten budgettaire ruimte creëren met efficiëntiewinsten.”

Partner Content