Wereldspeler World of Tents uit Ronse: ‘In de humanitaire hulpverlening moet alles open source zijn’

GLENN VERBORGH "Ons werk is niet altijd eenvoudig, maar wel boeiend." © BEL
Elien Haentjens Elien Haentjens volgt voor Knack.be/cultuur de actualiteit op het vlak van beeldende kunsten, erfgoed, podiumkunsten en klassieke muziek op de voet.

Van elk van zijn merken een wereldspeler maken, dat is de ambitie van World of Tents uit Ronse. Terwijl het met Alpinter de vaste partner is van humanitaire organisaties overal ter wereld, staan zijn vrijetijdsmerken Alpino en Autentic in de kinderschoenen. “Aangezien het meeste materiaal van een humanitaire crisis nooit meer terugkomt, onderzoeken we ook bioafbreekbare materialen.”

Als ergens in de wereld een humanitaire crisis uitbreekt, schiet het team van Alpinter vanuit zijn hoofdkwartier in een voormalige textielfabriek in Ronse in actie. In de weken na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne stuurde het bedrijf zo’n duizend vrachtwagens met levensnoodzakelijke hulpgoederen vanuit hubs in Bulgarije, Turkije en ons land.

Als enige Europese bedrijf heeft Alpinter langlopende raamcontracten met organisaties als Unicef, het Rode Kruis en het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties voor de productie en de levering van tenten en andere snelle onderdakoplossingen. “We werken al bijna dertig jaar voor die organisaties. Telkens wanneer er een crisis uitbreekt, moeten we razendsnel kunnen reageren. Daarom moeten we onze voorraden, die op strategische plaatsen in de wereld liggen, continu op peil houden”, zegt CEO Glenn Verborgh, die sinds 1994 aan boord is. “Het geeft ons wel veel voldoening, als we naar het nieuws kijken, en plots een van onze tenten zien die dienstdoet als schooltje in Oeganda.”

In de humanitaire hulpverlening moet alles open source zijn. Als we een nieuw product lanceren, zijn we de enige die het kunnen fabriceren. Maar een jaar later hebben we er wellicht al tien concurrenten bij

“Naast tenten en dekzeilen bieden we ook dekens, jerrycans, kook- en gereedschapssets en hygiënepakketten aan. Die produceren we in eigen fabrieken in onder meer Bulgarije, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten. Door de strategische ligging en de goede verbindingen hebben heel wat hulporganisaties productie- en opslagfaciliteiten in die laatste regio. Bovendien vormt de agressieve woestijnomgeving met haar hoge vochtigheidsgraad, extreme temperaturen, overvloedig stof en hoog zoutgehalte in de lucht er de perfecte tegenpool van ons Belgische klimaat. Doordat we onze tenten op beide locaties kunnen testen, kunnen we hun robuustheid voor alle klimaattypes ter wereld garanderen”, vertelt Glenn Verborgh.

Heruitvinden

Omdat de hulporganisaties hoge eisen stellen, moet Alpinter zichzelf continu heruitvinden. “We werken voortdurend aan de functionaliteit. Zo absorberen de tentstoffen uv-stralen, en reflecteren ze tegelijk de zon. Ook zijn ze brandvertragend en makkelijk te desinfecteren. Daarnaast ontwikkelden we een deken dat we niet hoeven te verven, maar dat zijn kleur dankt aan het vermengen van twee soorten garens. Dat is ecologischer en goedkoper. Met minder materiaal realiseren we een betere thermische waarde, en we proberen de dekens steeds compacter te maken of single use plastic te vermijden. Vooral transport is in onze sector een grote kostenpost, dus daar proberen we efficiënt mee om te springen. Aangezien het meeste materiaal van een humanitaire crisis nooit meer terugkomt, onderzoeken we ook bioafbreekbare materialen”, vertelt Verborgh. “Sinds enkele jaren zijn de eisen voor duurzaamheid enorm toegenomen. We proberen die eisen steeds voor te blijven.”

“Een andere uitdaging in deze sector is dat alles open source moet zijn. Als we een nieuw product lanceren, zijn we de enige die het kunnen fabriceren. Maar een jaar later hebben we er wellicht al tien concurrenten bij. Dat verplicht ons constant te innoveren, en zo de anderen telkens weer een tikkeltje voor te zijn”, vertelt Verborgh. “Dat wij daar als Belgisch bedrijf in slagen, heeft veel te maken met onze cultuur. Als Belgen zijn we het gewoon breed te denken en oplossingen te zoeken, of kortom ons gezond verstand te gebruiken. Bovendien blijven we als klein bedrijf zeer wendbaar, waardoor we sterk hands on kunnen werken”, vertelt Verborgh. “Tegelijk is het net die constante zoektocht naar vernieuwing die ons als ondernemers ook drijft, en die ons als kenniscentrum een voorsprong geeft in het vrijetijdssegment.”

Snelheden

De geschiedenis van het bedrijf gaat terug tot begin twintigste eeuw. In 1903 verkreeg de hoefsmid Emile Heddebaut een octrooi voor Cuiraline, waardoor hij hoogkwalitatieve lederen zadels op maat kon maken. Vanaf 1920 begon Etablissement d’Heddebaut met de productie van dekzeilen, en vanaf 1959 kwamen daar ook kampeertenten bij.

Het bedrijf, waar zestig mensen van verschillende nationaliteiten werken, heeft vijftien vacatures open staan. De ambitie van World of Tents is van elk merk van de groep een wereldspeler te maken. “Met Alpinter behoren we al vijftien jaar tot de wereldtop. 95 procent van onze activiteiten speelt zich af in het buitenland. De kennis en het netwerk dat we daarvoor uitbouwden, kunnen we ook inzetten voor de andere merken. Het bedrijf maakt onder de naam Alpino scoutstenten. “Door de concurrentie uit Azië kreeg Alpino het vanaf de jaren 1980 moeilijker, omdat consumenten louter focusten op de prijs. Nu voelen we dat er weer mogelijkheden zijn. Meer mensen zoeken de connectie met de natuur op, en geven daarbij de voorkeur aan ademende, meer comfortabele canvasmaterialen dan aan de industriële, synthetische tenten. Daarnaast roept de retro uitstraling van onze originele modellen zoals Nadette herinneringen op, en passen ze perfect in de trend om te onthaasten”, stelt Glenn Verborgh.

“Toen Didier Heddebaut – vierde generatie van de familie – in 2021 het bedrijf verlaten heeft, en Sufina uit Waregem als externe partner is ingestapt, hebben we de overkoepelende structuur World of Tents in het leven geroepen. Daar vallen nu alle merken van de groep onder”, vertelt Verborgh. “Alpinter is het meest gevestigde bedrijf, en het financiële zwaargewicht. Daarnaast werken we aan de revival van het oudste merk Alpino en stampten we in 2019 Autentic uit de grond. Met Shield hebben we ook technische tenten voor institutionele klanten actief in veiligheid en defensie. Dat die bedrijven op verschillende snelheden en in verschillende domeinen actief zijn, maakt het niet altijd eenvoudig, maar wel boeiend”, vertelt Glenn Verborgh. “Door die spreiding willen we meer stabiliteit brengen in het bedrijf. We onderzoeken ook of we bijvoorbeeld een verhuursysteem kunnen opzetten voor Alpino, en daarmee weer de herstelactiviteiten van ons confectieatelier in Ronse kunnen uitbreiden.”

“Bovendien vormen die nieuwe merken een fijne uitdaging. Ze dwingen ons nieuwe markten te verkennen, en onze tenten af te stellen op nieuwe doelgroepen”, zegt Glenn Verborgh. “De ruime glampingtenten van Autentic kunnen bijvoorbeeld als een soort extra ruimte of tiny house enkele maanden in iemands tuin staan, terwijl je ze in de winter toch makkelijk kan opbergen”, vertelt Verborgh. “Tegelijk staan we dankzij onze doorgedreven productkennis en testervaring uit onze humanitaire activiteiten veel sterker dan de concurrentie. We wéten dat ons materiaal makkelijk maanden in gelijk welke weersomstandigheden en overal ter wereld buiten kan blijven staan. In functionaliteit, kwaliteit, levensduur en ontwerp behoren we tot de top.”

Partner Content