Bart Nelissen

‘Belastingen: waarom betalen we voor zaken die ons degouteren?’

Bart Nelissen Onderzoeker aan Leuven Centre for Public Law (KU Leuven)

‘In onze ‘welvaartsstaat’ is het spijtig genoeg schering en inslag dat mensen moeten betalen voor wat hen degouteert’, schrijft Bart Nelissen (KU Leuven).

Er is weinig dat meer irriteert dan mensen te doen betalen voor wat hen dégouteert. Het werkt emotionele onthechting in de hand, wakkert cynisme aan en op den duur kan het hen moreel zelfs ‘breken’.

In onze ‘welvaartsstaat’ is dit spijtig genoeg schering en inslag: we laten doorleefd vrijzinnig-humanisten immers financieel opdraaien voor de verspreiding van ‘dogmatisch obscurantisme’ van christelijke, islamitische of joodse signatuur; Veganisten dwingen we om pluimveeslachterijen te subsidiëren; Pacifisten maken we geld afhandig voor precisiebombardementen in NAVO- en ander verband; Homoseksuele tweeverdieners zien hun inkomsten afgeroomd om ‘haatpredikers’ te (helpen) accommoderen in overheidsgebouwen; Moslims melken we uit om pakweg (Antwerpse) Bollekesfeesten te betoelagen; Die hard christenen bezorgen we de factuur van homomannen die preventief erg dure aidsremmers slikken omdat ze afzien van ‘veilige seks’. Adepten van vrij ondernemerschap dwingen we om stakingskassen te vullen; Private initiatieven (waaronder commerciële televisiezenders) krijgen concurrentie gefinancierd op kosten van de belastingbetaler; Niet-katholieke medeburgers splitsen we de rekening in de maag voor (de omkadering van) activiteiten zoals het Te Deum.

UA professor Leni Franken heeft overschot van gelijk wanneer ze het debat omtrent de overheidserkenning en financiering van erediensten op gang wil trekken, maar men verruimt de kwestie beter tot het overheidsoptreden in de ruime zin.

Erkenning en financiering

Toen een adjunct-imam recent door de Moslimexecutieve geschorst werd voor het ogenschijnlijk faithfully retailen van enkele scripturale wenken, rees een paradox: wat bezielt de overheid om een levensbeschouwing te erkennen en te financieren waarvan zelfs de meer gematigde voorschriften behoorlijk veel ophef veroorzaken? Nu is het bekend dat de Staat doorgaans overgaat tot erkenning en financiering om een zeker toezicht en gematigdheid te vrijwaren (“If you cannot beat them, join them“). Of dat effectief lukt, moeten anderen uitmaken. Enige consistentie is echter wel gewenst: ofwel betoelaagt men het intrinsiek goed geachte of minstens getolereerde gedachtegoed, ofwel houdt men de handen af van leerstellingen en hun verspreiding.

Belastingen: waarom betalen we voor zaken die ons degouteren?

Overheden die goddelijke posities claimen (lees: totalitair worden door minutieus voor te schrijven hoe mensen (hun religiositeit) moeten (be)leven), maakten historisch alvast niet de beste beurt. In welbegrepen liberale democratieën blijven overheden zoveel als mogelijk uit menselijke zakken, slaapkamers, en places of worship. De overheid moet pre-sociale, natuurlijke rechten en vrijheden vrijwaren in plaats van er artificiële te decreteren.

Dat het vertrouwen in de overheid geen hoge toppen scheert, verrast eigenlijk niet, maar dat men haar budget desondanks wil vergroten is wel opmerkelijk. Mocht ooit blijken dat de weinig coherente besteding van het erg grote overheidsbeslag – stilaan hoogste belastingdruk in de ganse OESO – niet enkel correleert met verontrustende (ook geestelijke) gezondheidsproblemen zoals depressies, middelengebruik en suïcide, maar zulke wanhoopssymptomen daadwerkelijk in de hand werkt, dan staan wij alvast niet versteld.

‘Prijs’ van de vrijheid

Deze nogal libertarische rant kan men counteren door iets te zeggen als ‘compromissen zijn nu eenmaal de prijs van het vreedzaam samenleven in een multiculturele setting met hoogkwalitatieve publieke dienstverlening’. Welnu, mensen lijken toenemend aangewezen, ja zelfs veroordeeld, tot overheidsdiensten (onderwijs inbegrepen) waarvan de kwaliteit en de generositeit steeds meer onder druk staan, in weerwil van de inspanningen van wie er zich dagelijks voor uitslooft. Steeds minder value for money met andere woorden. Met een nagenoeg volledig gecollectiviseerde sociale ‘zekerheid’ heeft elke bijdrager er bovendien belang bij dat alle andere rechthebbenden gezonde keuzes maken.

Gezonde levensstijlen propageren en door de strot willen rammen wordt dan erg verleidelijk. Voorts is het bepaald tragisch dat ons (met lovenswaardige idealen opgebouwde) systeem dat ieders vrijheid zou bevorderen en de ontplooiing van ieders lifestyle faciliteren, bij nader toezicht leidt tot graaizucht (de korf leeghalen tant que ça dure), frustratie, cynisme en escapisme. De gemiddelde (reële) koopkracht – voorwaar een noodzakelijke doch onvoldoende voorwaarde tot vrijheid – van tweeverdieners is de laatste decennia trouwens amper gestegen, wat niet gezegd kan worden van het overheidsbeslag. Wie de kans ziet om zijn centen veilig te parkeren in al dan niet paradijselijke oorden (‘Paradise Papers‘), of anderszins probeert te ontkomen aan de (r)overheid, die wordt vervolgens afgeschilderd als asociaal, egoïstisch of onverschillig ten aanzien van het algemeen belang.

Bedrogen Moslims?

Ooit bekommerden wereldse overheden zich over de veiligheid en vrijheid van onderdanen, namen kerken het zielenheil voor hun rekening, en respecteerden ze elkaars domein. Vadertje Staat duldt echter van langsom minder concurrentie, en laat maar wat graag andermans geld (‘subsidies’) rollen voor zover verenigingen met religieuze aanspraken zich ‘koest houden’ en idealen onderschrijven die hun credo’s ondergraven. Van de katholieke kerk beweert men dat ze al geruime tijd de handdoek in de ring heeft gegooid, en dat in haar slinkend priestercontingent een ambtenarenmentaliteit heerst van de kumbaja-strekking. Bepaalde non-negotionables die ze overigens deelt met Moslims en Joden worden ‘om den brode’ gerelativeerd in woord en daad.

Spijtig is dat een en ander doorgaat op kosten van Belgen die met een dergelijke gebrek aan authenticiteit hun tijd niet meer willen verdoen.

Met onze medeburgers die de Islam aanhangen is het kennelijk anders gesteld. Hun (door de staat bezoldigde) vertegenwoordigers mogen dan wel peis en vree preken (en orthodoxe(re) imams monddood maken), meer dan eens rijzen vragen bij de representativiteit van deze ‘parastatale’ wanneer bijvoorbeeld voorzitter Salah Echallaoui begin dit jaar oppert dat Moslims ‘de Koran niet letterlijk horen te interpreteren’ . Terecht geeft politicoloog en moslim Gamal Cheddad aan dat het niet aan de overheid toekomt om te bepalen welke versie van de Islam beleden moet worden. Hij poneert overtuigend dat een gedwongen Europese Islam light gedoemd is te mislukken.

Après nous le déluge

“Whatever works” is het credo van pragmatici, en wij Belgen gaan prat op onze compromisvaardigheid: ‘zolang onze benadering de boel draaiend houdt, zijn we goed bezig’. Die tijd lijkt echt wel voorbij, met steeds meer mensen die zich ronduit afkeren van het politiek bedrijf, om van (niet enkel) Brusselse jongeren die met hun frustraties geen blijf weten nog maar te zwijgen. Tijd kortom om de illusie te laten varen ‘dat de overheid het wel zal oplossen’, mensen meer ademruimte te geven en elkeen (opnieuw) aan te spreken op zijn/haar individuele verantwoordelijkheid. De Staat blijkt steeds meer een fictie om elkeen te laten geloven dat er op elkaars kosten kan geleefd worden (cfr. Frédéric Bastiat). Dat we ‘nog lang mogen mogen en kunnen kunnen’, klinkt de Antwerpse versie van het Parijse après nous le déluge. De rekening volgt hoe dan ook.

Bart Nelissen

Leuven Centre for Public Law

www.publiclaw.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content