Textielsector: ‘Hier productie van mondmaskers opstarten, is niet vanzelfsprekend’

© Getty

Het nijpende tekort aan chirurgische mondmaskers in onze ziekenhuizen heeft alles te maken met de mondiale schaal van de coronacrisis en is een symptoom van de verregaande globalisering. De massaproductie van de levensreddende beschermingsmiddelen naar hier halen, is op korte termijn niet zo vanzelfsprekend, horen we in de textielsector. We zijn dus afhankelijk van de import en van kleinschalige initiatieven. Dat maakt ons kwetsbaar.

De dadendrang binnen en buiten de textielindustrie is groot om achter de naaimachines te kruipen en manueel mondmaskers te produceren voor de professionelen in de zorg. Zo schakelt de beursgenoteerde lingerieproducent Van de Velde tijdelijk een deel van de stiksters in het Oost-Vlaamse Schellebelle in om FFP1-mondmaskers (zie kader Soorten mondmaskers onderaan) te produceren. Van de Velde werkt daarvoor samen met ziekenhuizen in de buurt die zorgen voor het nodige steriele materiaal. Ook andere bedrijven, sociale organisaties, de ateliers van de gevangenissen, hobbygroepen en handige particulieren dragen hun steentje bij. Hulde! Die sympathieke en solidaire initiatieven zijn vooral psychologisch belangrijk, maar ze tonen ook pijnlijk aan hoe kwetsbaar we zijn op het vlak van de productie van essentieel medisch materiaal. In België en in Europa. Tijdens deze gezondheidscrisis vallen Europese Commissarissen uit de lucht over het gebrek aan industriële productiecapaciteit voor medische mondmaskers in Europa.

Nu de import uit het Verre Oosten stokt en ook EU-landen zoals Duitsland, Tsjechië en Frankrijk de export van een aantal coronagevoelige beschermende producten aan banden leggen, kijkt iedereen naar de Belgische textielindustrie om in te springen en de hoogste nood te lenigen. Maar dat lijkt niet vanzelfsprekend. “Er is geen productie van medische mondmaskers op industriële schaal in ons land”, zegt Fa Quix, de topman van de textielfederatie Fedustria. “Bij mijn weten is die er ook nooit geweest. De kleinschalige initiatieven zijn zeer lovenswaardig, maar die lossen het probleem niet op. We moeten daar realistisch in zijn. Voor de productie van mondmaskers heb je een industriële activiteit nodig met productielijnen die er duizenden per uur kunnen maken. De meeste van die machines staan in China.” Naast de behoefte aan volume zijn er ook de kwaliteitseisen. Mondmaskers moeten de zorgverleners echt beschermen, met een illusie van bescherming is niemand gebaat.

Grondstoffen zijn struikelblok

Dat zegt ook Bart Vervaecke. hij is de CEO van de Apparel-divisie van het beursgenoteerde Sioen, internationaal actief in technisch textiel. “In onze divisie maken wij vooral beschermkleding voor politiemensen, civiele bescherming en brandweerlui. We zijn niet actief in de medische markt”, zegt Vervaecke. “We hebben natuurlijk onmiddellijk de mogelijkheden bekeken, maar we hebben geen weefsels die voldoen aan de eisen om medische mondmaskers te produceren. We krijgen nu veel vragen en voorstellen om met andere stoffen te werken, maar het laatste wat wij willen doen, is iemand een vals gevoel van veiligheid geven met een product dat niets tegenhoudt. Dat mogen we niet doen. We sturen ook geen politiemensen op de baan met een kogelwerende vest die niet kogelwerend is.” Op het gebied van confectiecapaciteit zou Sioen wel iets kunnen betekenen. De Apparel-divisie heeft onder andere productiecapaciteit in Roemenië en Tunesië. “Maar ons grootste struikelblok zijn de grondstoffen. Ik ben in contact met ons uitgebreide leveranciersnetwerk, maar er is een enorme schaarste aan grondstoffen. Wij zijn niet de enigen die zoeken en we zijn niet de best geplaatsten. De gespecialiseerde fabrikanten (zoals 3M, nvdr) kennen die supply chain door en door. Ik kan u verzekeren, het is zeer frustrerend”, stelt Bart Vervaecke.

Een andere fabrikant met een indrukwekkend machinepark in België en in het buitenland is Ontex, de beursgenoteerde luierproducent met het hoofdkantoor in Erembodegem. Ook Ontex produceert vandaag geen mondmaskers, maar de mogelijkheden worden wel onderzocht, laat woordvoerder Maarten Verbanck weten. “We kijken met onze leveranciers wereldwijd of ze ons maskers kunnen bezorgen voor zorgverleners, de overheid en onze medewerkers. Momenteel kunnen we niet bevestigen of we zelf ooit geschikte mondmaskers zullen kunnen produceren, omdat we niet de kennis en expertise van de technische vereisten hebben. Onze machines zijn ook niet geschikt voor dit soort producten. Maar we blijven het onderzoeken vanuit dezelfde bezorgdheid als iedereen over deze pandemie.” Wat Ontex wel doet, is overheden en gezondheidsinstellingen adviseren over hoe hun producten het medische personeel kunnen ondersteunen bij de verzorging van de patiënten. “Zo kregen we aanvragen voor luiers voor volwassenen, waarmee artsen patiënten kunnen blijven behandelen zonder hun beschermende uitrusting uit te hoeven doen. De luiers worden sinds de vroege stadia van de epidemie geleverd aan zorgverleners. Ze worden onder andere geproduceerd in de fabriek in Buggenhout”, stelt Verbanck.

Virussen tegenhouden

Medische mondmaskers worden in hoge volumes vooral in het Verre Oosten geproduceerd. In het laboratorium van Centexbel, het onderzoekscentrum van de textielindustrie, in Grâce-Hollogne worden volop mondmaskers getest op hun beschermende werking. “Wij zijn een van de weinige labo’s die chirurgische maskers testen”, zegt Jan Laperre, de directeur van Centexbel. Er wordt onder andere getest voor de federale overheidsdienst Volksgezondheid, niet onbelangrijk nu er al namaakmaskers opduiken die helemaal niet beschermen. Laperre schetst de opbouw van een chirurgisch masker. “Een klassiek mondmasker bestaat uit een drietal lagen vliesmateriaal dat wordt geconfectioneerd. De membranen filteren en zorgen voor de beschermende werking. Een lapje gordijnstof voor je mond houden, biedt geen bescherming, vandaar het belang van de kwaliteitscontrole. We hebben het over een medisch hulpmiddel.”

“We zouden de stof kunnen leveren maar de filterlaag die nodig is om de virussen tegen te houden, die hebben we niet”, zegt Patrick Rigole van het textielcoatingbedrijf Vetex. Het bedrijf is actief in de medische markt met onder andere laminaten voor schorten en afdekvellen. Rigole kreeg onder meer een vraag naar de levering van medisch textiel van Thérèse Hoste van het Oost-Vlaamse Tricolast, gespecialiseerd in de fabricatie van drukkleding voor brandwondenpatiënten. “We willen iets doen en mondmaskers maken, maar de medische vereisten zijn niet te onderschatten”, weet Hoste. “Iedereen wil zijn steentje bijdragen, maar als het achteraf fout loopt, hebben we niemand geholpen”, zegt de onderneemster. Thérèse Hoste verwacht dat er na de coronacrisis stevige lessen zullen worden getrokken. Denk aan productie in Europa, strategische voorraden van beschermingsmateriaal, net zoals we ze vandaag al hebben voor olie.

“Die reflectie moet zeker gebeuren”, antwoordt Fa Quix van Fedustria. Hij wijst naar de economische componenten. “Misschien is het nuttig hier te investeren in productiecapaciteit. Maar wie zal dat doen? Wie zal de afzet garanderen? Wat gebeurt er als die markt weer normaliseert en de importeurs opnieuw gaan aankopen in het Verre Oosten? Straks is er overcapaciteit en zakken de prijzen. Het is helemaal geen gemakkelijke businesscase om dat in België te doen. Hier productie opstarten is niet vanzelfsprekend, dat moet men beseffen.” Quix wijst ook naar alternatieve sporen die moeten worden bekeken. “Het is niet voor niets dat we het hier niet produceren, dat heeft met competitiviteit te maken. We moeten hier lessen uit trekken, maar het is nog te vroeg om te zeggen dewelke.”

In deze coronacrisis zijn de mondmaskers het symbool voor een wereld die verregaand geglobaliseerd is. “Sommige activiteiten moeten we beter beschermen en hier houden. Niet noodzakelijk in België, maar in Europa, met goede afspraken. Dat geldt ook voor andere sectoren zoals de hightech, telecom, energie, enzovoort. De globalisering maakt ons te kwetsbaar en dat is nu het geval voor medisch hulpmateriaal”, duidt Fa Quix. Hij geeft het voorbeeld van de kleurstoffen voor de textielindustrie. “China heeft hier jaren geleden die markt kapot gemaakt en plots ben je afhankelijk van één land. De productie is hier weg en is opgebouwd in China. Dat is in mijn ogen te ver doorgeslagen globalisering. We moeten opkomen voor Europese kernactiviteiten die we niet willen kwijtspelen omdat onze afhankelijkheid te groot is in crisissituaties en we in de problemen komen.” Quix hoopt dat die lessen getrokken worden zodra de crisis achter ons ligt.

Soorten mondmaskers

Bij de mondmaskers zijn twee grote productfamilies te onderscheiden. Enerzijds de chirurgische mondmaskers die de patiënten beschermen tegen ziekteverwekkers uit de neus of mond van het medisch personeel. Daarnaast zijn er de FFP-ademhalingsbeschermingsmaskers. Dat persoonlijke beschermingsmiddel beschermt het medisch personeel tegen besmetting van het virus wanneer een patiënt hoest of niest. Tegen het nieuwe coronavirus worden vooral FFP2- en FFP3-maskers gebruikt. De afkorting FFP staat voor filtering face piece. Een FFP2-masker heeft minimaal een efficiëntie van 94 procent, FFP3 biedt de hoogste bescherming (minimaal 99%). FFP1 haalt 80 procent. De FFP-beschermingsmaskers worden ook ingezet in de bouw en de industrie om het personeel te beschermen tegen aerosolen en fijnstofdeeltjes. Veel bedrijven uit verschillende sectoren gingen dan ook in op de oproepen van de medische wereld om hun voorraden professionele maskers te schenken aan de dichtstbijzijnde ziekenhuizen. Bij professionele verdelers, zoals Vandeputte Safety, raken de voorraden uitgeput en wordt voorrang gegeven aan de belevering van ziekenhuizen.

Sector pleit voor bazooka van steunmaatregelen

Fedustria, de federatie van de Belgische textiel-, hout- en meubelindustrie, omschrijft de toestand in de sectoren als gevolg van de coronacrisis als catastrofaal. Volgens de werkgeversfederatie is de activiteit in heel veel bedrijven in een week tijd teruggevallen van een normaal peil naar weinig of niets. “Het moet de bedoeling van onze overheden zijn dat geen enkel bedrijf failliet gaat als gevolg van deze coronacrisis”, stelt Fa Quix, de directeur-generaal van Fedustria. “Het is hoog tijd om de bazooka boven te halen. Met beperkte maatregelen alleen, zoals de spreiding van belastingen, zullen we er niet komen.” Op financieel gebied rekenen de sectoren op een staatsgarantie op alle bedrijfskredieten zolang dat nodig is om de crisisperiode te overbruggen. Daarnaast pleit Fedustria voor dringende sociale steunmaatregelen met onder andere soepele regelingen voor tijdelijke werkloosheid door overmacht en om economische redenen, ook voor bedienden. “Als de overheid nu niet snel, krachtdadig en gericht optreedt, dreigen we na de coronacrisis in een economische woestijn terecht te komen”, besluit Quix. Fedustria vertegenwoordigt zo’n 1800 ondernemingen, goed voor meer dan 38.000 directe banen en een omzet van 9,6 miljard euro.

Partner Content