Balans van de week: ideologische verschillen zijn sneller terug dan gedacht

Premier Wilmès en minister De Block © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Een maand na de eerste lockdownmaatregelen blijft in de Wetstraat niet veel meer over van de ‘tous ensemble‘-kreet van de regering-Wilmès. De oude ideologische tegenstellingen tussen links en rechts, zeker op sociaal-economisch gebied, zijn terug. Op de koop toe wordt de bevolking geconfronteerd met een stuitend gebrek aan leiderschap.

Kent u Jean-Pascal Labille nog? In de regering-Di Rupo (2011-2014) was hij minister voor Overheidsbedrijven. Hij zat om ramkoers met Johnny Thijs, toen de CEO van bpost, wegens een discussie over de lonen van topmanagers. Na zijn periode als minister ging Labille aan de slag als secretaris-generaal van de Franstalige vleugel van de socialistische mutualiteiten.

Sinds de uitbraak van de coronacrisis is hij een graag geziene gast in de Franstalige media. Labille heeft het bijna uitsluitend over één persoon: federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). Die kan volgens Labille niet snel genoeg baan ruimen. In Vlaanderen heeft het lang geduurd vooraleer men doorhad dat De Block bezuiden de taalgrens heeft afgedaan. Men verwijt haar een arrogante houding tegenover kritische artsen. Een Waalse viroloog die een maand geleden waarschuwde voor een pandemie, werd een “dramaqueen” genoemd.

Ook het mismeesteren van het dossier van de mondmaskers wordt haar zwaar aangerekend. Dat is voor een belangrijk deel terecht. Al snel na de uitbraak van de corona-epidemie kwamen er signalen die aantoonden dat het kabinet van Maggie De Block zeer slecht was voorbereid, ondanks verschillende waarschuwingen. Belgische zakenmensen met contacten in China lieten al begin februari aan het kabinet-De Block weten dat de internationale markt voor mondmaskers op slot was. Het gevolg is bekend.

Het kabinet van De Block zou uiteindelijk pas op 11 maart een bestelling voor mondmaskers plaatsen, bij Mahmut Öz, zonder enige ervaring om zulke leveringen te onderzoeken en met een bestelbon die uit enkele regels bestaat. Er waren slechts twee voorwaarden bij die aanbesteding: de maskers moesten zo snel mogelijk worden geleverd en tegen een zo laag mogelijke prijs.

Een PS-afrekening

Maar de Franstalige kritiek op Maggie De Block heeft niet alleen te maken met de trage aanpak van de coronacrisis en het mismeesteren van de levering van de mondmaskers. Vooral in Franstalige socialistische kringen is men uit op een afrekening met De Block en haar beleid onder de regering-Michel I. Men verwijt haar besparingen bij ziekenfondsen, het doorduwen van ziekenhuisfusies, en een harde houding in het dossier over de verdeling van RIZIV-nummers voor Franstalige artsen. De PS haalt het ideologische geschut boven en zegt dat er te weinig geld naar de gezondheidszorg gaat.

Nochtans staat België in de Europese Unie in de top drie voor uitgaven in de gezondheidszorg. Het probleem is dat er te veel naar structuren in plaats van naar mensen gaat. Dat uitgerekend de goed gefinancierde structuur van het socialistische ziekenfonds klaagt, smaakt wrang. Wat de voorbije dagen is gebeurd, toont aan dat er van de ‘tous ensemble‘-oproep van premier Sophie Wilmès niet veel meer overblijft. De oude ideologische tegenstellingen tussen links en rechts worden tijdens het hoogtepunt van de crisis opnieuw duidelijk.

Gisteren maakte ACV-voorzitter Marc Leemans in Terzake duidelijk dat een exit uit de crisis via nieuwe en hogere belastingen moet gebeuren. Bij voorkeur aan de hand van één of meerdere vermogenstaksen. Dat België al een hoger fiscale druk torst, wordt daarbij gemakkelijk vergeten.

Collusie op Vlaams niveau

Vorige week werd ook een malgoverno op Vlaams niveau duidelijk. Pas drie weken na de uitbraak van de coronacrisis wordt een taskforce op poten gezet om de chaos in de Vlaamse woon-zorgcentra aan te pakken. Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) maakte een slechte beurt. Maar niet getreurd, Margot Cloet van Zorgnet Icuro zette de minister in de tv-studio’s uit de wind en vond het elfpuntenplan van de minister plots een reden om optimistisch te zijn. Het mag gezegd: hier is sprake van collusie. Cloet en Beke komen uit dezelfde zuil. Geert Uytterschaut, de CEO van Orpea, een Europees netwerk van woon-zorgcentra, noemde de dingen wel bij naam en had het over “te veel blijven hangen in theorie en niet in daadkracht”.

De trage aanpak van De Block en Beke toont het gebrek aan leiderschap aan van deze politieke generatie. Zware crisissen zijn de kans om te tonen wat men als beleidsmaker in zijn mars heeft. Maar de ene figuur na de andere valt door de mand.

Het ontbreekt aan sterke persoonlijkheden om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Die waren er in het verleden wel. Getuige daarvan de anekdotes die Piet Vanthemsche dezer dagen op zijn Facebook-pagina gooit. Hij is één van de co-voorzitters van de Economic Risk Management Group (ERMG) die de regering bijstaat in de aanpak van de coronacrisis. In 1999 moest hij als kabinetschef van de minister van Landbouw de dioxinecrisis aanpakken. Herman Van Rompuy was minister van Begroting en kreeg toen na het ontslag van Karel Pinxten Landbouw erbij.

Tijdens de dioxinecrisis was het vilbeluik gestopt met het ophalen van kadavers. Vanthemsche loste dat op door te beloven dat er per kilo extra opgehaald gewicht één frank meer zou worden betaald aan het vilbeluik. Van Rompuy vroeg: “Piet, wie gaat dat betalen?” Antwoord van Vanthemsche: “U, want u bent minister van Begroting.” Het probleem werd opgelost. Dat is meer dan anekdotiek. Dat toont aan dat men in zwaar weer crisissen de baas kan wanneer men verantwoordelijkheid neemt en leiderschap aan de dag legt.

Partner Content