Wat u moet weten over besmettingen op het werk

© Belga Image
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De huisartsen worden overspoeld met werk, maar de arbeidsartsen kunnen werknemers nog altijd niet rechtstreeks doorsturen naar testcentra. De arbeidsarts speelt een cruciale rol in het veilig houden van de werkvloer, en bijgevolg in het vermijden van een lockdown. Maar hebben zij voldoende wapens om de strijd tegen het virus aan te gaan?

Wanneer een leerling besmet is met het coronavirus, zoeken artsen van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) uit of op school nog leerlingen of leerkrachten besmet kunnen zijn. Wanneer een werknemer van een bedrijf besmet is, dan komt de preventieadviseur-arbeidsarts in beeld. In de volksmond heet die nog altijd bedrijfsarts, maar de officiële benaming is sinds twee jaar arbeidsarts.

Geen cijfers

Over de besmettingen op de scholen krijgen we om de twee weken cijfers. In de periode 28 september tot 11 oktober telden de CLB’s 1795 besmettingen bij leerlingen, 11 procent meer dan de twee voorgaande weken. Bij de leerkrachten was de stijging van het aantal besmettingen groter (+44%). De schoolartsen telden 411 besmette leerkrachten. Dat is nog altijd maar 0,25 procent van het totale onderwijspersoneel uit. Wanneer een personeelslid van een school besmet is, nemen de CLB-artsen vaak ook contact op met de arbeidsarts die dan de hoogrisicocontacten bij leerkrachten opvolgt.

Waarom hebben we verder geen cijfers over de besmettingen bij de bedrijven? “In Vlaanderen worden we sinds enkele weken ingeschakeld in het contactonderzoek, in Brussel en Wallonië sinds enkele dagen. Nochtans had de overheid al in april contact met ons opgenomen. Daarna hebben we er niets meer van gehoord”, zegt Simon Bulterys, algemeen directeur van Groep Idewe en voorzitter van Co-Prev, de koepelorganisatie boven alle Belgische Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk.

Bulterys maakt zich sterk dat hij binnenkort wel cijfers kan geven. “We zijn sterk in automatiseren en data verzamelen. De contactopsporing loopt sinds een week als een trein, omdat het aantal besmettingen in een exponentiële curve zit en er steeds meer mensen besmet zijn. We zullen snel een relevant statistisch overzicht kunnen geven. Mijn aanvoelen is dat er weinig besmettingen op de werkvloer gebeuren. De gevaarlijke momenten zijn de middagpauzes, wanneer mensen hun mondmaskers afzetten om boterhammen te eten. De corona-uitbraak bij het vleesverwerkende bedrijf Westvlees was een unicum. De meeste besmettingen gebeuren in de privésfeer.” Vrijdag is een uitbraak van het coronavirus ontdekt in de kerncentrale in Doel, waarbij al minstens 26 personeelsleden betrokken zijn, maar die verhalen zijn tot nu toe eerder uitzondering dan regel.

Veel vragen

Eind augustus moest Idewe een vijftal vragen per dag over contactopsporing beantwoorden. In de eerste weken van september werd dat een tiental per dag. In de laatste weken van september zowat dertig per dag. Bulterys: “De laatste weken zaten we aan negentig vragen per dag. Nu zitten we boven de honderd. Die vragen gaan ook in het weekend door. Daarom breiden wij onze permanentieteams voortdurend uit en moeten we ook voortdurend beslissen enkele van onze normale activiteiten te laten vallen.”

Het contact met de contactopsporing van de overheid verloopt nog altijd niet vlekkeloos, maar er is al veel verbeterd. “Vooral in Vlaanderen hebben we verbeteringen kunnen bekomen in de communicatie en de rapportering”, zegt Bulterys. “We hebben de vragenlijst op punt gesteld. Er schortte ook een en ander aan de centralisatie van de gegevens. We hopen dat die verbeteringen nu ook in Franstalig België zullen gebeuren. We worden nog altijd in 70 procent van de gevallen gecontacteerd door de bedrijven en niet door de callcenters van de contacttracing die de overheid organiseert. De ondernemingen nemen meestal ook sneller met ons contact op.”

De arbeidsarts

Karel Van Damme, de voorzitter van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, merkt op dat de bedrijfsartsen een belangrijke rol te spelen hebben. “Over het algemeen is er vertrouwen in bedrijfsartsen en artsen in het algemeen. Zij zijn ook gebonden door het beroepsgeheim. Werknemers zullen sneller tegen een arts zeggen dat ze nauwe contacten op het werk hebben gehad. Je zegt niet makkelijk tegen je werkgever of tegen die onbekende contacttracer aan de telefoon dat je een liefje hebt in een andere afdeling. De bedrijfsarts kent de situatie, de context en de werknemer in kwestie beter. De arts kan doorvragen om te weten wie de hoog- en de laagrisicocontacten zijn van een werknemer.”

Zowel Van Damme als Bulterys kaart aan dat de bedrijfsartsen de werknemers nog altijd niet kunnen doorverwijzen naar triagecentra. “De bedrijfsarts zou ook de resultaten van die testen moeten krijgen, zodat snel extra maatregelen op het werk kunnen worden genomen als het nodig is”, kaart Van Damme aan.

Vandaag kunnen de arbeidsartsen alleen maar hopen dat de mogelijk besmette werknemers naar de huisarts gaan en dat de werknemer of de huisarts vervolgens de arbeidsarts op de hoogte houdt van de testresultaten. Bulterys: “We hopen dat we een van de komende dagen quarantaine-attesten mogen uitschrijven en testen mogen aanvragen, waarvan de kosten ten laste komen van de sociale zekerheid. Als we nu een test aanvragen, dan komt dat op rekening van het bedrijf, omdat bedrijfsartsen geen Riziv-nummer hebben, zoals huisartsen. We hebben de toezegging van de overheid. Het moet alleen nog geprogrammeerd worden in de systemen.”

Van Damme voegt toe dat de sociale partners erop aandringen dat arbeidsartsen werknemers zouden kunnen laten testen en attesten voor quarantaine zouden kunnen uitschrijven. “Er is ons beloofd dat het eerstdaags zal geregeld zijn.”

Eerder trok de werkgeversorganisatie VBO in Trends al aan de alarmbel, omdat de bedrijfsartsen onvoldoende betrokken worden bij het afzonderen van mogelijk besmette werknemers.

Eerste hulp bij mogelijke besmetting op het werk

1) Iedereen die nauw contact had met een zieke persoon moet minstens zeven dagen thuis blijven (thuiswerk of tijdelijke werkloosheid) en een PCR-test laten uitvoeren bij de huisarts of in een triagecentrum, op zijn vroegst vijf dagen na het laatste risicocontact. Dat is de procedure voor de zogenoemd hoogrisicocontacten.

2) Wat is nauw contact? Een persoon die langer dan 15 minuten binnen een afstand van 1,5 meter in contact was met de besmette persoon zonder correct gebruik van een mondneusmasker door een van beide personen. Voorbeelden: een persoon die door de Coronalert-app werd geïdentificeerd als nauw contact of een face-to-facegesprek zonder fysieke afscheiding, zoals een volledig plexischerm, of personen met direct fysiek contact met de patiënt.

3) De symptomen moeten 14 dagen worden opgevolgd. Dat betekent twee keer per dag de lichaamstemperatuur meten. Bij symptomen telefonisch contact opnemen met de huisarts.

Symptomen zijn:

– Koorts

– Hoesten, kortademigheid, thoracale pijn

– Keelpijn

– Ademhalingsproblemen

– Loopneus

– Reuk- of smaakverlies

– Hoofdpijn

– Gewrichts- of spierpijn

– Diarree

– Vermoeidheid, anorexie

4) Bij het vaststellen van een cluster, kan (in overleg met de regionale overheid) beslist worden medewerkers van een volledige afdeling of bedrijf te gaan screenen.

5) Laagrisicocontacten worden gevraagd zich voorzichtig te houden en de sociale contacten tot een minimum te beperken met respect van een afstand van 1,5 meter en steeds een stoffen mond-neusmasker te dragen buitenshuis.

Partner Content