Balans van de week: de zoveelste vingerwijzing voor België

Premier Sophie Wilmès © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

In haar recentste rapport over ons land hekelt de Europese Commissie de Belgische beleidsstilstand. De Europese Commissie wijst op de noodzaak om de overheidsuitgaven te beheersen, de hoge fiscale druk en het gebrek aan investeringen aan te pakken. Ook krijgen de deelstaten een sneer voor hun te weinig doortastend beleid. En dat op een moment dat de spanningen in de Vlaamse regering toenemen.

46 keer in een tekst van 100 bladzijden. Zo vaak komt de term ‘limited progress’ (beperkte vooruitgang) voor in het België-rapport van de Europese Commissie. Na de vergelijkbare rapporten van het IMF en de OESO is het de zoveelste vingerwijzing richting de beleidsmakers. De fiscale druk mag de voorbije jaren door de taxshift, die eigenlijk een belastingverlaging was, gedaald zijn tot 44,8 procent van het bbp, hij blijft ver boven het EU-gemiddelde van 39,2 procent. Strenger vervroegd pensioen en brugpensioen hebben de effectieve uittredingsleeftijd opgetrokken naar meer dan 60 jaar, maar er is nog meer nodig. Dat het begrotingstekort tussen 2011 en 2018 gedaald is van 3,9 procent van het bbp tot 0,7 procent is een goede zaak, maar de sanering van de overheidsfinanciën is sinds 2018 volledig stilgevallen. Het deficit stijgt dit jaar naar 2,3 procent van het bbp. Zoals de Nationale Bank een paar weken geleden al schreef in haar jaarverslag, zijn de uitgaven het probleem. In 2012 bedroegen de overheidsuitgaven 56,5 procent van het bbp. Dat was in 2017 gedaald tot 51,8 procent, maar is ondertussen opnieuw toegenomen tot 52,1 procent van het bbp. De staatsschuld blijft ondertussen rond de 100 procent van het bbp schommelen.

De precaire toestand van de overheidsfinanciën is volgens de Europese Commissie onder andere een probleem omdat België geen budgettaire ruimte heeft om bij een economische schok een expansief beleid te voeren.

Regionale arbeidsmarktverschillen

Het verslag van de Europese Commissie bevat weliswaar een aantal positieve elementen. In 2019 waren in België 4,9 miljoen mensen aan de slag, het hoogste aantal van de voorbije tien jaar. De banengroei situeert zich vooral bij oudere werknemers. De werkzaamheidsgraad is met 70,7 procent de hoogste in jaren. Maar de Europese Commissie wijst direct op een aantal pijnpunten. Dat percentage ligt onder de EU-doelstelling voor 2020: 73,2 procent. “Ondanks recente verbeteringen blijft de werkzaamheidsgraad opvallend laag voor mensen met een migratieachtergrond, laaggeschoolden en 55-plussers.”

De werkloosheidsgraad blijft dalen en bedroeg eind vorig jaar 5,2 procent. “Niettemin blijven er grote regionale verschillen. De werkloosheidsgraad varieert van 3,4 procent in Vlaanderen tot 13,2 procent in Brussel. Er zijn ook grote verschillen in langdurige werkloosheid. In Vlaanderen is 33,9 procent van de werklozen langdurig werkloos, in Wallonië is dat 56,2 procent en in Brussel 56,9 procent.” Het is een vaak terugkomende trend in de rapporten van de Europese Commissie: er gaat steeds meer aandacht naar de regionale economische verschillen. En de deelstaten krijgen dan ook een sneer van de Europese Commissie. Niet alleen om de verschillen in werkzaamheidsgraad.

Ook hun begrotingsbeleid krijgt kritiek. Het gros van het Belgische begrotingstekort (2,3% in 2020) is toe te schrijven aan de federale overheid en de sociale zekerheid, maar de Europese Commissie wijst erop dat afgezien van Vlaanderen geen enkele deelstaatregering op korte termijn een begrotingsevenwicht nastreeft. Positief is dat de deelstaten de overheidsinvesteringen willen optrekken. “Ongeveer 90 procent van de overheidsinvesteringen situeert zich bij regio’s en lokale overheden. Maar de totale publieke investeringen in verhouding tot het bbp zijn al sinds 2000 stabiel, rond 2 procent van het bbp. Regionale regeringen hebben belangrijke investeringsplannen aangekondigd. Maar zij dreigen vooral de tekorten verder te doen oplopen aangezien de regionale regeringen niet van plan lijken de lopende overheidsuitgaven te beperken of de belastingen te verhogen.”

Productiviteitsgroei aanzwengelen

De Europese Commissie wijst op de nood aan investeringen in onderwijs, mobiliteit, klimaat, digitale infrastructuur als 5G en sociale woningbouw. Dat moet helpen om de productiviteitsgroei opnieuw aan te zwengelen. Die is in Wallonië en Brussel zo goed als weggevallen en bedraagt in Vlaanderen op jaarbasis amper een paar procentpunt. De verschillen met de jaren 80 (jaarlijks 2% productiviteitsgroei) en 90 van vorige eeuw (+1,5% op jaarbasis) vallen op.

Om de productiviteitsmotor aan te zwengelen zijn daadkrachtige regionale regeringen nodig. Alleen kwamen hier vooral op Vlaams niveau de voorbije dagen weinig hoopgevende signalen. Op sociale media vochten Open Vld en N-VA een robbertje uit. Het is bekend dat de relatie tussen beide partijen tijdens de federale regeringsonderhandelingen verziekt geraakte. Zal dit een negatieve impact hebben op de werking van de Vlaamse regering? Zit de Open Vld daar op de wip en staat de sp.a klaar om de plaats van de Vlaamse liberalen in te nemen? Het is afwachten. Een coalitiewissel is sowieso nooit goed voor de daadkracht van een beleidsploeg.

Deze week raakte bovendien bekend dat premier in lopende zaken, Sophie Wilmès (MR), geen oren had naar de kritiek van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) op het toekennen van Europees geld voor de Green Deal. 68 miljoen euro uit het transitiefonds gaat integraal naar de provincie Henegouwen. Een schriftelijk protest van Jan Jambon hierover aan de Commissie werd niet als officieel Belgisch standpunt meegenomen. In zo’n situatie trekt de Vlaamse regering aan één zeel. Maar de vraag is in welke mate de Open Vld bereid is kritiek te uiten op de premier die uit haar Franstalige zusterpartij MR komt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content